14.03.2013 Views

40-5091-24B IFU PAC-PACII.indd - Smiths Medical

40-5091-24B IFU PAC-PACII.indd - Smiths Medical

40-5091-24B IFU PAC-PACII.indd - Smiths Medical

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

katheter te verwijderen.<br />

WAARSCHUWING: Als de huls niet teruggetrokken wordt vóór het pellen kan de ader<br />

scheuren.<br />

13. Bij ongeassembleerde systemen spoelt u de katheter met 5 ml heparine-oplossing<br />

(10 tot 100 IU/ml) met een stompe naald en een 10-ml spuit of groter en klem de<br />

katheter dicht.<br />

Bij voorgeassembleerde systemen prikt u het septum aan met een niet-borende<br />

PORT-A-CATH® invoernaald, en spoelt u het systeem met behulp van een spuit<br />

van 10 ml of groter met 5ml heparine-oplossing (10 tot 100 IU/ml). Verander<br />

niets aan de katheter/poort-aansluiting: dit kan het systeem beschadigen of de<br />

poort kan hierdoor loskomen van de katheter.<br />

14. Controleer fl uoroscopisch of radiografi sch ofh et distale einde van de kathetertip<br />

zich op de gewenste plaats bevindt.<br />

15. Bij ongeassembleerde systemen schuift u de katheter van de invoerlocatie door<br />

naar de locatie van de poortholte.<br />

Ga verder met De poortlocatie prepareren.<br />

C. Chirurgische incisie<br />

Deze techniek beschrijft de chirurgische snede en het gebruik van een venenhaakje<br />

dat bij bepaalde PORT-A-CATH® en PORT-A-CATH® II systemen geleverd wordt.<br />

1. Voer de incisie uit en prik de ader aan volgens het gevestigde protocol<br />

2. Voer de schuin afgesneden zijde van het venenhaakje in door de incisie en schuif<br />

het in de ader.<br />

3. Stabiliseer het venenhaakje. Schuif de katheter onder het venenhaakje in de ader<br />

(Figuur 2: A - Venenhaakje, B – Katheter, C. Ader).<br />

4. Verwijder het venenhaakje.<br />

5. Schuif de katheter (zigzaguiteinde voor dubbellumen systemen; tapse einde<br />

voor polyurethaan katheters) langzaam en met kleine stappen naar de gewenste<br />

locatie.<br />

6. Een veneuze katheter kan bij de venotomie gehecht worden volgens de chirurgische<br />

standaardprocedures en de beslissing van de clinicus. Vermijd in de ader te<br />

snijden of de ader te occluderen als u de ligatuur plaatst.<br />

7. Controleer door fl uoroscopie of radiografi e of het distale uiteinde van de katheter<br />

zich op de gewenste locatie bevindt.<br />

8. Bij ongeassembleerde systemen schuift u de katheter van de locatie van de<br />

venotomie door naar de locatie van de poortholte.<br />

Ga verder met De poortlocatie prepareren.<br />

D. Plaatsing van arteriële katheter (alleen<br />

arteriële systemen)<br />

1. Pas de standaard chirurgische procedure toe en isoleer de slagader bestemd voor<br />

katheterinsertie.<br />

2. Ligeer de slagader distaal van de voorgenomen plaats van katheter insertie.<br />

3. Breng een vasculaire klem aan op de slagader, proximaal van de voorgenomen<br />

plaats van inbreng.<br />

4. Snijd de katheter op de gewenste lengte af; zorg daarbij dat er tenminste één<br />

hechtpunt op de katheter blijft .<br />

5. Spoelt u de katheter met een heparine-oplossing (10 tot 100 IU/ml) met een<br />

stompe naald en een 10-ml spuit of groter en klem de katheter dicht aan het<br />

uiteinde dat op de poort zal worden aangesloten.<br />

6. Maak een kleine insnijding in de slagader tussen de distale ligatuur en de vasculaire<br />

klem en breng de katheter in. Zorg ervoor dat het hechtpunt zich geheel in<br />

de slagader bevindt en palpeer om te controleren of de tip van de katheter zich<br />

op de juiste plaats bevindt.<br />

7. Maak de katheter in de slagader vast met een permanente ligatuur aangebracht<br />

rondom de slagader/katheter op een plaats proximaal van het hechtpunt. Zorg<br />

dat u de slagader en/of de katheter niet afsnijdt of afsluit wanneer u de ligatuur<br />

aanbrengt. (Figuur 3: A – Gewone leverslagader, B – Gastroduodenale slagader,<br />

C – Distale ligatuur D – Inbrengplaats katheter, E – Ligatuur om katheter vast<br />

te zetten, F – Hechtpunt, G – Rechter maagslagader).<br />

8. Verwijder de vasculaire klem.<br />

9. “Tunnel” de katheter van de plaats van inbreng tot de portaalloge.<br />

Ga verder met De poortlocatie prepareren.<br />

V. DE POORTLOCATIE<br />

PREPAREREN<br />

A. Een subcutane holte prepareren<br />

1. Bepaal de plaats voor de poort boven een benig uitsteeksel en maak een onderhuidse<br />

holte voor de poort.<br />

OPMERKING: Prepareer de holte zodat de poort zich niet direct onder de<br />

incisie bevindt. Plaats de poort zodat de uitvoerbuis zich richt naar de invoerlocatie<br />

in de ader en er geen lus in de katheter ontstaat (Figuur 4).<br />

2. Plaats de poort ongeveer 0,5 tot 1,0 cm onder het huidoppervlak, afh ankelijk van<br />

de anatomie van de patiënt en de locatie van de poort. Een te diep<br />

geplaatste poort kan moeilijk te palperen en aan te prikken zijn. De poort moet<br />

stabiel over een spier liggen zodat deze zich niet verplaatst na plaatsing.<br />

3. Plaats de poort in de onderhuidse holte om te bepalen of de holte past.<br />

B. Katheter/poort assemblage<br />

OPMERKING: Als de katheter van een voorgeassembleerd systeem ontkoppeld<br />

is, mag het systeem niet gebruikt worden.<br />

WAARSCHUWING: GEBRUIK GEEN INSTRUMENTEN OM DE CONNECTOR TE HELPEN<br />

ZETTEN. Gebruik geen forceps of INSTRUMENTEN MET TANDEN OF SCHERPE RANDEN om<br />

de katheter aan de poort te bevestigen, aangezien dit de katheter kan beschadigen.<br />

OPMERKING: Het is aan te bevelen vooraf eens te oefenen in het aansluiten van<br />

de katheter op de poort.<br />

B.1 ULTRA-LOCK®-aansluiting<br />

Als u de katheter van de poort loskoppelt moet u ongeveer 6 mm van de katheter<br />

afsnijden voordat u deze opnieuw aan de poort kunt koppelen.<br />

1. Prik het septum aan met een niet-borende PORT-A-CATH® invoernaald, en<br />

spoel de poortkamer met een spuit van 10-ml of groter met een heparine-oplossing<br />

(10 tot 100 IU/ml). Houd de uitvoerbuis verticaal om alle lucht uit de kamer te<br />

verwijderen.<br />

2. Snijd de katheter op de vereiste lengte, verwijder het afgeklemde gedeelte. Laat<br />

voldoende speling op de katheter opdat de patiënt normaal zou kunnen bewegen<br />

en de poort juist geplaatst kan worden.<br />

3. Schuif de ULTRA-LOCK® connector terug naar de poortbehuizing om de bol op<br />

de uitvoerbuis bloot te leggen. Schuif de katheter op de uitvoer buis van de poort<br />

terwijl u de poort rechtop houdt, zodat deze gevuld blijft met heparine-oplossing<br />

( Figuur 5). Vermijd de katheter te verdraaien of te rekken wanneer u hem op de<br />

poort aansluit.<br />

4. Leg de katheter en de poort horizontaal . Schuif de katheter volledig over de<br />

uitvoerbuis van de poort en in de connector (Figuur 6).<br />

Het uiteinde van de katheter moet voorbij de gaten in de connector geschoven<br />

worden tot het contact maakt met de poortbehuizing of daar zo dicht mogelijk<br />

bij ligt. De locatie van de gaten kan volgens het product variëren (Figuur Figuur 7). 7<br />

5. Schuif de connector weg van de poortbehuizing totdat deze zich naast het<br />

29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!