2004/I - Larcier
2004/I - Larcier
2004/I - Larcier
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1° Indicator 6.1.1: Het beheerplan komt tot stand na het<br />
afwerken van de logische fasen van een planningscyclus:<br />
inventarisatie, analyse van de situatie, formuleren<br />
van beheersdoelstellingen, het programmeren van de<br />
maatregelen, controle en bijsturing.<br />
2° Indicator 6.1.2: De bosbeheerder beschrijft in het beheerplan<br />
alle nodige maatregelen die een toetsing van<br />
deze criteria voor duurzaam bosbeheer mogelijk moeten<br />
maken. De graad van detaillering is afhankelijk van de<br />
aard van de geplande werkzaamheden.<br />
3° Indicator 6.1.3: De bosbeheerder zoekt bij het opstellen<br />
van het bosbeheerplan actief naar samenwerkingsverbanden<br />
met verschillende betrokken partijen die bijvoorbeeld<br />
gegevens kunnen leveren die dienstig zijn<br />
voor het beheer van het bos.<br />
4° Indicator 6.1.4: De bosbeheerder geeft in het beheerplan<br />
weer hoe de eventuele opmerkingen en suggesties<br />
van betrokkenen doorwerken naar de uiteindelijke beheersdoelstellingen.<br />
5° Indicator 6.1.5: Goedgekeurde beheersplannen liggen<br />
ter inzage bij het Bosbeheer.<br />
6° Indicator 6.1.6: Het beheerplan is geldig voor 20 jaar<br />
en blijft verbonden aan het bos. Het kan tussentijds herzien<br />
worden. De herziening houdt rekening met de resultaten<br />
van de controle en monitoring, met de nieuwe<br />
wetenschappelijke gegevens en technieken en met de<br />
gewijzigde sociale, economische of milieu-omstandigheden.<br />
De argumenten voor herziening worden duidelijk<br />
opgenomen in het eerste deel van de planningscyclus.<br />
Criterium 6.2: De bosbeheerder volgt de effecten van het<br />
beheer en gebruik van zijn bosbezit en gebruikt die gegevens<br />
voor aanpassingen in het beheer of de tussentijdse<br />
herziening van zijn beheerplan.<br />
1° Indicator 6.2.1: Overeenkomstig de schaal en intensiteit<br />
van de activiteiten in het bos worden de relevante<br />
ecologische, economische en sociale effecten nagegaan<br />
en geëvalueerd en wordt de bedrijfsvoering zo nodig<br />
aangepast.<br />
De verzameling van gegevens is inhoudelijk afgestemd<br />
op het beheerplan en de inspanningen staan in redelijke<br />
verhouding tot de bedrijfsgrootte.<br />
Criterium 6.3: De bosbeheerder controleert en documenteert<br />
de houtwinning, de exploitatie en verkoop van<br />
hout en andere bosproducten en kan hiervoor een beroep<br />
doen op de bosgroep.<br />
1° Indicator 6.3.1: De bosbeheerder hanteert duidelijke<br />
richtlijnen voor exploitatieactiviteiten en transport binnen<br />
zijn bos ter bescherming van mens, natuur en milieu<br />
en hij controleert de uitvoering ervan in de praktijk.<br />
Deze richtlijnen geven inzicht in de beperkingen die gesteld<br />
(kunnen) worden aan exploitatie en transport, ook<br />
in het geval van uitbesteding en eventuele schaderegeling.<br />
2° Indicator 6.3.2: De bosbeheerder heeft de oogst en<br />
verkoop van hout zodanig gedocumenteerd dat de producten<br />
gevolgd kunnen worden van het bos tot aan het<br />
eerste verkooppunt of tot aan de bosweg indien verkoop<br />
op stam plaatsvindt.<br />
Blz: 298 (Aanv. 71) – B. Vl. Reg. 27 juni 2003 «Beheersplannen»<br />
B. Vl. Reg. 27 juni 2003 betreffende de<br />
beheersplannen van bossen (B.S.,<br />
10 september 2003)<br />
HOOFDSTUK I<br />
ALGEMENE BEPALINGEN<br />
Art. 1. In dit besluit wordt verstaan onder:<br />
1° het decreet: het Bosdecreet van 13 juni 1990;<br />
2° het VEN: het Vlaams Ecologisch Netwerk, bedoeld<br />
in het decreet van 21 oktober 1997 betreffende<br />
het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;<br />
3° het Comité: het comité van beroep, bedoeld in<br />
artikel 43 van het Bosdecreet;<br />
4° vogelrichtlijngebied:<br />
a) elk gebied dat door de Vlaamse Regering definitief<br />
is vastgesteld in de zin van artikel 36bis, § 6,<br />
van het Decreet Natuurbehoud en waarvan het<br />
definitief vaststellingsbesluit krachtens<br />
artikel 36bis, § 7, laatste lid, van hetzelfde decreet<br />
tevens het aanwijzingsbesluit vormt zoals bedoeld<br />
in artikel 36bis, § 9, van dat decreet;<br />
b) elke in artikel 36bis, § 13, van het Decreet Natuurbehoud<br />
bedoelde zone, of elk daarin bedoeld<br />
onderdeel van een zone, van het besluit van de<br />
Vlaamse Regering van 17 oktober 1988 tot aanwijzing<br />
van speciale beschermingszones in de zin<br />
van artikel 4 van de Vogelrichtlijn;<br />
c) elk in artikel 75 van het Decreet Natuurbehoud<br />
bedoeld gedeelte van een in artikel 1, § 3, van het<br />
besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober<br />
1988 bedoelde zone;<br />
5° habitatrichtlijngebied:<br />
a) elk gebied dat door de Vlaamse Regering in uitvoering<br />
van artikel 36bis, § 9, van het Decreet Natuurbehoud<br />
is aangewezen als speciale beschermingszone<br />
nadat de Europese Commissie het van<br />
communautair belang heeft verklaard;<br />
b) elk gebied dat in aanmerking komt als speciale<br />
beschermingszone en door de Vlaamse Regering<br />
definitief is vastgesteld in de zin van artikel 36bis,<br />
§ 6 of § 12, van het Decreet Natuurbehoud;<br />
6° boscomplex: fysisch en geografisch samenhangend<br />
geheel van bospercelen;<br />
7° landschapsdecreet: het decreet van 16 april<br />
1996 betreffende de landschapszorg;<br />
8° de minister: de Vlaamse Minister bevoegd voor<br />
de landinrichting en het natuurbehoud.<br />
Art. 2. Dit besluit is van toepassing op de beheersplannen<br />
van alle bossen, met uitzondering van<br />
de beheersplannen, bedoeld in artikel 25 en 47<br />
van het decreet.<br />
HOOFDSTUK II<br />
VORM EN INHOUD VAN HET<br />
BEHEERPLAN<br />
Art. 3. § 1. Het beheerplan van een openbaar bos<br />
en het beheerplan van een privé-bos gelegen in<br />
het VEN, bevatten de gegevens, vermeld in<br />
bijlage I. Deze beheersplannen moeten worden<br />
opgesteld met inachtneming van het besluit van<br />
de Vlaamse Regering van 27 juni 2003 tot vaststelling<br />
van de criteria voor duurzaam bosbeheer<br />
voor bossen gelegen in het Vlaamse Gewest.<br />
BOS – Vlaanderen<br />
B. Vl. Reg. 27 juni 2003 «Beheersplannen»<br />
§ 2. Een beheerplan van een openbaar bos, gelegen<br />
in het VEN, in vogelrichtlijngebied of in habitatrichtlijngebied,<br />
vervalt uiterlijk 2 jaar na het<br />
van kracht zijn van het natuurrichtplan, zoals bedoeld<br />
in artikel 48 van het Decreet Natuurbehoud.<br />
Binnen die periode van twee jaar moet een<br />
nieuw beheerplan ingediend worden dat rekening<br />
houdt met de bepalingen van het natuurrichtplan.<br />
Art. 4. § 1. Het beheerplan van een privé-bos,<br />
niet gelegen in het VEN, bevat de gegevens, vermeld<br />
in bijlage II.<br />
De opsteller van het beheerplan maakt hiervoor<br />
gebruik van de formulieren, opgenomen in<br />
bijlage III.<br />
§ 2. De beheerder van een privé-bos, niet gelegen<br />
in het VEN, kan op vrijwillige basis een beheerplan<br />
opstellen dat de gegevens bevat, vermeld in<br />
bijlage I. Dat beheerplan moet worden opgesteld<br />
met inachtneming van het Besluit van de Vlaamse<br />
Regering van 27 juni 2003 tot vaststelling van de<br />
criteria voor duurzaam bosbeheer voor bossen gelegen<br />
in het Vlaamse Gewest.<br />
Art. 5. Een of meer beheerders van privé-bossen<br />
en/of een of meer openbare boseigenaars kunnen<br />
een gezamenlijk beheerplan indienen. Het gezamenlijk<br />
beheerplan heeft betrekking op bossen<br />
die behoren tot één zelfde boscomplex.<br />
Het gezamenlijk beheerplan wordt ingediend<br />
door de gevolmachtigde. De gevolmachtigde<br />
voegt aan het beheerplan een geschreven volmacht<br />
of een verklaring op erewoord toe dat hij<br />
gevolmachtigd is om het ontwerp-beheerplan in<br />
te dienen. Alle correspondentie in verband met<br />
het beheerplan gebeurt via de gevolmachtigde.<br />
Wanneer een andere gevolmachtigde wordt aangesteld,<br />
wordt dat gemeld aan het Bosbeheer.<br />
Het gezamenlijk beheerplan bevat de gegevens,<br />
vermeld in bijlage II. Hiervoor wordt gebruikgemaakt<br />
van de formulieren, opgenomen in<br />
bijlage III.<br />
Wanneer één van de bossen waarvoor een gezamenlijk<br />
beheerplan wordt opgemaakt, een openbaar<br />
bos is of een privé-bos gelegen in het VEN,<br />
moet het volledige gezamenlijke beheerplan worden<br />
opgesteld overeenkomstig artikel 3, § 1.<br />
Art. 6. § 1. Elk beheerplan heeft in de regel een<br />
looptijd van 20 jaar.<br />
§ 2. Voor een beheerplan van een privé-bos met<br />
de gegevens, vermeld in bijlage II, dat goedgekeurd<br />
werd met toepassing van dit besluit vóór de<br />
afbakening van het VEN en dat met de afbakening<br />
in het VEN komt te liggen, vervalt het beheerplan<br />
twee jaar na de datum van de afbakening van het<br />
VEN. Binnen die periode van twee jaar moet een<br />
nieuw beheerplan ingediend worden dat minstens<br />
de gegevens bevat uit bijlage I.<br />
220 Deel VII Editie <strong>2004</strong>/I (1 januari <strong>2004</strong>) – © <strong>Larcier</strong>