03.05.2013 Views

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ven, bedoeld in het tweede lid, ter kennisgeving<br />

aan de bevoegde burgemeester alsmede aan de<br />

instanties genoemd in c), derde lid;<br />

2° wanneer de bevoegde overheid de bestendige<br />

deputatie van de provincieraad is: artikel 35, 3°,<br />

4°, 5° en 6°, met dien verstande dat de behandelingstermijn<br />

aanvangt op de datum van verzending<br />

van het in § 1 bedoelde verzoek in plaats van<br />

op de datum van verklaring tot ontvankelijkheid<br />

en volledigheid van de vergunningsaanvraag;<br />

3° wanneer de bevoegde overheid het college van<br />

burgemeester en schepenen is: artikel 36, 3°, 4°,<br />

5° en 6°, met dien verstande dat de behandelingstermijn<br />

aanvangt op de datum van verzending<br />

van het in § 1 bedoelde verzoek in plaats van op de<br />

datum van verklaring tot ontvankelijkheid en volledigheid<br />

van de vergunningsaanvraag.]<br />

Wanneer het in § 1 bedoelde verzoek niet uitgaat<br />

van de exploitant, wordt deze laatste door de in<br />

§ 1 bedoelde overheid hiervan per ter post aangetekende<br />

zending in kennis gesteld binnen een termijn<br />

van tien kalenderdagen na ontvangst van het<br />

verzoek.<br />

§5. Wanneer de in §1 bedoelde beslissing ambtshalve<br />

wordt genomen, wordt deze bekendgemaakt<br />

overeenkomstig, naargelang de inrichting,<br />

de bepalingen van [artikel 45, § 4, 1°, c)], van<br />

artikel 35, 5° of van artikel 36, 5°.<br />

§ 6. Indien na aanmaning door de Vlaamse minister<br />

de bevoegde overheid niet of onvolkomen optreedt,<br />

of indien er ernstig gevaar dreigt voor de<br />

mens en het leefmilieu, kan de Vlaamse minister<br />

de vergunningsvoorwaarden ambtshalve wijzigen<br />

of aanvullen.<br />

Deze beslissing wordt bekendgemaakt overeenkomstig<br />

de bepalingen van § 5.<br />

– § 1 vervangen bij art. 43 B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S.,<br />

11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />

– § 2 vervangen bij art. 44 B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S.,<br />

11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />

–§3, 4°, gewijzigd bij art. 45, 1°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S.,<br />

11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />

– § 4, lid 1, vervangen bij art. 45, 2°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999,<br />

B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />

– § 5 gewijzigd bij art. 45, 3°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S.,<br />

11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />

– De bepaling vervat in artikel 45, § 4, tweede lid, heeft tot doel<br />

de exploitant erover in te lichten dat een verzoek tot aanvulling<br />

of wijziging van de vergunningsvoorwaarden werd ingediend en<br />

hem de elementen en argumenten ter staving van dat verzoek<br />

mede te delen, opdat hij zijn standpunt dienaangaande met kennis<br />

van zaken zou kunnen verdedigen (R.v.St., schorsingsarrest<br />

nr. 90.532, 26 oktober 2000, NV De Coninck Algemeen Aannemingsbedrijf).<br />

HOOFDSTUK XII<br />

VERVAL, SCHORSING EN OPHEFFING<br />

VAN DE VERGUNNING<br />

Art. 46. De in artikel 5 bedoelde milieuvergunning<br />

vervalt van rechtswege voor de inrichting die<br />

of voor het gedeelte van de inrichting dat:<br />

1° niet is in gebruik genomen binnen de overeenkomstig<br />

artikel 30 vastgestelde termijn van ingebruikname;<br />

2° vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt<br />

ten gevolge van de exploitatie van de inrichting;<br />

3° gedurende twee opeenvolgende jaren niet<br />

werd geëxploiteerd;<br />

[4° niet verder wordt geëxploiteerd overeenkomstig<br />

de voorwaarden en regels, bedoeld in het decreet<br />

van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige,<br />

volledige en definitieve stopzetting van de<br />

productie van alle dierlijke mest, afkomstig van<br />

een of meerdere diersoorten, en zijn uitvoeringsbesluiten.]<br />

–4° toegevoegd bij art. 12 B. Vl. Reg. 20 april 2001, B.S., 28 april<br />

2001, inwerkingtreding: 1 mei 2001 (art. 15)<br />

– Zie B. Vl. Reg. 20 april 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige<br />

en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke<br />

mest, afkomstig van varkens, B.S., 28 april 2001, inwerkingtreding:<br />

1 mei 2001 (art. 15)<br />

Art. 47. § 1. [Als de exploitant de bepalingen van<br />

het decreet en zijn uitvoeringsbesluiten alsmede<br />

de geldende vergunningsvoorwaarden niet naleeft,<br />

kan de bevoegde overheid bij gemotiveerde<br />

beslissing de milieuvergunning volledig of gedeeltelijk<br />

schorsen of opheffen.<br />

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder bevoegde<br />

overheid verstaan de overheid die in eerste<br />

aanleg bevoegd is, tenzij een hogere overheid een<br />

of meer van de lopende vergunningen heeft verleend<br />

of de vergunningsvoorwaarden ervan heeft<br />

gewijzigd. In dat geval is deze hogere overheid bevoegd.]<br />

§ 2. De in § 1 bedoelde beslissing wordt getroffen<br />

op de volgende wijze:<br />

1° de in § 1 vermelde overheid vraagt het advies<br />

van de overeenkomstig artikel 58 met het toezicht<br />

gelaste ambtenaren alsmede, indien deze bevoegde<br />

overheid niet het College van Burgemeester en<br />

Schepenen van de gemeente waarin de exploitatie<br />

gebeurt, over het voornemen de milieuvergunning<br />

volledig of gedeeltelijk te schorsen of op te<br />

heffen;<br />

2° binnen een termijn van zestig kalenderdagen<br />

na verzending van de in sub 1° vermelde adviesaanvraag<br />

verlenen de in sub 1 bedoelde ambtenaren<br />

en in voorkomend geval, de burgemeester, het<br />

gevraagde advies, samen met een voor eensluidend<br />

verklaard afschrift van het (de) door hen proces(sen)-verbaal<br />

van vaststelling van de overtredingen;<br />

indien dit advies niet binnen de gestelde<br />

termijn is uitgebracht, worden de ambtenaren en,<br />

in voorkomend geval, de burgemeester geacht de<br />

voorgenomen maatregel tot schorsing of opheffing<br />

bij te treden;<br />

deze ambtenaren en, in voorkomend geval, de<br />

burgemeester kunnen op eigen initiatief aan de<br />

bevoegde overheid voorstellen doen om de vergunning<br />

volledig of gedeeltelijk te schorsen of op<br />

te heffen; in dat geval dient het voorstel tot schorsing<br />

of opheffing gemotiveerd en vergezeld van<br />

een voor eensluidend verklaard afschrift van het<br />

(de) door het opgestelde proces(sen)-verbaal van<br />

vaststelling van de overtredingen;<br />

3° de in § 1 vermelde overheid kan na de in het<br />

eerste lid van sub 2° bedoelde termijn of op basis<br />

MILIEUVERGUNNING – Vlaanderen<br />

B. Vl. Ex. 6 februari 1991 «Vlarem I»<br />

van het in het tweede lid van sub 2° bedoelde<br />

voorstel een beslissing tot volledige of gedeeltelijke<br />

schorsing of opheffing van de vergunning op<br />

gemotiveerde wijze treffen;<br />

4° de in sub 3° bedoelde beslissing wordt bekendgemaakt<br />

overeenkomstig naargelang de inrichting,<br />

of de bepalingen van [artikel 45, § 4, 1°, c)],<br />

artikel 35, 5° of artikel 36, 5°.<br />

– § 1 vervangen bij art. 46, 1°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S.,<br />

11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />

–§2, 4°, gewijzigd bij art. 46, 2°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S.,<br />

11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />

Art. 48. Indien de bevoegde overheid in het geval<br />

bedoeld in artikel 47, § 1 niet of onvolkomen<br />

optreedt, kan de Vlaamse minister bij gemotiveerd<br />

besluit te allen tijde, welke ook de klasse van<br />

de inrichting is, de vergunning volledig of gedeeltelijk<br />

schorsen of opheffen.<br />

HOOFDSTUK XIII<br />

[BEROEPEN]<br />

Opschrift laatst vervangen bij art. 3 B. Vl. Reg. 15 juni 1999, B.S.,<br />

4 september 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 15)<br />

Afdeling I<br />

[Beroepen tegen in eerste aanleg door het<br />

college van burgemeester en schepenen<br />

genomen beslissingen over<br />

milieuvergunningsaanvragen en gedane<br />

aktenamen van mededelingen kleine<br />

veranderingen]<br />

Opschrift vervangen bij art. 4 B. Vl. Reg. 15 juni 1999, B.S.,<br />

4 september 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 15)<br />

Art. 49. § 1. [Tegen elke beslissing van het college<br />

van burgemeester en schepenen over een vergunningsaanvraag<br />

als bedoeld in artikel 6, § 1, 2°,<br />

en tegen een door hetzelfde college gedane aktename<br />

als bedoeld in artikel 6quater, § 4] kan beroep<br />

worden ingediend bij de Bestendige Deputatie<br />

van de provincieraad, door:<br />

1° de aanvrager van de vergunning of de exploitant;<br />

2° de gouverneur van de provincie waar de percelen<br />

van de inrichting gelegen zijn;<br />

3° de adviesverlenende overheidsorganen die<br />

overeenkomstig artikel 20, § 1 [adviesbevoegdheid<br />

hebben over de inrichting];<br />

4° elke natuurlijke en rechtspersoon die tengevolge<br />

van de vestiging en de exploitatie van de inrichting<br />

rechtstreeks hinder kan ondervinden, alsook<br />

elke rechtspersoon die zich de bescherming tot<br />

doel heeft gesteld van het leefmilieu dat door deze<br />

hinder kan worden getroffen.<br />

§ 2. Het in § 1 bedoeld beroep dient bij de Bestendige<br />

Deputatie van de provincieraad ingediend bij<br />

ter post aangetekend schrijven binnen een termijn<br />

van dertig kalenderdagen:<br />

1° voor de in § 1, 1°, 2°, 3° vermelde personen en<br />

overheden, na de dag van verzending of afgifte<br />

van het voor eensluidend verklaard afschrift van<br />

Editie <strong>2004</strong>/I (1 januari <strong>2004</strong>) – © <strong>Larcier</strong> Deel VII 343

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!