2004/I - Larcier
2004/I - Larcier
2004/I - Larcier
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
d) uiterlijk tien kalenderdagen voor het verstrijken<br />
van de vergunning op proef, doet de Vlaamse minister<br />
een uitspraak over de definitieve vergunning;<br />
e) de beslissing, bedoeld in d), wordt bekendgemaakt<br />
overeenkomstig artikel 52, 4°;<br />
f) met betrekking tot de stilzwijgende vergunning<br />
gelden de bepalingen van artikel 52, 5°, met dien<br />
verstande dat de vergunning geacht wordt definitief<br />
te zijn als geen uitspraak werd gedaan voor<br />
het verstrijken van de termijn van de vergunning<br />
op proef; in dat geval is de termijn van de proefvergunning<br />
begrepen in de stilzwijgende vergunningstermijn<br />
en gelden de milieuvoorwaarden<br />
opgelegd in de proefvergunning;<br />
2° wanneer de bestendige deputatie van de provincieraad<br />
de vergunning op proef heeft verleend:<br />
a) uiterlijk vier maanden vóór het verstrijken van<br />
de termijn van de vergunning op proef vraagt de<br />
bestendige deputatie of de door haar daartoe gemachtigde<br />
provinciale ambtenaar aan de overeenkomstig<br />
artikel 58 met het toezicht belaste<br />
ambtenaren een evaluatieverslag met betrekking<br />
tot de inrichting; dit verslag wordt binnen een termijn<br />
van dertig dagen aan de provinciale milieuvergunningscommissie<br />
bezorgd;<br />
b) de bestendige deputatie van de provincieraad<br />
of de door haar daartoe gemachtigde provinciale<br />
ambtenaar verzoekt, uiterlijk vier maanden voor<br />
het verstrijken van de termijn van de vergunning<br />
op proef, het college van burgemeester en schepenen<br />
alsmede de provinciale milieuvergunningscommissie,<br />
bedoeld in artikel 22, om advies;<br />
c) de overheidsorganen die overeenkomstig<br />
artikel 20 advies dienen te verlenen alsmede de in<br />
artikel 22 bedoelde provinciale milieuvergunningscommissie,<br />
brengen hun advies uit overeenkomstig<br />
de bepalingen van de hoofdstukken VI en<br />
VII met dien verstande dat de provinciale milieuvergunningscommissie<br />
advies dient te verlenen<br />
uiterlijk dertig kalenderdagen vóór het verstrijken<br />
van de vergunning op proef;<br />
de voorzitter en de secretaris van voornoemde<br />
commissie zorgen voor de uitvoering van de hen<br />
door artikelen 23 en 24 toebedeelde opdrachten;<br />
d) het college van burgemeester en schepenen<br />
van de gemeente waarin de exploitatie gebeurt,<br />
brengt zijn advies uit binnen dertig kalenderdagen<br />
na ontvangst van het verzoek om advies; de<br />
burgemeester stuurt het advies binnen een termijn<br />
van tien kalenderdagen na de datum waarop<br />
dit advies door het college van burgemeester en<br />
schepenen werd uitgebracht, aan de in artikel 22<br />
bedoelde provinciale milieuvergunningscommissie;<br />
e) uiterlijk tien kalenderdagen voor het verstrijken<br />
van de vergunning op proef, doet de bestendige<br />
deputatie van de provincie uitspraak;<br />
f) de beslissing, bedoeld in e), wordt bekendgemaakt<br />
overeenkomstig artikel 50, 4°;<br />
g) met betrekking tot de stilzwijgende vergunning<br />
gelden de bepalingen van artikel 50, 5°, met dien<br />
verstande dat de vergunning geacht wordt definitief<br />
te zijn als geen uitspraak werd gedaan voor<br />
het verstrijken van de termijn van de vergunning<br />
op proef; in dat geval is de termijn van de proefvergunning<br />
begrepen in de stilzwijgende vergunningstermijn<br />
en gelden de milieuvoorwaarden<br />
opgelegd in de proefvergunning.]<br />
– Ingevoegd bij art. 54 B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S., 11 maart<br />
1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />
Art. 54. § 1. Tegen een beslissing van het College<br />
van Burgemeester en Schepenen, waarbij de<br />
vergunningsvoorwaarden overeenkomstig de bepalingen<br />
van artikel 45 werden gewijzigd of aangevuld,<br />
kan beroep worden aangetekend bij de<br />
Bestendige Deputatie van de provincieraad, door<br />
de personen en instanties vermeld in artikel 49,<br />
§1.<br />
Tegen een beslissing van de Bestendige Deputatie<br />
van de provincieraad, waarbij de vergunningsvoorwaarden<br />
overeenkomstig de bepalingen van<br />
artikel 45 in eerste aanleg werden gewijzigd of<br />
aangevuld, kan beroep worden aangetekend bij<br />
de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de<br />
Vlaamse minister, door de personen en instanties<br />
vermeld in artikel 49, § 1 alsmede door het College<br />
van Burgemeester en Schepenen van de gemeente<br />
waarin de inrichting is gelegen.<br />
§ 2. Het in § 1 bedoelde beroep dient bij de bevoegde<br />
overheid ingediend bij ter post aangetekend<br />
schrijven binnen een termijn van tien kalenderdagen:<br />
1° voor de in artikel 49, § 1, 1° en 3° vermelde personen<br />
en instanties, na de dag van verzending of<br />
afgifte van het voor eensluidend verklaard afschrift<br />
van de beslissing overeenkomstig het bepaalde<br />
in artikel 45, § 4 en 5;<br />
2° voor de in artikel 49, § 1, 2° vermelde gouverneur<br />
van de provincie:<br />
– na de dag dat de bestreden beslissing werd getroffen,<br />
wanneer deze laatste voor de Bestendige<br />
Deputatie van de provincieraad is genomen;<br />
– na de dag van de verzending of afgifte van het<br />
voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing,<br />
wanneer deze laatste door het College van<br />
Burgemeester en Schepenen is genomen;<br />
3° voor het College van Burgemeester en Schepenen:<br />
– na de dag van de verzending of afgifte van het<br />
voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing,<br />
genomen door de Bestendige Deputatie van<br />
de provincieraad;<br />
4° voor de in artikel 49, § 1, 4° vermelde personen,<br />
na de dag tot de in artikel 31 bedoelde aanplakking<br />
van de bekendmaking is overgegaan;<br />
5° indien het beroep betrekking heeft op een stilzwijgende<br />
weigering tot wijziging of aanvulling<br />
van de opgelegde voorwaarden, na de dag van de<br />
stilzwijgende weigering.<br />
Bij het beroepschrift dient gevoegd een voor eensluidend<br />
verklaard afschrift van het artikel 31, § 3<br />
of artikel 31, § 4 bedoelde attest, behoudens wan-<br />
MILIEUVERGUNNING – Vlaanderen<br />
B. Vl. Ex. 6 februari 1991 «Vlarem I»<br />
neer het beroep betrekking heeft op een stilzwijgende<br />
weigering; in dit laatste geval dient een<br />
voor eensluidend verklaard afschrift bijgevoegd<br />
van het bewijs van de per post aangetekende zending<br />
of van de afgifte van de aanvraag tot wijziging<br />
of aanvulling van de milieuvergunningsvoorwaarden.<br />
§ 3. Het in § 1 bedoelde beroep schorst de bestreden<br />
beslissing ongeacht de persoon of instantie<br />
die het beroep indient.<br />
§ 4. Het in § 1 bedoelde beroep wordt bekendgemaakt<br />
en behandeld als volgt:<br />
1° Onderzoek ontvankelijkheid:<br />
dit onderzoek geschiedt overeenkomstig de bepalingen<br />
van artikel 50, 1°, wanneer de bestreden<br />
beslissing door het College van Burgemeester en<br />
Schepenen is getroffen respectievelijk van<br />
artikel 52, 1°, wanneer de bestreden beslissing<br />
door de Bestendige Deputatie van de provincieraad<br />
is getroffen;<br />
2° Adviesverlening:<br />
a) de bevoegde overheid of de respectieve gemachtigde<br />
ambtenaar zendt op de dag van de verzending<br />
van het in artikel 50, 1°, c) en artikel 52,<br />
1°, c) bedoelde schrijven, een voor eensluidend<br />
verklaard afschrift van het ontvankelijk bevonden<br />
beroep aan de adviesverlenende overheidsorganen<br />
die overeenkomstig artikel 20 advies dienen<br />
te verlenen met verzoek om advies;<br />
b) de in sub a) vermelde adviesverlenende overheidsorganen<br />
brengen in dit geval hun advies uit<br />
binnen een termijn van tien kalenderdagen na<br />
ontvangst van het dossier;<br />
3° Uitspraak:<br />
binnen een termijn van twee maanden te rekenen<br />
vanaf de datum van ontvangst van het beroep<br />
door de bevoegde overheid, doet deze laatste uitspraak<br />
over het beroep;<br />
4° Bekendmaking:<br />
deze geschiedt overeenkomstig de bepalingen<br />
van artikel 50, 4° wanneer de uitspraak over het<br />
beroep over de Bestendige Deputatie van de provincieraad<br />
is genomen of van artikel 52, 4° wanneer<br />
de uitspraak over het beroep door de Vlaamse<br />
minister is genomen.<br />
Art. 55. § 1. Tegen een beslissing getroffen overeenkomstig<br />
de bepalingen van artikel 47 door het<br />
College van Burgemeester en Schepenen of door<br />
de Bestendige Deputatie van de provincieraad kan<br />
door de exploitant beroep bij de Vlaamse Regering,<br />
vertegenwoordigd door de Vlaamse minister,<br />
worden ingediend.<br />
§2. Het in §1 bedoelde beroep dient bij de Vlaamse<br />
Regering, vertegenwoordigd door de Vlaamse<br />
minister, ingediend bij ter post aangetekende zending<br />
binnen een termijn van tien kalenderdagen<br />
na de dag van de verzending of afgifte van het<br />
voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing<br />
overeenkomstig artikel 47.<br />
348 Deel VII Editie <strong>2004</strong>/I (1 januari <strong>2004</strong>) – © <strong>Larcier</strong>