03.05.2013 Views

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

7° de criteria bepaald in artikel 36, § 2, van het decreet<br />

en die welke met toepassing van artikel 36,<br />

§ 3, van het decreet worden vastgesteld;<br />

8° de afstemming op de visie ontwikkeld in het kader<br />

van een ingesteld natuurinrichtingsproject;<br />

9° de afstemming op goedgekeurde natuurrichtplannen.<br />

§ 6. Bij de erkenning als natuurreservaat keurt de<br />

minister het beheerplan goed, met inbegrip van:<br />

1° de uitbreidingszone;<br />

2° de ontheffingen van de verboden bedoeld in<br />

artikel 35 van het decreet;<br />

3° de afwijkingen van de verbodsbepalingen, de<br />

vergunningplicht en de meldingsplicht bedoeld in<br />

artikelen 7 tot en met 19 van het besluit van de<br />

Vlaamse Regering van 23 juli 1998 tot vaststelling<br />

van nadere regels ter uitvoering van het decreet<br />

van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud<br />

en het natuurlijk milieu.<br />

§ 7. De minister kan maar nieuwe reservaten erkennen<br />

tot een totale oppervlakte die rekening<br />

houdt met de beschikbare begrotingskredieten<br />

voor de subsidiëring van erkende reservaten.<br />

Art. 11. § 1. Voor de uitbreiding van de erkenning<br />

als natuurreservaat dienen de private personen<br />

of de rechtspersonen, andere dan het Gewest<br />

of de Staat, bij aangetekend schrijven een aanvraag<br />

in bij de afdeling tot uitbreiding van de erkenning<br />

als natuurreservaat. De aanvraag voor<br />

uitbreiding moet voldoen aan de structuur en de<br />

inhoud zoals bepaald in bijlage III.<br />

§ 2. De afdeling onderzoekt de aanvraag voor uitbreiding<br />

overeenkomstig artikel 10 § 3, en vraagt<br />

het advies aan de betrokken afdelingen en administraties<br />

overeenkomstig artikel 10 § 4, 2°, 3°, a)<br />

en 4°. Indien deze uitbreiding een grondige wijziging<br />

van de beheersvisie tot gevolg heeft, wordt<br />

ook het advies gevraagd overeenkomstig<br />

artikel 10, § 4, 1° en 3° b).<br />

Deze adviezen worden aan de afdeling overgemaakt<br />

binnen een termijn van 60 kalenderdagen<br />

na ontvangst van het dossier. Bij ontstentenis van<br />

een advies binnen de gestelde termijn wordt het<br />

advies geacht gunstig te zijn.<br />

De afdeling legt de aanvraag met haar advies, samen<br />

met in het voorkomende geval de adviezen<br />

van de Raad, de afdeling Land, de ALT, het Bosbeheer,<br />

de Vlaamse Hoge Bosraad en de administratie<br />

bevoegd voor de Landschappen, binnen een<br />

termijn van 30 dagen, voor aan de minister, die<br />

beslist.<br />

§ 3. De minister beslist over de uitbreiding van de<br />

erkenning op grond van het vastgestelde beheersplan<br />

en het visiegebied van het erkende reservaat.<br />

§ 4. De minister kan maar erkende reservaten uitbreiden<br />

tot een totale oppervlakte die rekening<br />

houdt met de beschikbare begrotingskredieten<br />

voor de subsidiëring van erkende reservaten.<br />

Art. 12. § 1. Voor de hernieuwing van de erkenning<br />

als natuurreservaat, dienen de private personen<br />

of rechtspersonen, andere dan het Gewest of<br />

de Staat, bij aangetekend schrijven een aanvraag<br />

in bij de afdeling tot hernieuwing van de erkenning<br />

als natuurreservaat.<br />

§ 2. De aanvraag voor hernieuwing moet voldoen<br />

aan de structuur en inhoud zoals bepaald in<br />

bijlage III van dit besluit. De aanvraag omvat tevens<br />

een verslag van het resultaat van het tot dan<br />

toe gevoerde beheer en beschrijft en motiveert de<br />

eventueel voorgestelde wijzigingen aan het beheer.<br />

§ 3. De afdeling onderzoekt de hernieuwingsaanvraag<br />

op haar volledigheid overeenkomstig de bepalingen<br />

van artikel 10 § 3.<br />

De hernieuwing verloopt volgens dezelfde procedure<br />

als de eerste erkenning zoals bepaald in<br />

artikel 10 § 4, 1°, 3° en 4°.<br />

§ 4. De afdeling legt de aanvraag samen met haar<br />

advies voor de hernieuwing van de erkenning als<br />

natuurreservaat, samen met in het voorkomende<br />

geval de adviezen van de raad, het bosbeheer, de<br />

Vlaamse Hoge Bosraad en de administratie bevoegd<br />

voor de landschappen, binnen een termijn<br />

van 90 dagen voor aan de minister, die beslist.<br />

§ 5. De minister kan maar erkende reservaten hernieuwen<br />

tot een totale oppervlakte die rekening<br />

houdt met de beschikbare begrotingskredieten<br />

voor de subsidiëring van erkende reservaten.<br />

Art. 13. De minister kan de erkenning als natuurreservaat<br />

intrekken wanneer blijkt:<br />

1° dat de erkenning werd verkregen op grond van<br />

valse verklaringen of documenten;<br />

2° dat het betreffende terrein niet langer voldoet<br />

aan de voorwaarden opgelegd in hoofdstuk III,<br />

afdeling 1.<br />

Afdeling 2<br />

Subsidiëring van de huur, het beheer en<br />

het toezicht, de eerste inrichting, de<br />

monitoring, de uitzonderlijke éénmalige<br />

inrichtingen, de openstelling en het<br />

onthaal in erkende natuurreservaten<br />

voor private personen en<br />

privaatrechtelijke rechtspersonen<br />

Art. 14. Binnen de jaarlijkse beschikbare begrotingskredieten<br />

en volgens de bepalingen van dit<br />

besluit kan de minister aan private personen en<br />

privaatrechtelijke rechtspersonen, een subsidie<br />

toekennen voor de huur, het beheer en het toezicht,<br />

de eerste inrichting, de monitoring, de uitzonderlijke<br />

éénmalige inrichtingen, de openstelling<br />

en het onthaal in erkende natuurreservaten.<br />

Art. 15. § 1. De private personen en privaatrechtelijke<br />

rechtspersonen dienen de aanvraag, voor<br />

de subsidiëring van de huur, het beheer en het<br />

toezicht, de eerste inrichting, de monitoring, de<br />

uitzonderlijke éénmalige inrichtingen, de open-<br />

LANDINRICHTING – NATUURBEHOUD – Vlaanderen<br />

B. Vl. Reg. 27 juni 2003<br />

stelling en het onthaal in een erkend natuurreservaat,<br />

in bij de afdeling.<br />

§2.De aanvraag omvat:<br />

1° de identificatiegegevens van de aanvrager;<br />

2° de identificatie van het of de erkende reserva(a)t(en)<br />

waarvoor de aanvraag wordt ingediend;<br />

3° het adres en het nummer van de rekening<br />

waarop een eventuele subsidie kan worden gestort.<br />

§ 3. De aanvraag voor subsidiëring moet tijdens<br />

de erkenningsperiode niet hernieuwd worden. De<br />

uitvoering gebeurt binnen de ruimte van de jaarlijkse<br />

beschikbare begrotingskredieten.<br />

§ 4. Aanvragen voor de subsidiëring van uitzonderlijke<br />

éénmalige werken en voor de openstelling<br />

kunnen afzonderlijk gebeuren, wanneer de<br />

aanvraag voor subsidiëring van de huur, het beheer<br />

en het toezicht, de eerste inrichting en de<br />

monitoring reeds werd ingediend.<br />

Art. 16. § 1. De subsidie voor de huur van erkende<br />

reservaten bedraagt 60 % van de werkelijke<br />

kosten. Deze subsidies zijn begrensd tot een maximum<br />

100,00 EUR/ha/jaar.<br />

§ 2. Om in aanmerking te komen voor de subsidie<br />

vermeld in dit artikel bedraagt de minimale oppervlakte<br />

van het erkende natuurreservaat 2 ha.<br />

Art. 17. § 1. De forfaitaire basissubsidie voor het<br />

behalen van het natuurstreefbeeld en het toezicht<br />

in erkende reservaten volgens de bepalingen van<br />

dit besluit, bedraagt 50,00 EUR/ha/jaar, ongeacht<br />

het actuele natuurtype dat aanwezig is.<br />

Een aanvullende forfaitaire subsidie varieert volgens:<br />

1° de oppervlakte van de terreinen;<br />

2° het actuele natuurtype voor de terreinen.<br />

Het natuurstreefbeeld van de terreinen wordt bepaald<br />

voor de erkenningsperiode. De actuele natuurtypen<br />

en de streefbeelden worden op kaart<br />

schaal 1/10.000 aangebracht en via een elektronische<br />

informatiedrager aangeleverd.<br />

In het kader van het uitgebreid monitoringsrapport<br />

zoals bedoeld in artikel 19 kan de beheerder<br />

drie jaar na de erkenning van het reservaat een geactualiseerde<br />

actuele natuurtypekaart indienen<br />

waarin de natuurbeheersresultaten zijn opgenomen.<br />

Vervolgens kan om de vijf jaar een aanpassing<br />

van de actuele natuurtypenkaart ingediend<br />

worden.<br />

De afdeling neemt akte van deze melding. In geval<br />

van twijfel legt de afdeling de bijgestelde natuurtypekaart<br />

voor advies voor aan het Instituut voor<br />

Natuurbehoud, waarna ze de nieuwe natuurtypekaart<br />

aanvaardt of weigert.<br />

§ 2. De aanvullende forfaitaire subsidie voor het<br />

behalen van het natuurstreefbeeld en het toezicht<br />

bedraagt 500,00 EUR/ha per jaar voor het volgende<br />

actuele natuurtype dat past in het natuurstreefbeeld:<br />

Editie <strong>2004</strong>/I (1 januari <strong>2004</strong>) – © <strong>Larcier</strong> Deel VII 299

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!