03.05.2013 Views

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

III-3.2.1.1. VH<br />

P<br />

III-3.2.3.1. VH<br />

P<br />

III-3.2.3.2. VH<br />

P<br />

TOTAAL<br />

Zonderaanpassing<br />

Bijlage bij de opmetingstabel: verklaring van<br />

de begrippen<br />

Indeling op basis van de milieuhygiënische eigenschappen<br />

Schone grond A: grond die voldoet aan de achtergrondwaarden<br />

Schone grond B: grond die voldoet aan de R-waarden<br />

Grond waarvoor de R-waarden worden overschreden<br />

Grond die voldoet aan bodemsaneringsnorm<br />

Grond die de bodemsaneringsnorm overschrijdt<br />

Afvoer voor reiniging<br />

Afvoer voor stortplaats: de vermoedelijke hoeveelheid<br />

wordt mede bepaald door het advies van de bevoegde<br />

onpartijdige bodembeheerorganisatie inzake de reinigbaarheid.<br />

Indeling op basis van de bouwtechnische eigenschappen<br />

1° De omschrijving van de bouwtechnische eigenschappen<br />

gebeurt als volgt:<br />

Indien men beschikt over een korrelverdelingsanalyse<br />

en een meting van de plasticiteit worden de bouwtechnische<br />

eigenschappen van de grond ingedeeld volgens<br />

de indeling zoals opgenomen in de standaardbestekken<br />

van de betreffende aanbestedende overheid. In afwachting<br />

van de invoering van andere standaardbestekken<br />

worden hier als voorbeeld de benamingen gebruikt zoals<br />

gedefinieerd in hoofdstuk II van het<br />

standaardbestek 250 voor de wegenbouw. Voor de waterbouw<br />

wordt verwezen naar de indeling die gebruikt<br />

wordt in de ontwerpversie van het standaardbestek 230<br />

voor de waterbouw.<br />

Code Nummering in<br />

standaardbestek 250<br />

Met<br />

kalkstabilisatie<br />

Met cementstabilisatie<br />

Andere te<br />

specificeren<br />

in<br />

het bestek<br />

Afvoer<br />

naar<br />

stortplaats<br />

Benaming grondsoort volgens<br />

standaardbestek 250<br />

11 III-3.2.1.11. grof-zandhoudende grond<br />

11 III-3.2.1.10. middelmatig-zandhoudende<br />

grond<br />

11 III-3.2.1.9. fijn-zandhoudende grond<br />

12 III-3.2.1.8. weinig leemhoudend zand<br />

12 III-3.2.1.7. weinig kleihoudend zand<br />

13 III-3.2.1.6. leemhoudend zand<br />

13 III-3.2.1.5. kleihoudend zand<br />

21 III-3.2.1.4. leem<br />

31 III-3.2.1.3. leemhoudende klei<br />

31 III-3.2.1.2. zandhoudende klei<br />

32 III-3.2.1.1. klei<br />

41 III-3.2.3.1. veengrond<br />

51 III-3.2.3.2. teelaarde<br />

60 gemengde grond<br />

2° Indien men niet beschikt over een korrelverdelingsdiagramma<br />

onderscheidt men volgende klassen:<br />

– Teelaarde: consistente grond die de bovenste, visueel<br />

te onderscheiden bodemlaag vormt waarin planten<br />

groeien;<br />

– Veengrond: consistente grond met een gehalte aan organische<br />

stoffen > 30 %;<br />

–Zand;<br />

– Zand dat enigszins leem- of kleihoudend is;<br />

–Leem;<br />

– Klei.<br />

Indien het zand of leem- of kleihoudend zand betreft,<br />

geeft men in de opmerking weer welk geschat percentage<br />

aan leem, klei of andere materialen in het zand aanwezig<br />

is.<br />

Blz: 261 – B. Vl. Reg. 26 oktober 2001<br />

B. Vl. Reg. 26 oktober 2001 –<br />

Bodemsanering. – Vaststellen van de terreinen<br />

«La Floridienne» te Gent als site<br />

overeenkomstig art. 47ter van het bodemsaneringsdecreet<br />

zoals gewijzigd op<br />

18 mei 2001 (B.S., 9 november 2001)<br />

Bij besluit van de Vlaamse Regering van<br />

26 oktober 2001 worden de terreinen La Floridienne<br />

te Gent waarvan de perceelnummers werden<br />

opgesomd in het conform verklaard bodemsaneringsproject<br />

van 3 augustus 2001 resp. het<br />

OVAM-advies mbt de siteverklaring van 19 juli<br />

2001, als site verklaard.<br />

De Vlaamse Minister van Leefmilieu en Landbouw<br />

wordt gemachtigd een voorstel van schikking<br />

en/of overeenkomst in toepassing van<br />

artikel 48ter van het bodemsaneringsdecreet voor<br />

te bereiden voor de Vlaamse Regering op basis<br />

van genoemde beslissing.<br />

De Vlaamse Minister van Leefmilieu en Landbouw<br />

en de Vlaamse Minister van Financiën en Begroting,<br />

Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening<br />

worden gelast na te gaan in welke mate een amortisatiefonds<br />

een rol kan spelen bij de financiering<br />

van de ontwikkeling van het betreffende terrein.<br />

De Vlaamse Minister van Leefmilieu en Landbouw<br />

en de Vlaamse Minister van Financiën en Begroting,<br />

Innovatie en Ruimtelijke Ordening worden<br />

gelast in een strategisch project «brownfieldontwikkeling»<br />

te bepalen welke criteria gelden bij de<br />

keuzes van door het Vlaams Gewest financieel te<br />

ondersteunen projecten. Daarbij gebeurt een afweging<br />

van het strategisch belang, het sociaalmaatschappelijk<br />

belang, de beschikbaarheid van<br />

dossiers en de volledigheid van dossiers.<br />

De Vlaamse Minister van Leefmilieu en Landbouw<br />

wordt gelast aan de stad Gent een inrichtingsbeheersplan<br />

en een plan voor het gebruik te vragen<br />

voor de ontwikkelde site.<br />

Blz: 261 – Besluit OVAM 6 februari 2002<br />

Besluit OVAM 6 februari 2002 –<br />

Bodemsanering. – Vaststellen van de<br />

gronden «Schuurveld» te Scherpenheuvel-Zichem<br />

als site overeenkomstig<br />

artikel 47ter van het Bodemsaneringsdecreet<br />

zoals gewijzigd op 18 mei 2001<br />

(B.S., 21 februari 2002)<br />

Bij besluit van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij<br />

voor het Vlaamse Gewest (OVAM) van<br />

6 februari 2002 worden de gronden kadastraal gekend<br />

als: (toestand 1 januari 2001) Scherpenheu-<br />

BODEM – Vlaanderen – Algemeen<br />

M.B. 12 maart 2002<br />

vel-Zichem, AFD 4, sectie C,<br />

perceelnummers 464 F2, 464 A2, 464 B2, 464 C2,<br />

464 D2, 464 E2, 464 G2, 464 H2, 464 K2, 464 L2,<br />

464 M2 en 464 N2 en (toestand 1 januari 2000)<br />

Scherpenheuvel-Zichem, AFD 4, sectie C,<br />

perceelnummer 464 Z, op basis van bodemverontreiniging<br />

en/of potentiële bodemverontreiniging<br />

als site verklaard.<br />

Blz: 261 – M.B. 12 maart 2002<br />

M.B. 12 maart 2002 tot bepaling van de<br />

werkingsregels van de adviescommissie<br />

bodemsanering en van de vergoeding van<br />

sommige van haar leden (B.S., 13 april<br />

2002)<br />

Art. 1. Voor de toepassing van dit besluit gelden<br />

de definities zoals deze zijn opgenomen in<br />

artikel 2 van het decreet van 22 februari 1995 betreffende<br />

de bodemsanering en in artikel 1 van<br />

het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart<br />

1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement<br />

betreffende de bodemsanering.<br />

Daarenboven wordt verstaan onder:<br />

1° het Vlarebo: het besluit van de Vlaamse Regering<br />

van 5 maart 1996 houdende vaststelling van<br />

het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering;<br />

2° de commissie: de adviescommissie bodemsanering,<br />

zoals bedoeld in artikel 35 van het besluit<br />

van de Vlaamse Regering van 5 maart 1996 houdende<br />

vaststelling van het Vlaams reglement betreffende<br />

de bodemsanering.<br />

Art. 2. § 1. De commissie is samengesteld uit:<br />

1° een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter<br />

behorende tot de ambtenaren van de AJD;<br />

2° drie onafhankelijke deskundigen en hun respectieve<br />

plaatsvervangers.<br />

De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter<br />

worden aangewezen door de Vlaamse minister.<br />

De onafhankelijke deskundigen en hun respectieve<br />

plaatsvervangers worden, op grond van hun<br />

bijzondere juridische, wetenschappelijke of technische<br />

bekwaamheid aangeduid door de Vlaamse<br />

minister voor een periode van 4 jaar. Hun mandaat<br />

is hernieuwbaar voor telkens een periode van<br />

4 jaar.<br />

De leden van de commissie en hun respectieve<br />

plaatsvervangers hebben stemrecht.<br />

Bij de samenstelling van de Commissie wordt rekening<br />

gehouden met de bepalingen van het decreet<br />

van 15 juli 1997 houdende invoering van<br />

een meer evenwichtige vertegenwoordiging van<br />

mannen en vrouwen in de adviesorganen.<br />

§ 2. Het secretariaat van de commissie wordt<br />

waargenomen door de AJD.<br />

De secretaris en de plaatsvervangend secretaris<br />

behorende tot de ambtenaren van de AJD, worden<br />

aangewezen door het afdelingshoofd van de<br />

AJD.<br />

De secretaris of diens plaatsvervanger woont de<br />

vergadering bij maar heeft geen stemrecht.<br />

Editie <strong>2004</strong>/I (1 januari <strong>2004</strong>) – © <strong>Larcier</strong> Deel VII 78

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!