2004/I - Larcier
2004/I - Larcier
2004/I - Larcier
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
c) een projectdossier per partij grond met vermelding<br />
van herkomst, in- en uitgangsanalyses, verwerkingsmethode<br />
en locatie van gebruik van de<br />
uitgegraven bodem;<br />
9° beschikken over een verzekering die haar beroepsaansprakelijkheid<br />
dekt;<br />
10° de bestuurders en de personen die de rechtspersoon<br />
kunnen verbinden, moeten over hun burgerlijke<br />
en politieke rechten beschikken en mogen<br />
geen strafrechtelijke veroordeling hebben opgelopen<br />
voor overtredingen van de milieuwetgeving<br />
van een Lid-Staat van de Europese Unie;<br />
11° beschikken over de nodige infrastructuur en<br />
installaties voor de exploitatie van de inrichting;<br />
12° bijhouden van een klachtenregister dat ter inzage<br />
ligt van de toezichthoudende overheid;<br />
13° bijhouden van een register van bodembeheerrapporten<br />
dat ter inzage ligt van de toezichthoudende<br />
overheid; de bodembeheerrapporten<br />
moeten gedurende een termijn van vijf jaar bijgehouden<br />
worden;<br />
14° voldoen aan een tweejaarlijkse keuring door<br />
een erkende bodembeheerorganisatie die nagaat<br />
of aan de voornoemde bepalingen in dit artikel is<br />
voldaan. De keuring moet voldoen aan de door<br />
OVAM opgelegde procedures of een evenwaardige<br />
code van goede praktijk;<br />
15° beschikken over de nodige vergunningen<br />
overeenkomstig de bepalingen van het decreet<br />
van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning;<br />
16° voldoen aan de voorwaarden opgelegd door<br />
of krachtens Vlarem I en II.<br />
De grondige kennis, bedoeld in 3°, moet worden<br />
aangetoond met academische diploma's of met<br />
diploma's van het hoger onderwijs van het lange<br />
type of ermee gelijkgestelde diploma's, uitgereikt<br />
in een Lid-Staat van de Europese Unie.]<br />
– Toegevoegd bij art. 11 B. Vl. Reg. 12 oktober 2001, B.S.,<br />
2 februari 2002, err., B.S., 1 maart 2002, inwerkingtreding:<br />
1 april 2002 (art. 24)<br />
[Onderafdeling 2<br />
Procedure tot erkenning]<br />
Opschrift toegevoegd bij art. 11 B. Vl. Reg. 12 oktober 2001, B.S.,<br />
2 februari 2002, err., B.S., 1 maart 2002, inwerkingtreding:<br />
1 april 2002 (art. 24)<br />
[Art. 60. De aanvraag om erkend te worden, bedoeld<br />
in artikel 58 en 59, moet per aangetekende<br />
brief worden gericht aan de Vlaamse minister, op<br />
het adres van de OVAM.]<br />
– Toegevoegd bij art. 11 B. Vl. Reg. 12 oktober 2001, B.S.,<br />
2 februari 2002, err., B.S., 1 maart 2002, inwerkingtreding:<br />
1 april 2002 (art. 24)<br />
[Art. 61. Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag<br />
voor erkenning ten minste de volgende gegevens<br />
bevatten:<br />
1° de statuten van de rechtspersoon;<br />
2° de naam (of namen) van de natuurlijke persoon<br />
(of personen) die door de rechtspersoon aan-<br />
gesteld is (of zijn) als verantwoordelijk persoon (of<br />
personen);<br />
3° een eensluidend verklaard afschrift van de diploma's,<br />
zoals bedoeld in artikel 58, tweede lid,<br />
respectievelijk artikel 59, tweede lid;<br />
4° een curriculum vitae van de personen die over<br />
de kennis en ervaring zoals bedoeld in artikel 58,<br />
eerste lid, 4° tot en met 6°, respectievelijk<br />
artikel 59, eerste lid, 3° tot en met 6°, beschikken,<br />
waaruit die kennis en ervaring blijkt;<br />
5° een onvoorwaardelijke verbintenis waarin de<br />
aanvrager verklaart binnen 30 dagen na de erkenning<br />
een verzekering voor beroepsaansprakelijkheid<br />
te sluiten zoals bedoeld in artikel 58, eerste<br />
lid, 8°, respectievelijk artikel 59, eerste lid, 9°, en<br />
de OVAM in kennis te stellen van de afgesloten polis;<br />
6° een recent getuigschrift van goed zedelijk gedrag<br />
van de personen, bedoeld in artikel 58, eerste<br />
lid, 9°, respectievelijk artikel 59, eerste lid, 10°;<br />
7° een recent attest waaruit blijkt dat de aanvrager<br />
aan zijn sociale en fiscale verplichtingen voldaan<br />
heeft;<br />
8° wat de tussentijdse opslagplaatsen en grondreinigingscentra<br />
betreft, een beschrijving van de<br />
infrastructuur en installaties, bedoeld in<br />
artikel 59, eerste lid, 11°.]<br />
– Toegevoegd bij art. 11 B. Vl. Reg. 12 oktober 2001, B.S.,<br />
2 februari 2002, err., B.S., 1 maart 2002, inwerkingtreding:<br />
1 april 2002 (art. 24)<br />
[Art. 62. De procedure voor de behandeling van<br />
de aanvragen tot erkenning zoals bedoeld in<br />
artikel 58 en 59 is als volgt:<br />
1° Onderzoek van de ontvankelijkheid:<br />
De OVAM verzendt binnen 30 dagen na de datum<br />
van ontvangst van de aanvraag een ontvangstbewijs<br />
aan de aanvrager, waarbij de OVAM zich tevens<br />
uitspreekt over de ontvankelijkheid van de<br />
aanvraag. De OVAM verklaart de aanvraag ontvankelijk<br />
of verzoekt om de nodige of passende<br />
aanvullingen.<br />
Als de OVAM niet binnen de 30 dagen na de datum<br />
van ontvangst van de aanvraag om aanvullingen<br />
heeft verzocht, wordt de aanvraag geacht ontvankelijk<br />
te zijn.<br />
Als de OVAM om aanvullingen verzoekt, wordt de<br />
aangepaste of aangevulde aanvraag opnieuw per<br />
aangetekende brief aan de OVAM toegestuurd. De<br />
OVAM verzendt binnen 30 dagen na de datum<br />
van ontvangst van de aangepaste of aangevulde<br />
aanvraag het ontvangstbewijs aan de aanvrager,<br />
waarbij de OVAM zich tevens uitspreekt over de<br />
ontvankelijkheid van de aangepaste aanvraag;<br />
2° Onderzoek en advisering van de aanvraag:<br />
De OVAM onderzoekt de ontvankelijke aanvraag<br />
en stuurt die, samen met haar advies, binnen<br />
90 dagen na de datum van het ontvangstbewijs<br />
naar de Vlaamse minister;<br />
3° Beslissing:<br />
BODEM – Vlaanderen – Algemeen<br />
B. Vl. Reg. 5 maart 1996 «Vlarebo»<br />
De Vlaamse minister doet binnen 120 dagen na<br />
de datum van het ontvangstbewijs van de aanvraag<br />
bij gemotiveerde beslissing uitspraak over<br />
de ontvankelijke aanvraag;<br />
4° Betekening van de beslissing:<br />
Binnen 150 dagen na de datum van het ontvangstbewijs<br />
van de aanvraag wordt de beslissing<br />
over de erkenningsaanvraag door de OVAM per<br />
aangetekende brief aan de aanvrager betekend.<br />
De beslissing wordt bij uittreksel in het Belgisch<br />
Staatsblad bekendgemaakt.]<br />
– Toegevoegd bij art. 11 B. Vl. Reg. 12 oktober 2001, B.S.,<br />
2 februari 2002, err., B.S., 1 maart 2002, inwerkingtreding:<br />
1 april 2002 (art. 24)<br />
[Onderafdeling 3<br />
Schorsing en opheffing van de erkenning]<br />
Opschrift toegevoegd bij art. 11 B. Vl. Reg. 12 oktober 2001, B.S.,<br />
2 februari 2002, err., B.S., 1 maart 2002, inwerkingtreding:<br />
1 april 2002 (art. 24)<br />
[Art. 63. § 1. De Vlaamse minister kan te allen<br />
tijde de erkenning, bedoeld in artikel 58 en 59,<br />
schorsen voor een termijn van maximaal<br />
6 maanden in elk van de volgende gevallen:<br />
1° wanneer de houder van de erkenning de taken<br />
waarmee hij is belast door dit besluit niet reglementair<br />
of niet objectief uitvoert;<br />
2° wanneer de houder van de erkenning niet<br />
meer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, gesteld<br />
in dit besluit;<br />
3° wanneer de houder van de erkenning onregelmatigheden<br />
begaat bij het afleveren van bodembeheerrapporten<br />
en bij de toepassing van de procedures,<br />
voorgeschreven in dit besluit;<br />
[4° wanneer de houder van de erkenning bij een<br />
vonnis of arrest dat in kracht van gewijsde is gegaan,<br />
veroordeeld is voor een misdrijf dat door<br />
zijn aard de beroepsmoraal van de betrokken<br />
rechtspersoon aantast;]<br />
5° bij een erkende bodembeheerorganisatie, wanneer<br />
de onafhankelijkheid tegenover de betrokkenen<br />
bij een project niet gegarandeerd wordt.<br />
§ 2. [De Vlaamse minister brengt de houder van<br />
de erkenning per aangetekende brief op de hoogte<br />
van de voorgenomen beslissing tot schorsing<br />
met vermelding van de reden(en). Binnen<br />
30 dagen na de datum van ontvangst van die brief<br />
kan de houder van de erkenning alle nodige formaliteiten<br />
vervullen en/of zijn verweermiddelen<br />
aan de Vlaamse minister kenbaar maken.]<br />
§ 3. De beslissing tot schorsing wordt door de<br />
OVAM per aangetekende brief aan de houder van<br />
de erkenning betekend en wordt bij uittreksel in<br />
het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.<br />
§ 4. De schorsing gaat in op de dertigste dag na de<br />
datum van de betekening van de beslissing aan de<br />
betrokkene.]<br />
– Toegevoegd bij art. 11 B. Vl. Reg. 12 oktober 2001, B.S.,<br />
2 februari 2002, err., B.S., 1 maart 2002, inwerkingtreding:<br />
1 april 2002 (art. 24)<br />
–§1, 4° ingevoegd bij art. 22, 1°, B. Vl. Reg. 14 juni 2002, B.S.,<br />
7 augustus 2002, err., B.S., 6 februari 2003, inwerkingtreding:<br />
Editie <strong>2004</strong>/I (1 januari <strong>2004</strong>) – © <strong>Larcier</strong> Deel VII 54