03.05.2013 Views

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

of na kunstmatige terreinvoorbereiding, een nieuwe<br />

generatie van bomen en/of struiken vestigt.<br />

Door de mens wordt hierbij niet geplant of gezaaid;<br />

4° grondvlak: som van de gezamenlijke oppervlakte<br />

van de stamdoorsneden van de bomen die<br />

aanwezig zijn op een bosperceel, gemeten op<br />

1,5 meter hoogte en uitgedrukt in m 2 per ha;<br />

5° het decreet: het Bosdecreet van 13 juni 1990;<br />

6° vogelrichtlijngebied:<br />

a) elk gebied dat door de Vlaamse Regering definitief<br />

is vastgesteld in de zin van artikel 36bis, § 6,<br />

van het Decreet Natuurbehoud en waarvan het<br />

definitief vaststellingsbesluit krachtens<br />

artikel 36bis, § 7, laatste lid, van hetzelfde decreet<br />

tevens het aanwijzingsbesluit vormt zoals bedoeld<br />

in artikel 36bis, § 9, van dat decreet;<br />

b) elke in artikel 36bis, § 13, van het Decreet Natuurbehoud<br />

bedoelde zone, of elk daarin bedoeld<br />

onderdeel van een zone, van het besluit van de<br />

Vlaamse Regering van 17 oktober 1988 tot aanwijzing<br />

van speciale beschermingszones in de zin<br />

van artikel 4 van de Vogelrichtlijn;<br />

c) elk in artikel 75 van het Decreet Natuurbehoud<br />

bedoeld gedeelte van een in artikel 1, § 3, van het<br />

besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober<br />

1988 bedoelde zone;<br />

7° habitatrichtlijngebied:<br />

a) elk gebied dat door de Vlaamse Regering in uitvoering<br />

van artikel 36bis, § 9, van het Decreet Natuurbehoud<br />

is aangewezen als speciale beschermingszone<br />

nadat de Europese Commissie het van<br />

communautair belang heeft verklaard;<br />

b) elk gebied dat in aanmerking komt als speciale<br />

beschermingszone en door de Vlaamse Regering<br />

definitief is vastgesteld in de zin van artikel 36bis,<br />

§ 6 of § 12, van het Decreet Natuurbehoud.<br />

Art. 2. § 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten<br />

verleent de minister subsidies aan bosbeheerders<br />

voor herbebossing, openstelling, voor<br />

de bevordering van de ecologische functie of voor<br />

het opstellen van een beheerplan dat voldoet aan<br />

de criteria voor duurzaam bosbeheer of aan natuurlijke<br />

personen of rechtspersonen die een bebossing<br />

willen uitvoeren.<br />

§ 2. De subsidies worden toegekend aan de aanvrager<br />

volgens de volgorde van registratie door<br />

het Bosbeheer.<br />

Art. 3. Een subsidie wordt alleen toegekend op<br />

voorwaarde dat:<br />

1° aan de verplichtingen van artikel 43 van het<br />

decreet met betrekking tot het opstellen van een<br />

bosbeheerplan voldaan werd. Voor de subsidies,<br />

vastgesteld in hoofdstuk II volstaat het wanneer<br />

op het ogenblik van de definitieve aanvaarding<br />

van de werken voldaan is aan deze verplichtingen;<br />

2° de werkzaamheden en diensten waarvoor een<br />

subsidie wordt aangevraagd niet in strijd zijn met<br />

de bepalingen van een goedgekeurd beheerplan;<br />

3° de aanvrager voor het onroerend goed in kwestie<br />

of voor andere onroerende goederen die onder<br />

toepassing van het decreet vallen, de laatste drie<br />

jaar niet in overtreding is geweest met de bepalingen<br />

van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten;<br />

4° de werkzaamheden en diensten waarvoor subsidie<br />

wordt aangevraagd niet in strijd zijn met de<br />

bepalingen van een goedgekeurd natuurrichtplan<br />

ter uitvoering van artikel 48 van het decreet natuurbehoud;<br />

5° als het onroerend goed gelegen is in een vogelrichtlijngebied<br />

of een habitatrichtlijngebied, de<br />

werkzaamheden en diensten waarvoor subsidie<br />

wordt aangevraagd, niet in strijd zijn met de bepalingen<br />

van artikel 36ter van het Decreet Natuurbehoud.<br />

HOOFDSTUK II<br />

SUBSIDIE VOOR BEBOSSING EN<br />

HERBEBOSSING<br />

Art. 4. § 1. Aan elke bosbeheerder kan een subsidie<br />

worden verleend voor de beplanting of bezaaiing<br />

met houtachtige gewassen waarvan de<br />

lijst is opgenomen in bijlage I, gevoegd bij dit besluit.<br />

De totale oppervlakte moet ten minste<br />

0,5 hectare beslaan. Bij de beplanting moeten de<br />

minimale stamtallen per hectare, zoals vermeld in<br />

bijlage II bij dit besluit gerespecteerd worden. Bij<br />

een bezaaiing moeten minstens 2500 planten per<br />

hectare aanwezig zijn op het ogenblik van de eerste<br />

controle.<br />

De subsidie wordt niet verleend voor de herbebossing<br />

met grove den van percelen die voorheen met<br />

inheems loofhout begroeid waren.<br />

§ 2. Een subsidie voor bosverjonging door natuurlijke<br />

verjonging kan worden toegekend wanneer<br />

er voldoende individuen van boomsoorten, vermeld<br />

in bijlage I bij dit besluit, aanwezig zijn op<br />

een gezamenlijke oppervlakte van minstens<br />

0,5 hectare. Het aantal individuen moet minstens<br />

2500 planten per hectare, regelmatig verspreid<br />

over de volledige oppervlakte van het perceel, bedragen.<br />

De natuurlijke verjonging moet voor minstens<br />

90 procent van het grondvlak uit bomen of<br />

struiken van minder dan 10 jaar oud bestaan. De<br />

natuurlijke verjonging kan gecombineerd worden<br />

met beplanting of bezaaiing.<br />

§ 3. Een extra subsidie van 500 Euro per hectare<br />

wordt toegekend wanneer 10 tot 25 procent van<br />

het stamtal van de aan te planten hoofdboomsoort<br />

stams- of groepsgewijs gemengd wordt met<br />

andere boom- of struiksoorten uit bijlage I en/of<br />

bijlage III. De extra subsidie wordt alleen verleend<br />

als het vereiste advies van het Instituut voor Bosbouw<br />

en Wildbeheer voor de in bijlage III opgesomde<br />

soorten gunstig is.<br />

Onder voorbehoud van de toepassing van het eerste<br />

lid, mag minder dan 10 % van het stamtal van<br />

de aan te planten hoofdboomsoort vervangen<br />

worden door andere boom- of struiksoorten van<br />

de klassen I, II, III en IV van bijlage I en/of<br />

bijlage III, zonder dat het subsidiebedrag per klas-<br />

BOS – Vlaanderen<br />

B. Vl. Reg. 27 juni 2003 «Subsidiëring»<br />

se en per hectare, overeenkomstig de bepalingen<br />

van het eerste lid, gewijzigd wordt.<br />

§ 4. De in § 1 en § 2 vermelde oppervlakten kunnen<br />

uit ruimtelijk gescheiden deeloppervlaktes<br />

van minstens 10 are bestaan, op voorwaarde dat<br />

die maximaal 1 kilometer in vogelvlucht van elkaar<br />

liggen verwijderd.<br />

§ 5. Een extra subsidie van 250,00 Euro per hectare<br />

wordt toegekend wanneer de beplanting met<br />

aanbevolen herkomsten uitgevoerd wordt.<br />

§ 6. Het bedrag van de subsidie wordt berekend<br />

pro rata van de boomsoortensamenstelling, afgerond<br />

tot een oppervlakte-eenheid van 1 are, op<br />

basis van de in bijlage I vastgestelde bedragen.<br />

§ 7. Voor beplantingen die als maatregel tot herstel<br />

door de rechtbank worden bevolen of voor<br />

compenserende bebossingen met toepassing van<br />

artikel 90bis van het decreet, kunnen geen subsidies<br />

worden toegekend.<br />

Art. 5. § 1. Om een subsidie voor bebossing en<br />

herbebossing te verkrijgen dient de aanvrager een<br />

aanvraagformulier in, vermeld in bijlage IV bij dit<br />

besluit, bij de provinciale zetel van het Bosbeheer<br />

in de provincie waar het onroerend goed in kwestie<br />

gelegen is, uiterlijk drie maanden vóór de aanvang<br />

van de werkzaamheden. In het geval van natuurlijke<br />

verjonging kan de aanvraag op elk moment<br />

ingediend worden zolang over 90 % van het<br />

grondvlak de bomen of struiken minder dan<br />

10 jaar oud zijn.<br />

De aanvraag kan ingediend worden door de bosbeheerder<br />

of door de erkende bosgroep voor zijn<br />

leden.<br />

§2.De aanvraag bevat:<br />

1° de identiteit van de bosbeheerder;<br />

2° als de aanvraag ingediend wordt door een gevolmachtigde:<br />

de identiteit en hoedanigheid van<br />

de aanvrager en een verklaring dat de aanvrager<br />

gevolmachtigd is om de subsidie aan te vragen;<br />

3° een volledige beschrijving van de werkzaamheden,<br />

met opgave van de oppervlakteverdeling per<br />

boomsoort, stamtallen, plantverbanden, leeftijd<br />

en grootte van de planten. Wanneer planten uit<br />

eigen kweek gebruikt worden, moet dat gemeld<br />

worden;<br />

4° een gedagtekende verbintenis om het bos noch<br />

kaal te slaan, noch te rooien, noch te ontbossen<br />

binnen een periode van twintig jaar na de toekenning<br />

van de subsidie;<br />

5° een verklaring dat voor de percelen in kwestie<br />

geen andere subsidies werden verkregen of zullen<br />

worden gevraagd voor de onder 3° bedoelde<br />

werkzaamheden;<br />

6° een duidelijk liggingsplan «schaal 1/10.000 tot<br />

1/25.000» met aanduiding van de beplantingen;<br />

7° eventuele wettelijk vereiste vergunningen, toestemmingen<br />

en machtigingen en adviezen voor<br />

de bebossing of een verwijzing naar het registratienummer<br />

van de kapmachtiging of het goedgekeurde<br />

bosbeheerplan waaruit blijkt dat de even-<br />

Editie <strong>2004</strong>/I (1 januari <strong>2004</strong>) – © <strong>Larcier</strong> Deel VII 237

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!