03.05.2013 Views

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Op basis van de beoordeling van het jaarlijks activiteitenverslag<br />

kan het Bosbeheer voorstellen aan<br />

de minister om de erkenning voor een bepaalde<br />

periode op te schorten of om de erkenning in te<br />

trekken. De bosgroep wordt door het Bosbeheer<br />

van dit voorstel op de hoogte gebracht. De minister<br />

beslist na advies van de Raad en de Vlaamse<br />

Hoge Raad voor het Natuurbehoud. De bosgroep<br />

kan vragen toelichting te geven bij haar dossier<br />

voor de Raad en/of de Hoge Raad voor Natuurbehoud,<br />

vooraleer deze advies geven over het voorstel<br />

tot opschorting of intrekking van de erkenning.<br />

De bosgroep kan ook vragen toelichting te<br />

geven bij haar dossier bij de minister. De minister<br />

beslist over de opschorting of de intrekking binnen<br />

drie maanden na ontvangst van het jaarlijkse<br />

activiteitenverslag. Het Bosbeheer brengt de bosgroep<br />

op de hoogte van deze beslissing.<br />

Art. 10. Om de verlenging van de definitieve erkenning<br />

van de bosgroep te verkrijgen voor een<br />

nieuwe termijn van zes jaar, dient de bosgroep op<br />

zijn vroegst op 1 september en uiterlijk op<br />

1 oktober voor het einde van het zesde werkjaar<br />

een aanvraag in bij de provinciale zetel van het<br />

Bosbeheer. Samen met deze aanvraag dient de<br />

bosgroep een voorlopig jaarlijks activiteitenverslag<br />

in van het 6de werkjaar met betrekking tot de<br />

activiteiten van 1 januari tot 31 augustus van het<br />

6e werkjaar.<br />

Hierbij wordt dezelfde procedure gevolgd als bij<br />

de eerste definitieve erkenning zoals omschreven<br />

in de artikelen 6 tot 9. De jaarlijkse activiteitenverslagen<br />

van de voorbije 6 werkjaren gelden dan als<br />

basis voor de beoordeling door het Bosbeheer.<br />

Afdeling III<br />

Aanvullende bepalingen<br />

Art. 11. Elke wijziging aan de statuten moet onmiddellijk<br />

aan het Bosbeheer meegedeeld worden.<br />

Art. 12. Op voorstel van het Bosbeheer of van<br />

een of meer bosgroepen kan de minister de grenzen<br />

van de bosgroepregio's aanpassen. Dat kan<br />

enkel mits de betrokken bosgroepen voorafgaandelijk<br />

akkoord gaan.<br />

Art. 13. Zodra het Bosbeheer vaststelt dat niet<br />

meer aan de voorwaarden voor voorlopige of definitieve<br />

erkenning voldaan is, kan het Bosbeheer<br />

voorstellen aan de minister om de erkenning voor<br />

een bepaalde periode op te schorten of om de erkenning<br />

in te trekken. De bosgroep wordt door<br />

het Bosbeheer van dit voorstel op de hoogte gebracht.<br />

De minister beslist na advies van de Raad<br />

en de Vlaamse Hoge Raad voor het Natuurbehoud.<br />

De bosgroep kan vragen toelichting te geven<br />

bij haar dossier voor de Raad en/of de Hoge<br />

Raad voor Natuurbehoud, vooraleer deze advies<br />

geven over het voorstel tot opschorting of intrekking<br />

van de erkenning. De bosgroep kan ook vragen<br />

toelichting te geven bij haar dossier bij de minister.<br />

Het Bosbeheer brengt de bosgroep op de<br />

hoogte van deze beslissing.<br />

Art. 14. Bosgroepen waarvan de voorlopige of<br />

definitieve erkenning geweigerd of ingetrokken is,<br />

kunnen een nieuwe aanvraag tot erkenning indienen,<br />

zodra opnieuw aan de voorwaarden voor erkenning<br />

voldaan is.<br />

Bij opschorting van de erkenning wordt de periode<br />

van opschorting vastgelegd of gekoppeld aan<br />

voorwaarden. De periode van opschorting kan<br />

maximaal één jaar duren. Indien na één jaar nog<br />

niet aan de gestelde voorwaarden voldaan is,<br />

wordt de opschorting automatisch omgezet in<br />

een intrekking van de erkenning.<br />

De erkenning kan slechts eenmaal opgeschort<br />

worden gedurende de periode van erkenning. Indien<br />

binnen dezelfde periode de bosgroep opnieuw<br />

een ongunstige beoordeling van het jaarlijks<br />

activiteitenverslag krijgt of indien vastgesteld<br />

wordt dat niet meer aan de erkenningsvoorwaarden<br />

voldaan wordt, dan kan enkel nog de intrekking<br />

van de erkenning aan de minister voorgesteld<br />

worden.<br />

Indien de periode van opschorting van de erkenning<br />

minder dan 6 maanden bedraagt blijft de<br />

duur van de voorlopige of definitieve erkenning<br />

ongewijzigd. Indien deze periode meer dan zes<br />

maanden bedraagt, wordt de periode van de erkenning<br />

met één jaar verlengd.<br />

HOOFDSTUK III<br />

SUBSIDIËRING VAN ERKENDE<br />

BOSGROEPEN<br />

Afdeling I<br />

Algemene bepalingen<br />

Art. 15. Binnen de perken van de begrotingskredieten<br />

verleent de minister subsidies aan erkende<br />

bosgroepen.<br />

Art. 16. Subsidies worden teruggevorderd, vermeerderd<br />

met de wettelijke intresten, als de voorwaarden<br />

voor toekenning van de subsidies niet<br />

nageleefd worden. De wettelijke intrest begint te<br />

lopen vanaf de datum van in gebreke stelling.<br />

De teruggevorderde bedragen moeten gestort<br />

worden op een door het Bosbeheer aan te wijzen<br />

rekening van het Vlaamse Gewest, binnen een<br />

maand nadat de aanvrager per aangetekende<br />

brief in gebreke werd gesteld.<br />

Afdeling II<br />

Basissubsidie<br />

Art. 17. Aan elke erkende bosgroep wordt ter<br />

ondersteuning van de algemene werking jaarlijks<br />

een basissubsidie toegekend.<br />

De maximale jaarlijks toegekende basissubsidie<br />

voor elke voorlopig of definitief erkende bosgroep<br />

bedraagt 100.000,00 Euro.<br />

BOS – Vlaanderen<br />

B. Vl. Reg. 27 juni 2003 «Bosgroepen, erkenning»<br />

Deze subsidie wordt enkel volledig toegekend als<br />

de bosgroep gedurende het volledige werkjaar<br />

voltijds een coördinator en minstens halftijds een<br />

technisch-administratief medewerker in dienst of<br />

ter beschikking heeft.<br />

De maximale subsidie wordt evenredig verminderd<br />

in de volgende gevallen:<br />

1° wanneer de bosgroepcoördinator niet gedurende<br />

het volledige werkjaar aangesteld wordt: de<br />

basissubsidie wordt verminderd met<br />

75.000,00 Euro * x/12, waarbij x de periode is, uitgedrukt<br />

in maanden, dat de bosgroepcoördinator<br />

nog niet in dienst is van de bosgroep;<br />

2° wanneer de bosgroepcoördinator vier vijfde<br />

werkt: de basissubsidie wordt verminderd met<br />

75.000,00 Euro * 1/5;<br />

3° wanneer de technisch-administratief medewerker<br />

niet gedurende het volledige werkjaar in<br />

dienst is van de bosgroep: de basissubsidie wordt<br />

verminderd met 25.000,00 Euro * x/12, waarbij x<br />

de periode is, uitgedrukt in maanden, dat de technisch<br />

administratief medewerker nog niet in<br />

dienst is.<br />

Art. 18. De basissubsidie voor de werking gedurende<br />

het eerste werkjaar wordt tegelijk met de<br />

voorlopige of de definitieve erkenning door de minister<br />

toegekend. Het bedrag wordt vastgesteld op<br />

basis van de gegevens in het aanvraagdossier voor<br />

de erkenning van de bosgroep.<br />

De basissubsidie voor de volgende werkjaren van<br />

de voorlopig of definitief erkende bosgroep wordt<br />

toegekend na een gunstige beoordeling van het<br />

jaarlijkse activiteitenverslag van het voorbije<br />

werkjaar door het Bosbeheer. Het bedrag wordt<br />

vastgesteld op basis van de gegevens in het jaarlijkse<br />

activiteitenverslag.<br />

Het Bosbeheer legt een voorstel tot toekenning<br />

van de basissubsidie, samen met zijn beoordeling<br />

van het jaarlijks activiteitenverslag ter beslissing<br />

voor aan de minister, die beslist vóór 15 maart van<br />

het betreffende werkjaar. Het Bosbeheer brengt<br />

de bosgroep van deze beslissing op de hoogte.<br />

Art. 19. De toegekende basissubsidie wordt na<br />

de toekenning zonder betalingsaanvraag van de<br />

begunstigde betaald op rekening van de bosgroep.<br />

Als op het einde van het werkjaar uit het jaarlijkse<br />

activiteitenverslag blijkt dat de uitbetaalde basissubsidie<br />

te hoog was in verhouding tot de effectief<br />

gepresteerde werkduur van de coördinator en/of<br />

de administratief-medewerker, dan wordt het teveel<br />

betaalde gedeelte afgetrokken van de andere<br />

nog uit te betalen subsidies.<br />

Afdeling III<br />

Beheersubsidie<br />

Art. 20. Aan elke erkende bosgroep kan ter stimulering<br />

van de ledenwerving en ter ondersteuning<br />

van zijn werking inzake de bevordering van<br />

criteria duurzaam bosbeheer jaarlijks een subsidie<br />

262 Deel VII Editie <strong>2004</strong>/I (1 januari <strong>2004</strong>) – © <strong>Larcier</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!