03.05.2013 Views

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1° Drijftil of drijfzoom (Md);<br />

2° Galigaanvegetatie (Mm);<br />

3° Zuur laagveen (Ms);<br />

4° Alkalisch laagveen (Mk);<br />

5° Alkalisch laagveen in duinpannen (Mp);<br />

6° Vochtig, niet tot weinig bemest grasland (zgn.<br />

dotterbloemhooilanden) (Hc);<br />

7° Onbemest, vochtig pijpenstrootjesgrasland<br />

(zgn. «blauwgraslanden», vochtige tot venige<br />

graslanden van zeer voedselarme zandgronden),<br />

inclusief de varianten Hmo, Hme, Hmm (Hm);<br />

8° Kalkgrasland (graslanden van droge, mineralenrijke<br />

maar N- en P-arme gronden) (Hk) & Kalkstruweel<br />

(Sk);<br />

9° Kalkrijk duingrasland (Hd);<br />

10° Zure borstelgrasvegetatie (heischrale graslanden)<br />

(Hn);<br />

11° Venige struikheide met bosbes (Ct incl. variant<br />

Ctm);<br />

12° Hoogveen (T).<br />

De oppervlakte van het geheel van natuurtypen<br />

bedoeld in § 2 moet minimaal 2 ha per erkend natuurreservaat<br />

beslaan.<br />

§ 3. De aanvullende forfaitaire subsidie voor het<br />

behalen van het natuurstreefbeeld en het toezicht<br />

bedraagt 300,00 EUR/ha per jaar voor het volgende<br />

actuele natuurtype dat past in het natuurstreefbeeld:<br />

1° Rietland (Mr);<br />

2° Grote zeggenvegetatie (Mc);<br />

3° Zeebiesvegetatie (Mz);<br />

4° Natte ruigte met Moerasspirea (Hf);<br />

5° Gagelstruweel (Sm);<br />

6° Vochtig Wilgenstruweel op venige of zure<br />

grond (So);<br />

7° Vochtige tot natte heide (Ce incl. variant Ces)<br />

met boom- en struikbedekking van maximaal<br />

20 %);<br />

8° Struisgrasvegetatie op zure bodem (graslanden<br />

van droge, zeer voedselarme zure gronden) (Ha);<br />

9° Mesofiel hooiland (Hu);<br />

10° Soortenrijk permanent cultuurgrasland (Hp * ),<br />

Soortenrijke weilanden met veel sloten en/of microreliëf<br />

(Hpr * ) en soortenrijke zilte graslanden<br />

met veel sloten en/of microreliëf en met in de depressies<br />

vegetaties gebonden aan zilte invloed;<br />

(Hpr * +Da);<br />

11° Soortenrijke akkerkruidenvegetatie (B * );<br />

12° Mozaïek ontstaan door extensieve begrazing<br />

(kleiner of gelijk aan 1 Gve/ha). 10 % van het terreingedeelte<br />

moet bestaan uit de natuurtypen Ms,<br />

Mk, Mp, Hm, Hk, Hd, Ha, Hn of 40 % indien het<br />

om de natuurtypen Hc, Hj, Sk, Mm, Mr, Mc, Hf,<br />

Hpr, Sm, Ce, Cg, Hu en Cv gaat met een minimale<br />

oppervlakte 30 ha.<br />

De oppervlakte van de natuurtypen bedoeld in § 3<br />

eventueel verhoogd met natuurtype bedoeld in<br />

§ 2 moet minimaal 2 ha per erkend natuurreservaat<br />

beslaan. Voor het natuurtype genoemd in<br />

12° blijft de daar vermelde minimale oppervlakte<br />

van kracht.<br />

§ 4. De aanvullende forfaitaire subsidie voor het<br />

behalen van het natuurstreefbeeld en het toezicht<br />

bedraagt 125,00 EUR/ha per jaar voor de volgende<br />

actuele natuurtype dat past in het natuurstreefbeeld:<br />

1° Zeereepduin (Dd, Dm);<br />

2° Zuur duinbos (Qd);<br />

3° Duindoornstruweel (Sd);<br />

4° Brakke plas (Ah);<br />

5° Eutrofe plas, Eendenkooi en zandwinningsplassen<br />

(App, Ae, Am, Ka);<br />

6° Oligotroof water (Ao);<br />

7° Brem- & Gaspeldoornstruweel (Sg);<br />

8° Doornstruweel (Sp);<br />

9° Spontaan struweel van allerlei aard (Sz);<br />

10° Vochtig, meso- tot eutroof wilgenstruweel<br />

(Sf);<br />

11° Oligotroof elzenbos met veenmossen (Vo);<br />

12° Mesotroof elzenbos met zeggen (Vm);<br />

13° Venig berkenbos (Vt);<br />

14° Alluviaal essen/olmenbos (Va);<br />

15° Nitrofiel alluviaal elzenbos (Vn);<br />

16° Vochtig elzen/eikenbos met eventueel Haagbeuk<br />

(Vf);<br />

17° Elzen-Essenbos van bronnen en bronbeken<br />

(Vc);<br />

18° Droge struikheide (Cg);<br />

19° Open bos en/of heide en schraalland met<br />

boom- en struikopslag (tot max. 60 %) (kruidlaag<br />

bestaat uit de streefbeelden Hm, Ha, Hn, Ce, Cg, Ct<br />

& Cv), minimale oppervlakte 5 ha;<br />

20° Droge struikheide met bosbes (Cv);<br />

21° Vochtige tot natte graslanden met hoge<br />

abundantie van Juncus soorten (Hj);<br />

22° Ruderale vegetaties, zeer soortenrijk met minder<br />

algemene soorten (Ku * );<br />

23° Schorre of al dan niet begroeide slikken (Da,<br />

Ds);<br />

24° Hoogstamboomgaarden (Kj);<br />

25° Mozaïek ontstaan door extensieve begrazing<br />

(kleiner of gelijk aan 1 Gve/ha) 10 % van het terreingedeelte<br />

dient te bestaan uit de natuurtypen<br />

Ms, Mk, Mp, Hm, Hk, Hd, Ha, Hn of 40 % indien<br />

het om de natuurtypen Hc, Hj, Sk, Mm, Mr, Mc, Hf,<br />

Hpr, Sm, Ce, Cg, Hu en Cv gaat en de oppervlakte<br />

kleiner dan 30 ha en groter dan 5 ha bedraagt;<br />

26° Natuurtypen, genoemd in §§ 2 en 3 die niet<br />

voldoen aan de minimumoppervlakte.<br />

LANDINRICHTING – NATUURBEHOUD – Vlaanderen<br />

B. Vl. Reg. 27 juni 2003<br />

Art. 18. § 1. Een éénmalige subsidie wordt uitgekeerd<br />

voor het opstellen van een beheerplan<br />

dat voldoet aan de criteria vastgesteld in dit besluit<br />

en de éénmalige inrichting. De subsidie<br />

wordt slechts toegekend na goedkeuring van het<br />

beheerplan door de minister.<br />

§ 2. Het basisbedrag van deze subsidie wordt vastgesteld<br />

op 250,00 EUR per hectare.<br />

Art. 19. § 1. Drie vegetatiejaren na de eerste erkenning,<br />

en vervolgens om de 5 jaar dient de aanvrager<br />

van de subsidie bij de afdeling een uitgebreid<br />

monitoringrapport in.<br />

De afdeling onderzoekt het monitoringrapport.<br />

Wanneer de afdeling meent dat de stukken onvolledig<br />

of onjuist zijn, meldt ze dit, uiterlijk<br />

3 maanden na de indiening, aan de aanvrager<br />

met een gemotiveerd schrijven. De aanvrager<br />

heeft drie maanden de tijd om hierop te antwoorden.<br />

Als de afdeling dit antwoord onvoldoende<br />

vindt, wordt het advies van het Instituut voor Natuurbehoud<br />

ingewonnen, waarna de afdeling beslist.<br />

§ 2. Daarnaast stuurt de beheerder van het erkend<br />

reservaat jaarlijks, vóór 31 maart, een beperkt rapport<br />

van monitoringsgegevens naar het Instituut<br />

voor Natuurbehoud.<br />

§ 3. De forfaitaire subsidie voor de uitvoering van<br />

de monitoring bedraagt 35,00 EUR/ha per jaar.<br />

Deze subsidie wordt jaarlijks, samen met de subsidie<br />

voor huur, beheer en toezicht uitbetaald.<br />

§ 4. De minister stelt nadere regels vast over de te<br />

leveren monitoringsgegevens en de vorm en modaliteiten<br />

van de rapporten onder § 1 en 2.<br />

Art. 20. § 1. De forfaitaire subsidie voor de openstelling<br />

bedraagt 2,00 EUR/m per jaar. De maximale<br />

subsidie berekend voor het volledige natuurreservaat<br />

bedraagt 50,00 EUR per hectare per jaar.<br />

§ 2. De subsidie wordt aangevraagd overeenkomstig<br />

de bepalingen van artikel 15 van onderhavig<br />

besluit.<br />

§ 3. Om in aanmerking te komen voor de subsidie<br />

voor openstelling dient in het beheerplan een<br />

openstellingsplan opgemaakt te worden van het<br />

erkend natuurreservaat of van delen ervan.<br />

Het openstellingsplan dient minstens de elementen<br />

te behandelen zoals bepaald in bijlage III,<br />

rubriek 5.<br />

Volgende paden komen in aanmerking:<br />

1° private paden en wegen;<br />

2° onbebouwde buurtwegen, jaagpaden langs kanalen<br />

en rivieren grenzend aan het erkende reservaat;<br />

3° aan de aard van het terrein aangepaste paden:<br />

één meter knuppelbrug en loopplank worden gelijkgesteld<br />

aan 5 m pad, indien ze langer zijn dan<br />

10 m;<br />

4° waarnemingsaccommodatie: één vogelkijkhut<br />

of een analoge constructie wordt gelijkgesteld aan<br />

175 m pad.<br />

300 Deel VII Editie <strong>2004</strong>/I (1 januari <strong>2004</strong>) – © <strong>Larcier</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!