2004/I - Larcier
2004/I - Larcier
2004/I - Larcier
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Art. 21. § 1. Voor het onthaal van het publiek in<br />
de erkende reservaten kan aan de erkende terreinbeherende<br />
vereniging per provincie en per jaar<br />
een basisonthaalsubsidie toegekend worden van<br />
25.000,00 EUR voor de werking van de bezoekerscentra.<br />
Dit bedrag moet voor 85 % worden verantwoord<br />
voor personeelskosten die samenhangen<br />
met het onthaal van het publiek in de natuurreservaten.<br />
Hiervoor dient per provincie aan volgende voorwaarden<br />
voldaan te zijn:<br />
– de erkende terreinbeherende vereniging heeft<br />
minstens 200 ha erkende reservaten in beheer;<br />
– de terreinbeherende vereniging heeft de beschikking<br />
over een bezoekerscentrum dat voldoet<br />
aan volgende voorwaarden:<br />
1° een vergund gebouw gelegen op wandelafstand<br />
van een erkend reservaat met een informatieruimte<br />
over de omgevende natuur. Vanuit<br />
het bezoekerscentrum zijn er aangeduide wandeltrajecten<br />
vrij toegankelijk doorheen het reservaat.<br />
De individuele wandelaar kan te allen tijde gratis<br />
een eenvoudige wandelkaart bekomen met basisinformatie<br />
van het reservaat;<br />
2° het bezoekerscentrum is minstens gedurende<br />
140 dagdelen, waarvan minstens 20 % gedurende<br />
weekend- en feestdagen, vrij toegankelijk voor het<br />
publiek. Een dagdeel bestaat uit 4 openingsuren.<br />
Tijdens de openingsuren dient een aangestelde<br />
van de vereniging aanwezig te zijn om het publiek<br />
informatie te verstrekken;<br />
3° er kan een actieve vrijwillige gidsenwerking<br />
aangetoond worden;<br />
4° er wordt minstens maandelijks een gratis publiekgerichte<br />
activiteit georganiseerd betreffende<br />
de natuur in de omgeving van het bezoekercentrum.<br />
Deze activiteiten worden bekend gemaakt<br />
in het bezoekerscentrum en in de lokale media.<br />
§ 2. Aanvullend bij de basisonthaalsubsidie kan<br />
elke erkende terreinbeherende vereniging voor<br />
elke Euro subsidie ontvangen van een provinciale<br />
of gemeentelijke overheid, voor de inrichting of<br />
het beheer van een bezoekerscentrum, een bijkomende<br />
subsidie van 1,00 EUR ontvangen van de<br />
Vlaamse overheid. Deze aanvullende subsidie is<br />
evenwel beperkt tot een maximum van<br />
25.000,00 EUR per jaar voor elke begonnen schijf<br />
van 1.000 hectare erkend reservaat in beheer.<br />
Deze aanvullende subsidie moet eveneens voor<br />
minstens 85 % verantwoord worden door loonkosten<br />
die samenhangen met het functioneren<br />
van het bezoekerscentrum.<br />
§ 3. Per bezoekerscentrum dat voldoet aan de<br />
voorwaarden uit § 1, 1° tot 4°, kan op basis van dit<br />
besluit maximaal 50.000,00 EUR subsidie per jaar<br />
ontvangen van de Vlaamse overheid.<br />
§ 4. De erkende terreinbeherende vereniging<br />
dient jaarlijks de aanvraag voor subsidiëring van<br />
de te subsidiëren bezoekerscentra in als onderdeel<br />
van het jaarrapport zoals bepaald in bijlage IV.<br />
Art. 22. § 1. Uitzonderlijke eenmalige inrichtingsmaatregelen<br />
die natuurherstel, natuurontwikkeling<br />
of verbeterde openstelling tot doel hebben,<br />
worden voor maximaal 80 % gesubsidieerd.<br />
Het minimum subsidiebedrag bedraagt<br />
2.250,00 EUR.<br />
§ 2. De aanvraag voor het verkrijgen van de subsidie<br />
voor éénmalige inrichtingsmaatregelen wordt<br />
voor de aanvang van de werken ingediend bij de<br />
afdeling, die dit voorlegt met advies aan de minister,<br />
die beslist.<br />
Na goedkeuring wordt een voorschot van 60 %<br />
uitbetaald. Het saldo wordt uitbetaald na uitvoering<br />
van de werken.<br />
§ 3. De minister kan nadere regels vaststellen.<br />
Art. 23. De aanvrager van de subsidie dient jaarlijks<br />
voor 31 januari een jaarrapport over de beheerswerken<br />
in bij de afdeling.<br />
De inhoud van het jaarrapport wordt bepaald in<br />
bijlage IV.<br />
Art. 24. § 1. De subsidie voor het opstellen van<br />
het beheerplan en de eerste inrichting zoals bepaald<br />
in artikel 18 wordt uitbetaald na de erkenning.<br />
§ 2. De subsidie voor de huur, het behalen van het<br />
natuurstreefbeeld en het toezicht, de monitoring<br />
en de openstelling van een erkend natuurreservaat,<br />
evenals de subsidie voor de bezoekerscentra<br />
zoals bepaald in artikel 21, wordt uitbetaald als<br />
volgt:<br />
1° vier driemaandelijkse voorschotten van 22,5 %<br />
respectievelijk uit te betalen voor 1 maart, 1 juni,<br />
1 september en 1 december van het werkingsjaar<br />
waarop de subsidie betrekking heeft.<br />
Het totaal van de uit te betalen voorschotten<br />
wordt berekend op basis van de totale subsidies<br />
inzake de huur, het behalen van het natuurstreefbeeld<br />
en het toezicht, de monitoring en de openstelling<br />
die werden toegekend aan de betrokken<br />
beheerder voor het werkingsjaar voorafgaand aan<br />
het werkingsjaar waarop de subsidie betrekking<br />
heeft. Voor nieuwe erkende natuurreservaten<br />
worden in het eerste jaar geen voorschotten uitbetaald.<br />
Deze regeling wordt pas vanaf het tweede<br />
erkenningsjaar toegepast;<br />
2° het saldo, evenals de subsidie voor de bezoekerscentra,<br />
wordt uitbetaald, na voorlegging van<br />
de jaarrapporten, voor 1 juni van het jaar volgend<br />
op het werkingsjaar waarop de subsidie betrekking<br />
heeft.<br />
§ 3. Minimum 60 % van de subsidie bedoeld voor<br />
het behalen van het natuurstreefbeeld, monitoring<br />
en openstelling van natuurreservaten moet<br />
verantwoord worden met personeelskosten samenhangend<br />
met werkzaamheden voor het behalen<br />
van het natuurstreefbeeld, de openstelling, de<br />
monitoring en begeleiding ervan, van de betreffende<br />
terreinen. Maximaal 40 % van de subsidie<br />
kan aan andere kosten besteed worden.<br />
Art. 25. De subsidie voor de huur, het behalen<br />
van het natuurstreefbeeld en het toezicht, de eer-<br />
LANDINRICHTING – NATUURBEHOUD – Vlaanderen<br />
B. Vl. Reg. 27 juni 2003<br />
ste inrichting, de monitoring, de uitzonderlijke<br />
éénmalige inrichtingen, de openstelling en het<br />
onthaal in een erkend natuurreservaat is niet cumuleerbaar<br />
met andere tegemoetkomingen vanuit<br />
het Vlaams Gewest zoals:<br />
1° vergoedingen toegekend op grond van het besluit<br />
van de Vlaamse Regering van 26 juni 1996<br />
betreffende de subsidiëring van de bebossing van<br />
landbouwgronden ter uitvoering van de verordening<br />
(EEG) 2080/92 van de Raad van 30 juni 1992<br />
tot instelling van een communautaire steunmaatregel<br />
voor bosbouwmaatregelen in de landbouw;<br />
2° vergoedingen toegekend op grond van het besluit<br />
van de Vlaamse Regering van 28 maart 2003<br />
betreffende de subsidiëring van de bebossing van<br />
landbouwgronden ter uitvoering van de verordening<br />
(EEG) nr. 1257/99 van de Raad van 17 mei<br />
1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling;<br />
3° vergoedingen toegekend op grond van het bosdecreet<br />
van 13 juni 1990;<br />
4° vergoedingen toegekend op grond van het decreet<br />
van 23 januari 1991 betreffende de bescherming<br />
van het leefmilieu tegen de verontreiniging<br />
door meststoffen;<br />
5° vergoedingen toegekend op basis van het decreet<br />
van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg;<br />
6° vergoedingen toegekend op grond van het besluit<br />
van de Vlaamse Regering van 13 april 1999<br />
betreffende de toekenning van subsidies om landbouwproductiemethoden<br />
toe te passen en het<br />
sluiten van beheersovereenkomsten ter uitvoering<br />
van de verordening (EEG) nr. 2078/92 van de<br />
Raad van 30 juni 1992 betreffende landbouwproductiemethoden<br />
die verenigbaar zijn met de eisen<br />
inzake milieubescherming, en betreffende natuurbeheer;<br />
7° vergoedingen toegekend in uitvoering van de<br />
verordening (EEG) nr. 1257/99 van de Raad van<br />
17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling;<br />
8° inrichtingsmaatregelen uitgevoerd in het kader<br />
van een natuurinrichtingsproject ter uitvoering<br />
van artikel 47 van het Natuurdecreet.<br />
HOOFDSTUK IV<br />
SLOTBEPALINGEN<br />
Art. 26. Opgeheven worden:<br />
1° (...)<br />
– Wijzigt B. Vl. Reg. 29 juni 1999 Natuurreservaten en terreinbeherende<br />
natuurverenigingen, erkenningsvoorwaarden, subsidies<br />
–Tekst conform B.S.; er is geen 2°<br />
De erkenning van de verenigingen die op basis<br />
van dit besluit werden bekomen blijven gelden.<br />
Art. 27. § 1. Voor de natuurreservaten die erkend<br />
zijn voor de inwerkingtreding van het besluit<br />
van de Vlaamse Regering van 29 juni 1999 houdende<br />
de vaststelling van de voorwaarden voor de<br />
erkenning van natuurreservaten en van terreinbe-<br />
Editie <strong>2004</strong>/I (1 januari <strong>2004</strong>) – © <strong>Larcier</strong> Deel VII 301