2004/I - Larcier
2004/I - Larcier
2004/I - Larcier
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
niet te doen en wordt een redelijke termijn overeengekomen<br />
waarbinnen het overleg moet<br />
plaatsvinden.]<br />
– Ingevoegd bij art. 14 B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S., 11 maart<br />
1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />
– Zie Verdrag 25 februari 1991 inzake milieu-effectrapportage in<br />
grensoverschrijdend verband, en Aanhangsels I, II, III, IV, V, VI,<br />
VII, gedaan te Espoo, B.S., 31 december 1999, inwerkingtreding:<br />
30 september 1999 (Lijst der gebonden Staten)<br />
HOOFDSTUK VI<br />
DE ADVIEZEN<br />
Art. 20. § 1. [De overheidsorganen die advies<br />
uitbrengen over een vergunningsaanvraag, bedoeld<br />
in artikel 6, § 1, 1°, alsmede over een beroep<br />
tegen een beslissing van de bestendige deputatie<br />
van de provincie of van het college van burgemeester<br />
en schepenen zijn:<br />
1° de afdeling Milieuvergunningen van de administratie<br />
Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer<br />
van het departement Leefmilieu en Infrastructuur;<br />
2° de bevoegde afdeling ROHM van de administratie<br />
Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten<br />
en Landschappen van het departement<br />
Leefmilieu en Infrastructuur;<br />
3° de afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg<br />
van de administratie Gezondheidszorg<br />
van het departement Welzijn, Volksgezondheid<br />
en Cultuur;<br />
4° de afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie<br />
van de administratie Economie van het departement<br />
Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse<br />
Aangelegenheden en Landbouw;<br />
5° de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor<br />
het Vlaamse Gewest;<br />
6° de Vlaamse Milieumaatschappij;<br />
7° de Vlaamse Landmaatschappij;<br />
8° de afdeling Water van de administratie voor<br />
Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het<br />
departement Leefmilieu en Infrastructuur.<br />
Tenzij anders bepaald, brengen deze overheidsorganen<br />
hun advies uit in de schoot van de milieuvergunningscommissies<br />
bedoeld in hoofdstuk VII.<br />
De afdelingen, bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°,<br />
verlenen advies over alle inrichtingen, de overige<br />
organen verlenen advies naar gelang van de aard<br />
van de inrichting, zoals bepaald in § 2, 3° tot en<br />
met 8°.<br />
Tenzij anders bepaald, brengen zij hun advies uit<br />
binnen een termijn van zestig kalenderdagen na<br />
ontvangst van het dossier, als het gaat om een vergunningsaanvraag,<br />
en van dertig kalenderdagen<br />
na ontvangst van het dossier, als het gaat om een<br />
mededeling, kleine verandering of beroep.]<br />
§ 2. De adviesverlenende overheidsorganen die<br />
advies uitbrengen over een vergunningsaanvraag<br />
[als bedoeld in artikel 6, § 1, 2°] zijn:<br />
1° de dienst van de gemeente die met het onderzoek<br />
van milieudossiers is gelast;<br />
2° wanneer het gaat om een inrichting die [in de<br />
vierde kolom «bemerkingen» van de indelingslijst]<br />
is aangeduid met letter A: de in § 1, 1° en 2° bedoelde<br />
adviesverlenende overheidsorganen;<br />
3° wanneer het gaat om een inrichting die [in de<br />
vierde kolom «bemerkingen» van de indelingslijst]<br />
is aangeduid met de letter G: het in § 1, 3° [bedoelde<br />
afdeling];<br />
4° wanneer het gaat om een inrichting die [in de<br />
vierde kolom «bemerkingen» van de indelingslijst]<br />
is aangeduid met de letter E: het in § 1, 4° [bedoelde<br />
afdeling];<br />
[5° [wanneer het gaat om een inrichting die in de<br />
vierde kolom «bemerkingen» van de indelingslijst<br />
is aangeduid met de letter «O»: de Openbare Afvalstoffenmaatschappij<br />
voor het Vlaamse Gewest;]]<br />
[6° [wanneer het gaat om een inrichting die in de<br />
vierde kolom «bemerkingen» van de indelingslijst<br />
is aangeduid met de letter «M»: de Vlaamse Milieumaatschappij;]]<br />
[7° wanneer het gaat om een inrichting die [in de<br />
vierde kolom «bemerkingen» van de indelingslijst]<br />
is aangeduid met de letter L: de Vlaamse Landmaatschappij;]<br />
[8° wanneer het gaat om een inrichting die in de<br />
vierde kolom «bemerkingen» van de indelingslijst<br />
is aangeduid met de letter «W»: de afdeling, bedoeld<br />
in § 1, 8°.]<br />
Tenzij anders bepaald, verlenen zij in dit geval<br />
hun advies binnen een termijn van dertig kalenderdagen<br />
na ontvangst van het dossier.<br />
§ 3. [De afdeling bedoeld in § 1, eerste lid, 1°] kan<br />
desgewenst adviezen inwinnen van [...] de NV<br />
Aquafin, de beheerders van gewone oppervlaktewateren,<br />
en alle andere overheidsdiensten en<br />
overheidsinstellingen die activiteiten ontwikkelen<br />
op het vlak van het leefmilieu, het waterbeleid, de<br />
landinrichting en het natuurbehoud.<br />
Tenzij anders bepaald, verlenen deze hun advies<br />
binnen een termijn van twintig kalenderdagen.<br />
Wanneer het gevraagde subadvies niet binnen<br />
deze termijn van twintig kalenderdagen is uitgebracht,<br />
wordt dit geacht gunstig te zijn.<br />
[§ 4. Wanneer een vergunningsaanvraag uitgaat<br />
van een in dit artikel bedoelde instelling of van<br />
een onderneming waarin zij een participatie<br />
heeft, is het advies van deze instelling niet vereist.]<br />
– § 1, na wijzigingen, vervangen bij art. 15 B. Vl. Reg. 12 januari<br />
1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999<br />
(art. 83)<br />
– § 2, lid 1, inleidende zin, gewijzigd bij art. 16, 1°, B. Vl. Reg. 12<br />
januari 1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999<br />
(art. 83)<br />
–§2, lid1, 2°, gewijzigd bij art. 16, 2°, B. Vl. Reg. 12 januari<br />
1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999<br />
(art. 83)<br />
– § 2, lid 1, 3°, gewijzigd bij art. 16, 2°-3°, B. Vl. Reg. 12 januari<br />
1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999<br />
(art. 83)<br />
– § 2, lid 1, 4°, gewijzigd bij art. 16, 2°-3°, B. Vl. Reg. 12 januari<br />
1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999<br />
(art. 83)<br />
– § 2, lid 1, 5°, ingevoegd bij art. 4, 3°, B. Vl. Ex. 28 oktober 1992,<br />
B.S., 2 februari 1993, err., B.S., 11 september 1993; vervangen bij<br />
MILIEUVERGUNNING – Vlaanderen<br />
B. Vl. Ex. 6 februari 1991 «Vlarem I»<br />
art. 16, 4°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding:<br />
1 mei 1999 (art. 83)<br />
–§2, lid1, 6°, ingevoegd bij art. 4, 3°, B. Vl. Ex. 28 oktober 1992,<br />
B.S., 2 februari 1993, err., B.S., 11 september 1993; vervangen bij<br />
art. 16, 5°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding:<br />
1 mei 1999 (art. 83)<br />
–§2, lid1, 7°, ingevoegd bij art. 4, 3°, B. Vl. Ex. 28 oktober 1992,<br />
B.S., 2 februari 1993, err., B.S., 11 september 1993; gewijzigd bij<br />
art. 16, 2°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding:<br />
1 mei 1999 (art. 83)<br />
–§2, lid1, 8°, ingevoegd bij art. 16, 6°, B. Vl. Reg. 12 januari<br />
1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999<br />
(art. 83)<br />
– § 3, lid 1, gewijzigd bij art. 4, 4°, B. Vl. Ex. 28 oktober 1992, B.S.,<br />
2 februari 1993, err., B.S., 11 september 1993; gewijzigd bij<br />
art. 17 B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding:<br />
1 mei 1999 (art. 83)<br />
– § 4 toegevoegd bij art. 4, 5°, B. Vl. Ex. 28 oktober 1992, B.S.,<br />
2 februari 1993, err., B.S., 11 september 1993<br />
– Zie Omzendbrief Vlarem 93/01, 28 juli 1993 betreffende het<br />
besluit van de Vlaamse Executieve van 28 oktober 1992, Belgisch<br />
Staatsblad van 2 februari 1993, tot wijziging van het besluit van<br />
de Vlaamse Executieve van 6 februari 1991, Belgisch Staatsblad<br />
van 26 juni 1991, houdende vaststelling van het Vlaams reglement<br />
betreffende de milieuvergunning, B.S., 20 augustus 1993<br />
Art. 21. § 1. Het advies van [de afdeling Milieuvergunningen<br />
van de Administratie Milieu-, Natuur-,<br />
Land- en Waterbeheer] bevat volgende gegevens:<br />
1° een gemotiveerde beoordeling van de verenigbaarheid<br />
van de inrichting waarvoor een vergunning<br />
wordt gevraagd met het leefmilieu, inclusief<br />
met de Ramsar- en de EG-vogelrichtlijngebieden,<br />
de bescherming van de oppervlakte- en grondwateren,<br />
het algemeen waterzuiveringsprogramma<br />
en het [milieubeleidsplan en de sectorale uitvoeringsplannen],<br />
alsmede met de externe veiligheid;<br />
2° indien de inrichting verenigbaar wordt geacht<br />
met het leefmilieu en de externe veiligheid, een<br />
gemotiveerd voorstel van de vergunningstermijn<br />
en vergunningsvoorwaarden, die betrekking hebben<br />
op de bescherming van het leefmilieu en de<br />
externe veiligheid;<br />
3° een gemotiveerde beoordeling over de inrichting<br />
waarvoor een vergunning wordt gevraagd,<br />
wat de bescherming van het grond- en oppervlaktewater<br />
betreft;<br />
4° indien de inrichting verenigbaar wordt geacht<br />
met de voorwaarden inzake de bescherming van<br />
het grond- en oppervlaktewater tegen verontreiniging,<br />
een gemotiveerd voorstel van de vergunningsvoorwaarden,<br />
die betrekking hebben op de<br />
bescherming van het grond- en oppervlaktewateren.<br />
§ 2. Het advies van [de bevoegde afdeling ROHM<br />
van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting<br />
en Monumenten en Landschappen] bevat<br />
volgende gegevens:<br />
1° de voorschriften en verordeningen op het vlak<br />
van stedenbouw en de ruimtelijke ordening die<br />
van toepassing zijn op de percelen, waarop de vergunningsaanvraag<br />
slaat en de beschrijving van de<br />
bestemming die, overeenkomstig de plannen van<br />
aanleg, in een straal van 500 m rond de betrokken<br />
inrichting aan de omgeving is gegeven;<br />
2° een gemotiveerde beoordeling van de verenigbaarheid<br />
van de inrichting waarvoor een vergunning<br />
wordt gevraagd met de omgeving en de goede<br />
plaatselijke ruimtelijke ordening.<br />
330 Deel VII Editie <strong>2004</strong>/I (1 januari <strong>2004</strong>) – © <strong>Larcier</strong>