03.05.2013 Views

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Op 22 december 1997 heeft de heer Theo Kelchtermans,<br />

Vlaams Minister van Leefmilieu en Tewerkstelling,<br />

de omzendbrief AZF/AOG-<br />

GI/INF/97.003 goedgekeurd ter verduidelijking<br />

van de toepassing van het bodemsaneringsdecreet<br />

ten aanzien van de overheid die optreedt als<br />

initiatiefnemer of als subsidiërende instantie.<br />

In verband met de toepassing van het Decreet is<br />

het nodig gebleken, naast de reeds verspreide omzendbrief,<br />

uw aandacht te vestigen op de bijgevoegde<br />

besteksbepalingen die de aanvoer en de<br />

afvoer van grond, bij het uitvoeren van een werk,<br />

regelen.<br />

Deze richtlijnen die de bepalingen van de bovengenoemde<br />

omzendbrief van 22 december 1997<br />

aanvullen, worden van kracht gebracht voor alle<br />

ontwerpen die na 1 maart 2000 in aanbesteding<br />

worden gesteld.<br />

Omzendbrief betreffende de besteksbepalingen<br />

voor de aanvoer en de afvoer van grond<br />

Op 22 februari 1995 heeft de Vlaamse Raad een<br />

Decreet houdende de regeling van de bodemsanering<br />

aangenomen. Dit decreet werd gewijzigd op<br />

26 mei 1998 waar inzonderheid verwezen wordt<br />

naar artikel 48bis.<br />

Op 5 maart 1996 heeft de Vlaamse Regering een<br />

uitvoeringsbesluit getroffen waarbij het reglement<br />

betreffende de bodemsanering werd vastgesteld.<br />

Het decreet houdende de regeling van de bodemsanering<br />

stelt dat wie door een emissie bodemverontreiniging<br />

heeft veroorzaakt, aansprakelijk is<br />

voor de kosten die daardoor overeenkomstig dit<br />

decreet gemaakt worden. Deze omzendbrief geeft<br />

aan hoe de opdrachtgevers en de aannemers, in<br />

toepassing van het Decreet, rekening kunnen<br />

houden met de specifieke risico's op bodemverontreiniging<br />

bij de aanvoer en de afvoer van<br />

grond.<br />

De omzendbrief werd opgesteld in overeenstemming<br />

met het ontwerp van uitvoeringsbesluit bij<br />

het artikel 48bis van het bodemsaneringsdecreet,<br />

zoals principieel goedgekeurd door de Vlaamse<br />

Regering op 4 mei 1999, dat de nadere regelen bepaalt<br />

voor het gebruik van uitgegraven bodem<br />

teneinde de verspreiding van bodemverontreiniging<br />

te beheersen en is een aanvulling op de omzendbrief<br />

AZF/AOGGI/INF/97.003 ter verduidelijking<br />

van de toepassing van het bodemsaneringsdecreet.<br />

A. Algemeenheden<br />

Er wordt vooreerst gesteld dat in de huidige omzendbrief<br />

gesproken wordt van «grond» daar waar<br />

de wetgever spreekt van «uitgegraven bodem» zoals<br />

bedoeld in artikel 48bis van het bodemsaneringsdecreet.<br />

In de regel wordt ernaar gestreefd het grondverzet<br />

binnen de aanneming in evenwicht te houden, ermee<br />

rekening houdend dat geen nieuwe verontreiniging<br />

wordt veroorzaakt op een ander kadastraal<br />

perceel.<br />

A.1 In geval van overtollige grond, die buiten het<br />

terrein van de kadastrale werkzone moet afgevoerd<br />

worden, geven de aanbestedingsdocumenten<br />

aan welke de herkomst en de kwaliteit van de<br />

grond is, zodat de inschrijvers hiermede kunnen<br />

rekening houden bij de opmaak van hun offerte.<br />

De kosten voor het vaststellen van de kwaliteit van<br />

de grond is voor rekening van de opdrachtgever.<br />

A.2 In geval van aanvoer van grond door de aannemer,<br />

wordt grond behandeld als een (ander)<br />

product. Dit betekent dat de grond maar mag tewerkgesteld<br />

worden wanneer voorafgaandelijk is<br />

aangetoond dat de grond voldoet aan de kwaliteitseisen<br />

– zowel grondmechanisch als inzake<br />

milieueisen – in het bestek vermeld.<br />

Het voorafgaandelijk onderzoek gebeurt op kosten<br />

van de aannemer, ofwel ingevolge het nemen<br />

en beproeven van grondmonsters door een erkend<br />

bodemsaneringsdeskundige of een milieudeskundige<br />

erkend in de discipline bodem overeenkomstig<br />

de bepalingen van VLAREM II, in opdracht<br />

van het bestuur op de werf ofwel omdat de<br />

aannemer aantoont aan de hand van vrachtdocumenten,<br />

afgeleverd door een bevoegde onpartijdige<br />

bodembeheerorganisatie, dat de grond aan de<br />

besteksbepalingen, opgesteld overeenkomstig de<br />

toepassingsmogelijkheden voorgeschreven door<br />

OVAM, voldoet.<br />

Niets belet de leidende ambtenaar naar aanleiding<br />

van de levering van grond bijkomende proeven<br />

te laten uitvoeren. Deze zijn dan ten laste van<br />

de opdrachtgever. In de beginperiode van de toepassing<br />

van deze omzendbrief zal het opdrachtgevend<br />

bestuur altijd een bijkomend grondonderzoek<br />

laten uitvoeren.<br />

Daarnaast blijven de proeven met betrekking tot<br />

de verwerking van grond onverminderd van toepassing.<br />

A.3 Het bestek beschrijft naast de bouwtechnische<br />

eisen van de grond ook de milieuhygiënische eisen<br />

waaraan de grond moet voldoen om in aanmerking<br />

te komen voor de nuttige toepassing als<br />

bodem, in een ophoging of een aanvulling, of voor<br />

de toepassing in of als bouwstof. De grond, die<br />

aangevoerd wordt, moet voldoen aan de voorwaarden<br />

zoals voorgeschreven door OVAM.<br />

Er zijn 2 mogelijkheden:<br />

1. De aanbestedende overheid geeft in het bestek<br />

eveneens aan of de bodem als bodem, in of als<br />

bouwstof of op een andere wijze wordt toegepast.<br />

Ook het bestemmingstype, zoals bepaald in Vlarebo,<br />

dat van toepassing is op de terreinen waar de<br />

werken plaatsvinden, wordt in het bestek ingeschreven.<br />

2. De aanbestedende overheid omschrijft de technische<br />

uitvoeringsmodaliteiten die de aannemer<br />

dient te respecteren indien hij grond wenst te gebruiken<br />

die niet aan de voorwaarden voor de nuttige<br />

toepassing als bodem of in of als bouwstof<br />

voldoet. De concentratievoorwaarden (samenstellingsgrenzen<br />

en maximale uitloogbaarheid) die<br />

hierbij gelden, worden eveneens in het bestek opgenomen.<br />

BODEM – Vlaanderen – Algemeen<br />

Aanv. omzendbrief (AZF/AOGGI/INF/004) 26 oktober 1999<br />

B. Aanvoer van grond<br />

B.1 Keuring<br />

B.1.1 Voorafgaande keuring<br />

Het bestek bepaalt de keuringseisen van de aan te<br />

voeren grond. De aannemer dient vóór het aanvoeren<br />

van de grond een bemonstering en analyse<br />

van de grond te laten uitvoeren door een erkend<br />

bodemsaneringsdeskundige of een milieudeskundige<br />

erkend in de discipline bodem overeenkomstig<br />

de bepalingen van VLAREM II.<br />

Deze gebeuren op de plaats van herkomst of op<br />

een tijdelijke opslagplaats (TOP) als zodanig aanvaard<br />

door de bevoegde onpartijdige bodembeheerorganisatie.<br />

De aannemer dient bij levering van de grond op<br />

de werf aan de opdrachtgever vrachtdocumenten<br />

te leveren, uitgegeven door een bevoegde onpartijdige<br />

bodembeheerorganisatie, die aantonen dat<br />

de grond overeenstemt met deze waarop de beoordeling<br />

van toepassing is.<br />

B.1.2 Melding van aanvoer<br />

De aanvoer van grond wordt altijd gemeld. De<br />

aannemer dient bij de aanbestedende overheid<br />

een schriftelijke «melding van aanvoer» in, die in<br />

volgorde de volgende inlichtingen vermeld:<br />

– nummer van het bestek;<br />

– titel van het bestek;<br />

– de datum of periode van aanvoer;<br />

– plaats van herkomst van de grond;<br />

– plaats van bestemming van de grond;<br />

– de posten van de opmetingstabel van het bestek<br />

met betrekking op de aanvoer van grond;<br />

– een bodembeheerrapport van de grond afgeleverd<br />

door een bevoegde onpartijdige bodembeheerorganisatie<br />

aanvaard door de aanbestedende<br />

overheid;<br />

– eventueel de vakken waarin de grond wordt verwerkt.<br />

Voor het indienen van de melding wordt gebruik<br />

gemaakt van een standaardformulier. De schriftelijke<br />

melding van aanvoer dient uiterlijk vijf werkdagen<br />

voorafgaand aan de aanvoer van de grond<br />

aan de bestedende overheid te worden overgemaakt.<br />

De melding wordt bij overhandiging genoteerd in<br />

het dagboek der werken.<br />

B.1.3 Keuring op de werf<br />

Ongeacht de voorafgaande keuring zal in de beginperiode<br />

van de toepassing van deze omzendbrief<br />

door de opdrachtgever altijd een summier<br />

aanvullend grondonderzoek naar herkomst en<br />

kwaliteit gebeuren. Het bestek bepaalt de wijze<br />

van bemonstering en analyse van monsters. In het<br />

dagboek der werken wordt het resultaat van de<br />

eventuele controlekeuring genoteerd.<br />

75 Deel VII Editie <strong>2004</strong>/I (1 januari <strong>2004</strong>) – © <strong>Larcier</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!