2004/I - Larcier
2004/I - Larcier
2004/I - Larcier
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vangstbewijs een voor eensluidend verklaard afschrift<br />
van de beslissing alsmede van het in<br />
artikel 31 § 3 bedoelde attest ter kennisgeving<br />
aan:<br />
– de exploitant;<br />
– de Gouverneur van de provincie waartoe de percelen<br />
van de inrichting behoren;<br />
– de overheidsorganen die overeenkomstig<br />
artikel 20 advies moeten verlenen;<br />
– het Bestuur voor Milieu-inspectie van de Administratie<br />
Milieu, Natuur en Landinrichting van het<br />
Departement Leefmilieu en Infrastructuur;<br />
– de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het<br />
Vlaamse Gewest;<br />
– de Vlaamse Milieumaatschappij;<br />
– de Technische Inspectie van de Administratie<br />
voor Arbeidsveiligheid van het Ministerie van Tewerkstelling<br />
en Arbeid;<br />
–de NV Aquafin;<br />
– het comité voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing<br />
der werkplaatsen van de inrichting bedoeld<br />
in het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming,<br />
in zoverre dit bestaat;<br />
6° stilzwijgende weigering:<br />
a) indien binnen een termijn van drie maanden te<br />
rekenen vanaf de datum van verzending van de in<br />
artikel 36, 1°, d) bedoelde brief of, in voorkomend<br />
geval, bij het verstrijken van de overeenkomstig<br />
het besluit bedoeld in sub 4°, a) verlengde termijn,<br />
door het College van Burgemeester en Schepenen<br />
geen uitspraak is gedaan, wordt de aangevraagde<br />
vergunning geacht te zijn geweigerd;<br />
b) de burgemeester of de in sub 1°, a) vermelde<br />
gemachtigde ambtenaar licht binnen een termijn<br />
van tien kalenderdagen na het verstrijken van de<br />
in sub a) vermelde termijn de aanvrager in over<br />
voormelde stilzwijgende weigering met de mededeling<br />
dat hiertegen overeenkomstig artikel 10<br />
van het decreet beroep kan worden aangetekend.<br />
– Inleidende zin gewijzigd bij art. 33, 1°, B. Vl. Reg. 12 januari<br />
1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999<br />
(art. 83)<br />
–1°, a), aangevuld bij art. 33, 2°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S.,<br />
11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />
–2°, a), gewijzigd bij art. 33, 3°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S.,<br />
11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />
–3°, b), vervangen bij art. 33, 4°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S.,<br />
11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />
Afdeling IV<br />
Bijzondere bepalingen<br />
Art. 37. § 1. In afwijking van de bepalingen van<br />
artikel 36, 4° gelden voor de uitspraak over een<br />
vergunningsaanvraag als bedoeld in [artikel 6,<br />
§1, 2°, d)] de volgende bepalingen:<br />
a) in voorkomend geval, beslist het College van<br />
Burgemeester en Schepenen binnen een termijn<br />
van vijftig kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum<br />
van verzending van de in artikel 36, 1°, d), bedoelde<br />
brief, de termijn voor behandeling van de<br />
milieuvergunningsaanvraag te verlengen met een<br />
termijn van maximum 1 maand; deze beslissing<br />
wordt gemotiveerd; in dat geval wordt het besluit<br />
of een voor eensluidend verklaard afschrift ervan<br />
door de burgemeester of de in artikel 36, 1°,<br />
a) vermelde gemachtigde ambtenaar binnen vijf<br />
kalenderdagen na het treffen van de beslissing per<br />
ter post aangetekende zending aan de aanvrager<br />
gezonden;<br />
b) binnen een termijn van twee maanden te rekenen<br />
vanaf de datum van verzending van de in<br />
artikel 36, 1°, d) bedoelde brief of, in voorkomend<br />
geval, vóór het verstrijken van de overeenkomstig<br />
het besluit bedoeld in sub a) verlengde termijn,<br />
doet het College van Burgemeester en Schepenen<br />
uitspraak over de milieuvergunningsaanvraag<br />
overeenkomstig het bepaalde in artikel 30.<br />
§ 2. In afwijking van de bepalingen van artikel 36,<br />
4° bedraagt voor een vergunningsaanvraag, als<br />
bedoeld in [artikel 6, § 1, 2°, d)], de in artikel 36,<br />
6°, a) bedoelde termijn twee maanden te rekenen<br />
vanaf de datum van verzending van de in<br />
artikel 36, 1°, d) bedoelde brief, in voorkomend<br />
geval verlengd overeenkomstig het besluit bedoeld<br />
in § 1, a).<br />
– § 1, inleidende zin, vervangen bij art. 34, 1°, B. Vl. Reg. 12 januari<br />
1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999<br />
(art. 83)<br />
– § 2 gewijzigd bij art. 34, 2°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S.,<br />
11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />
Art. 38. § 1. De exploitant van een inrichting die<br />
na haar inbedrijfstelling vergunningplichtig<br />
wordt door aanvulling of wijziging van de indelingslijst,<br />
dient binnen een termijn van zes maanden,<br />
te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding<br />
van die aanvulling of wijziging, een vergunningsaanvraag<br />
in te dienen overeenkomstig de<br />
bepalingen van de artikelen 5 en 6.<br />
[Bij deze vergunningsaanvraag dient evenwel<br />
geen uittreksel uit het kadastraal plan noch een<br />
milieu-effectrapport of veiligheidsrapport gevoegd<br />
te worden. Overeenkomstig artikel 19bis,<br />
§ 2 van het decreet is deze aanvraag niet onderworpen<br />
aan dossiertaks.]<br />
§ 2. [In afwijking van artikel 35 en 36 is voor de<br />
milieuvergunningsaanvragen, bedoeld in § 1, de<br />
volgende procedure van toepassing:<br />
1° voor de aanvragen waarvoor de bestendige deputatie<br />
van de provincie bevoegd is, verloopt de<br />
procedure als volgt:<br />
a) onderzoek ontvankelijkheid en volledigheid:<br />
overeenkomstig artikel 35, 1°;<br />
b) advies van college van burgemeester en schepenen:<br />
de bestendige deputatie van de provincieraad<br />
of de door haar daartoe gemachtigde<br />
ambtenaar stuurt op de dag van de verzending<br />
van de brief, bedoeld in artikel 35, 1°, d), een verzoek<br />
om advies, samen met een exemplaar van<br />
het volledige vergunningsaanvraagdossier met de<br />
bijlagen, naar het bevoegde college van burgemeester<br />
en schepenen; dit college geeft zijn advies<br />
over dit dossier binnen een termijn van dertig kalenderdagen<br />
na ontvangst van voormeld verzoek<br />
om advies; de burgemeester of zijn daartoe ge-<br />
MILIEUVERGUNNING – Vlaanderen<br />
B. Vl. Ex. 6 februari 1991 «Vlarem I»<br />
machtigde ambtenaar stuurt het advies binnen<br />
een termijn van tien kalenderdagen na de datum<br />
waarop dit advies door het college van burgemeester<br />
en schepenen werd uitgebracht, aan de<br />
bestendige deputatie van de provincieraad; als er<br />
binnen de gestelde termijn geen advies is, kan de<br />
zaak doorgaan;<br />
c) uitspraak: binnen een termijn van vier maanden<br />
te rekenen vanaf de datum van verzending<br />
van de brief, bedoeld in artikel 35, 1°, d), doet de<br />
bestendige deputatie van de provincieraad een<br />
uitspraak over de milieuvergunningsaanvraag; in<br />
voorkomend geval wordt een volledig of gedeeltelijk<br />
positieve beslissing bij wege van akteneming<br />
verleend, geldend als vergunning voor een termijn<br />
van vijf jaar;<br />
d) bekendmaking: overeenkomstig artikel 35, 5°;<br />
2° voor de aanvragen waarvoor het college van<br />
burgemeester en schepenen bevoegd is verloopt<br />
de procedure als volgt:<br />
a) onderzoek ontvankelijkheid en volledigheid:<br />
overeenkomstig artikel 36, 1°;<br />
b) uitspraak: binnen een termijn van drie maanden<br />
te rekenen vanaf de datum van verzending<br />
van de brief, bedoeld in artikel 36, 1°, d), doet het<br />
college van burgemeester en schepenen uitspraak<br />
over de milieuvergunningsaanvraag; in voorkomend<br />
geval wordt een volledig of gedeeltelijk positieve<br />
beslissing bij wege van akteneming verleend,<br />
geldend als vergunning voor een termijn<br />
van vijf jaar;<br />
c) bekendmaking: overeenkomstig artikel 36, 5°.]<br />
§ 3. In afwijking van artikel 5 mag de exploitatie<br />
van een in § 1 bedoelde inrichting worden voortgezet<br />
tot een definitieve beslissing, al of niet stilzwijgend,<br />
is genomen over de binnen de in § 1 bedoelde<br />
termijn ingediende vergunningsaanvraag.<br />
§ 4. Indien de exploitant de milieuvergunningsaanvraag<br />
voor een in § 1 bedoelde inrichting niet<br />
binnen de in § 1 bedoelde termijn heeft ingediend,<br />
dient de exploitatie bij het verstrijken van<br />
de in § 1 bedoelde termijn stopgezet.<br />
§ 5. Wanneer een vergunde inrichting door aanvulling<br />
of wijziging van de indelingslijst naar een<br />
andere klasse overgaat, blijven de toegestane vergunningen<br />
geldig voor de duur van de lopende<br />
vergunningen.<br />
– § 1, lid 2, vervangen bij art. 35, 1°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999,<br />
B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />
– § 2, na wijzigingen, vervangen bij art. 35, 2°, B. Vl. Reg. 12 januari<br />
1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999<br />
(art. 83)<br />
Art. 39. § 1. De hernieuwing van een vergunning<br />
andere dan deze bedoeld in [artikel 6, § 1, 2°,<br />
d)] dient overeenkomstig de bepalingen van de<br />
artikelen 5 en 6 aangevraagd tussen de achttiende<br />
en de twaalfde maand vóór het verstrijken van de<br />
lopende vergunning.<br />
De beslissing over deze vergunningsaanvraag laat<br />
de termijn en voorwaarden van de lopende vergunning<br />
onverkort van toepassing.<br />
Editie <strong>2004</strong>/I (1 januari <strong>2004</strong>) – © <strong>Larcier</strong> Deel VII 339