03.05.2013 Views

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

2004/I - Larcier

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

– de stopzetting of geleidelijke beëindiging van lozingen,<br />

emissies en verliezen van de in overeenstemming<br />

met lid 3 vastgestelde stoffen, met inbegrip<br />

van een geschikt tijdschema hiervoor. Het<br />

tijdschema gaat niet verder dan 20 jaar na de vaststelling<br />

van deze voorstellen door het Europees<br />

Parlement en de Raad in overeenstemming met<br />

dit artikel.<br />

Daarbij geeft zij voor zowel puntbronnen als diffuse<br />

bronnen aan welk niveau en welke combinatie<br />

van product- en procesbeheersingsmaatregelen<br />

uit het oogpunt van kosteneffectiviteit en evenredigheid<br />

geschikt zijn en houdt zij rekening met<br />

uniforme communautaire emissiegrenswaarden<br />

voor procesbeheersingsmaatregelen. Zo nodig<br />

kunnen procesbeheersingsmaatregelen op communautair<br />

niveau per sector worden vastgesteld.<br />

Houden productbeheersingsmaatregelen een<br />

toetsing in van de toepasselijke toestemmingen<br />

die zijn afgegeven ingevolge Richtlijn<br />

91/414/EEG en Richtlijn 98/8/EG, dan geschiedt<br />

die toetsing volgens de bepalingen van die richtlijnen.<br />

Elk voorstel voor beheersingsmaatregelen<br />

bevat regelingen voor de toetsing en de bijwerking,<br />

alsmede de beoordeling van de doelmatigheid<br />

van die maatregelen.<br />

7. De Commissie dient voorstellen in voor kwaliteitsnormen<br />

voor de concentraties van de prioritaire<br />

stoffen in oppervlaktewater, sedimenten of<br />

biota.<br />

8. Uiterlijk twee jaar na de plaatsing van de betrokken<br />

stof op de lijst van prioritaire stoffen dient<br />

de Commissie, in overeenstemming met de<br />

leden 6 en 7, voorstellen in die ten minste betrekking<br />

hebben op emissiebeheersingsmaatregelen<br />

voor puntbronnen en milieukwaliteitsnormen. Is<br />

er voor stoffen van de eerste lijst van prioritaire<br />

stoffen zes jaar na de datum van inwerkingtreding<br />

van deze richtlijn op het niveau van de Gemeenschap<br />

geen akkoord bereikt, dan stellen de Lid-<br />

Staten milieukwaliteitsnormen voor die stoffen<br />

vast voor alle oppervlaktewateren die door lozingen<br />

van die stoffen worden beïnvloed, alsmede<br />

beheersingsmaatregelen voor de belangrijkste<br />

bronnen van die lozingen, onder andere op basis<br />

van een beoordeling van alle technische verminderingsopties.<br />

Voor stoffen die later op de lijst van<br />

prioritaire stoffen worden geplaatst, nemen de<br />

Lid-Staten bij gebreke van een akkoord op Gemeenschapsniveau<br />

zulke maatregelen vijf jaar na<br />

de datum van plaatsing op de lijst.<br />

9. De Commissie kan strategieën uitwerken ter bestrijding<br />

van waterverontreiniging door gelijk<br />

welke andere verontreinigende stoffen of groepen<br />

van verontreinigende stoffen, met inbegrip van<br />

verontreiniging ten gevolge van ongevallen.<br />

10. Bij het opstellen van voorstellen uit hoofde<br />

van de leden 6 en 7 toetst de Commissie ook alle<br />

in bijlage IX genoemde richtlijnen. Vóór de in lid 8<br />

bedoelde datum stelt zij een herziening voor van<br />

de in bijlage IX bedoelde beheersingsmaatregelen<br />

voor alle stoffen op de lijst van prioritaire stoffen,<br />

alsmede passende maatregelen, waaronder de<br />

eventuele intrekking van de beheersingsmaatre-<br />

gelen overeenkomstig bijlage IX voor alle andere<br />

stoffen.<br />

Alle beheersingsmaatregelen overeenkomstig<br />

bijlage IX waarvoor een herziening wordt voorgesteld,<br />

worden bij de inwerkingtreding van die herziening<br />

ingetrokken.<br />

11. De door de Commissie voorgestelde lijst van<br />

prioritaire stoffen, bedoeld in de leden 2 en 3,<br />

wordt na vaststelling door het Europees Parlement<br />

en de Raad als bijlage X aan deze richtlijn<br />

gehecht. De herziening zoals bedoeld in lid 4 geschiedt<br />

volgens dezelfde procedure.<br />

Art. 17. Strategieën ter voorkoming en beheersing<br />

van grondwaterverontreiniging<br />

1. Het Europees Parlement en de Raad stellen specifieke<br />

maatregelen vast ter voorkoming en beheersing<br />

van grondwaterverontreiniging. Die<br />

maatregelen zijn gericht op het bereiken van een<br />

goede chemische toestand van het grondwater in<br />

overeenstemming met artikel 4, lid 1, onder b), en<br />

zij worden vastgesteld op basis van door de Commissie<br />

binnen twee jaar na de inwerkingtreding<br />

van deze richtlijn ingediende voorstellen, in overeenstemming<br />

met de in het Verdrag vastgelegde<br />

procedures.<br />

2. Bij het voorstellen van de maatregelen houdt de<br />

Commissie rekening met de analyse die wordt uitgevoerd<br />

overeenkomstig artikel 5 en bijlage II. Die<br />

maatregelen worden eerder voorgesteld indien<br />

gegevens beschikbaar zijn, en ze omvatten:<br />

a) criteria voor de beoordeling van de goede chemische<br />

toestand van grondwater, in overeenstemming<br />

met bijlage II, punt 2.2, en bijlage V,<br />

punten 2.3.2 en 2.4.5;<br />

b) criteria voor het vaststellen van een significante<br />

en aanhoudende stijgende tendens en voor het<br />

bepalen van de beginpunten voor omkeringen in<br />

tendensen die gebruikt moeten worden in overeenstemming<br />

met bijlage V, punt 2.4.4.<br />

3. De maatregelen die uit de toepassing van lid 1<br />

voortvloeien, worden opgenomen in de krachtens<br />

artikel 11 vereiste maatregelenprogramma's.<br />

4. Bij gebreke van krachtens lid 2 vastgestelde criteria<br />

op Gemeenschapsniveau stellen de Lid-Staten<br />

geschikte criteria vast uiterlijk vijf jaar na de<br />

datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.<br />

5. Bij gebreke van krachtens lid 4 op nationaal niveau<br />

vastgestelde criteria, geldt voor de ombuiging<br />

van de stijgende tendens als beginpunt een<br />

maximum van 75 % van het niveau van de in de<br />

bestaande communautaire wetgeving vastgestelde<br />

kwaliteitsnormen voor grondwater.<br />

Art. 18. Rapportage door de Commissie<br />

1. De Commissie publiceert uiterlijk twaalf jaar na<br />

de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn<br />

en vervolgens om de zes jaar een verslag over de<br />

uitvoering van deze richtlijn en legt dit voor aan<br />

het Europees Parlement en de Raad.<br />

2. Het verslag bevat het volgende:<br />

WATER – Internationaal, Europees en federaal<br />

Richtl. 2000/60/EG E.P. en de Raad 23 oktober 2000<br />

a) een beoordeling van de bij de uitvoering van de<br />

richtlijn geboekte vooruitgang;<br />

b) een met het Europees Milieuagentschap gecoördineerde<br />

beoordeling van de oppervlaktewatertoestand<br />

en de grondwatertoestand in de Gemeenschap;<br />

c) een onderzoek van de overeenkomstig<br />

artikel 15 ingediende stroomgebiedsbeheersplannen,<br />

met inbegrip van suggesties ter verbetering<br />

van toekomstige plannen;<br />

d) een samenvatting van de reacties op de verslagen<br />

of aanbevelingen van de Lid-Staten aan de<br />

Commissie overeenkomstig artikel 12;<br />

e) een samenvatting van overeenkomstig<br />

artikel 16 ontwikkelde voorstellen, beheersingsmaatregelen<br />

en strategieën;<br />

f) een samenvatting van de antwoorden op de opmerkingen<br />

van het Europees Parlement en de<br />

Raad over vorige uitvoeringsverslagen.<br />

3. De Commissie publiceert tevens een verslag<br />

over de bij de uitvoering geboekte vooruitgang,<br />

dat gebaseerd is op de door de Lid-Staten overeenkomstig<br />

artikel 15, lid 2, ingediende beknopte verslagen,<br />

en legt dit voor aan het Europees Parlement<br />

en de Lid-Staten, zulks uiterlijk twee jaar na<br />

de in de artikelen 5 en 8 bedoelde data.<br />

4. Binnen drie jaar na de publicatie van elk verslag<br />

uit hoofde van lid 1 publiceert de Commissie een<br />

tussentijds verslag dat de bij de uitvoering geboekte<br />

vooruitgang beschrijft op basis van de in<br />

artikel 15, lid 3, bedoelde tussentijdse verslagen<br />

van de Lid-Staten. Dit verslag wordt voorgelegd<br />

aan het Europees Parlement en de Raad.<br />

5. De Commissie roept, wanneer zulks noodzakelijk<br />

is in het licht van de rapportagecyclus, een<br />

conferentie bijeen van de bij het communautaire<br />

waterbeleid betrokken partijen van alle Lid-Staten,<br />

waar deze opmerkingen kunnen maken over<br />

de uitvoeringsverslagen van de Commissie en ervaringen<br />

kunnen uitwisselen.<br />

Tot de deelnemers moeten behoren vertegenwoordigers<br />

van de bevoegde autoriteiten, het Europees<br />

Parlement, non-gouvernementele organisaties,<br />

de sociale en economische partners, consumentenorganisaties,<br />

academici en andere deskundigen.<br />

Art. 19. Plannen voor toekomstige maatregelen<br />

van de Gemeenschap<br />

1. De Commissie dient eens per jaar ter informatie<br />

bij het comité van artikel 21 een indicatief plan in<br />

van de maatregelen met gevolgen voor de waterwetgeving<br />

die zij voornemens is in de naaste toekomst<br />

in te dienen, met inbegrip van maatregelen<br />

die hun oorsprong vinden in de overeenkomstig<br />

artikel 16 ontwikkelde voorstellen, beheersingsmaatregelen<br />

en strategieën. De Commissie dient<br />

uiterlijk twee jaar na de datum van inwerkingtreding<br />

van deze richtlijn voor het eerst een dergelijk<br />

verslag in.<br />

446 Deel VII Editie <strong>2004</strong>/I (1 januari <strong>2004</strong>) – © <strong>Larcier</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!