2004/I - Larcier
2004/I - Larcier
2004/I - Larcier
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
§ 3. Het advies van [de afdeling Preventieve en Sociale<br />
Gezondheidszorg van de administratie Gezondheidszorg]<br />
bevat volgende gegevens:<br />
1° een gemotiveerde beoordeling over de inrichting<br />
waarvoor een vergunning wordt gevraagd,<br />
wat het gezondheidsaspect betreft;<br />
2° indien de inrichting verenigbaar wordt geacht<br />
met de voorwaarden inzake de gezondheid, een<br />
gemotiveerd voorstel van de vergunningsvoorwaarden<br />
die betrekking hebben op de gezondheid<br />
van de mens.<br />
§ 4. [Het advies van [de afdeling Natuurlijke Rijkdommen<br />
en Energie van de administratie Economie]<br />
bevat volgende gegevens:<br />
1. een gemotiveerde beoordeling over de inrichting<br />
waarvoor een vergunning wordt gevraagd<br />
wat betreft het beheer van de natuurlijke rijkdommen,<br />
het ontginningsbeleid en het gevaar voor<br />
grondverschuivingen en/of instortingen;<br />
2. indien de inrichting verenigbaar wordt geacht<br />
met het ontginningsbeleid, een gemotiveerd voorstel<br />
van de vergunningsvoorwaarden die betrekking<br />
hebben op het voorkomen van grondverschuivingen<br />
en/of instortingen;]<br />
[3. wanneer het een inrichting betreft die in de<br />
4de kolom van de indelingslijst is aangeduid met<br />
de letter X, een beoordeling van het doelmatig gebruik<br />
van energie in de installatie.]<br />
[§ 5. Het advies van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij<br />
voor het Vlaamse Gewest bevat volgende<br />
gegevens:<br />
1. een gemotiveerde beoordeling over de inrichting<br />
waarvoor een vergunning wordt aangevraagd<br />
wat de voorkoming, de productie en [de<br />
verwerking] van afvalstoffen betreft en wat betreft<br />
het beheer van de afvalstromen.<br />
2. indien de inrichting verenigbaar wordt geacht<br />
met de bepalingen van het [milieubeleidsplan en<br />
de sectorale uitvoeringsplannen] en met de voorwaarden<br />
inzake afvalstoffenbeheer, een gemotiveerd<br />
voorstel van vergunningstermijn en van vergunningsvoorwaarden<br />
die betrekking hebben op<br />
de productie, [de verwerking] en de voorkoming<br />
van afvalstoffen, het beheer van afvalstromen en<br />
het voorkomen van verontreiniging ten gevolge<br />
van afvalstoffen.]<br />
[§ 6. Het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij<br />
bevat volgende gegevens:<br />
1. met betrekking tot het lozen van afvalwater:<br />
a) een gemotiveerde beoordeling over de herkomst<br />
van het afvalwater en de verenigbaarheid<br />
van de aangevraagde lozing met het algemeen<br />
waterzuiveringsprogramma en, in geval van<br />
rechtstreekse of onrechtstreekse lozing in oppervlaktewater,<br />
met de kwaliteit van het ontvangende<br />
oppervlaktewater en met de geplande investeringen<br />
voor de zuivering van bedoeld oppervlaktewater;<br />
b) indien de aangevraagde lozing verenigbaar<br />
wordt geacht met het algemeen waterzuiveringsprogramma,<br />
met de kwaliteit van het ontvangen-<br />
de oppervlaktewater en met de geplande of reeds<br />
bestaande infrastructuur voor de zuivering van<br />
het ontvangende water, een gemotiveerd voorstel<br />
van vergunningsvoorwaarden die betrekking hebben<br />
op de maximaal toelaatbare vuilvracht;<br />
2. met betrekking tot de emissie van afvalgassen<br />
in de atmosfeer:<br />
a) een gemotiveerde beoordeling over de verenigbaarheid<br />
van de aangevraagde emissie met de<br />
kwaliteit van de omgevingslucht;<br />
b) indien de aangevraagde emissie verenigbaar<br />
wordt geacht met de kwaliteit van de omgevingslucht,<br />
een gemotiveerd voorstel van vergunningsvoorwaarden<br />
die betrekking hebben op de maximaal<br />
toelaatbare emissie.]<br />
[§ 7. Het advies van de Vlaamse Landmaatschappij<br />
bevat volgende gegevens:<br />
1. een gemotiveerde beoordeling over de verenigbaarheid<br />
van de inrichting waarvoor een vergunning<br />
wordt gevraagd met het decreet inzake de<br />
bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging<br />
door meststoffen en zijn uitvoeringsbesluiten.<br />
2. indien de inrichting verenigbaar wordt geacht<br />
met het voornoemde decreet en zijn uitvoeringsbesluiten,<br />
een gemotiveerd voorstel van de vergunningsvoorwaarden<br />
die betrekking hebben op<br />
de opslag en verwerking van dierlijke mest.]<br />
[§ 8. Het advies van de afdeling Water van de administratie<br />
voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer<br />
bevat volgende gegevens:<br />
1° een gemotiveerde beoordeling over de inrichting<br />
waarvoor een vergunning wordt aangevraagd,<br />
wat betreft de kwantitatieve effecten op<br />
het beheer van de watervoerende en/of de ontvangende<br />
grondwaterlaag enerzijds en op de<br />
openbare en private bovengrondse eigendommen<br />
anderzijds;<br />
2° indien de inrichting verenigbaar wordt geacht<br />
met het grondwaterbeheersbeleid, een gemotiveerd<br />
voorstel van de vergunningsvoorwaarden<br />
die betrekking hebben op het grondwaterbeheer<br />
en het voorkomen van schade aan de openbare en<br />
private bovengrondse eigendommen.]<br />
– § 1, inleidende zin, gewijzigd bij art. 18, 1°, B. Vl. Reg. 12 januari<br />
1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999<br />
(art. 83)<br />
–§1, 1°, gewijzigd bij art. 18, 2°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S.,<br />
11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />
– § 2, inleidende zin, gewijzigd bij art. 18, 3°, B. Vl. Reg. 12 januari<br />
1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999<br />
(art. 83)<br />
– § 3, inleidende zin, gewijzigd bij art. 18, 4°, B. Vl. Reg. 12 januari<br />
1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999<br />
(art. 83)<br />
– § 4 vervangen bij art. 5, 1°, B. Vl. Ex., 28 oktober 1992, B.S.,<br />
2 februari 1993, err., B.S., 11 september 1993<br />
– § 4, inleidende zin, gewijzigd bij art. 18, 5°, B. Vl. Reg. 12 januari<br />
1999, B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999<br />
(art. 83)<br />
– § 4, 3, ingevoegd bij art. 18, 6°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S.,<br />
11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />
– § 5 toegevoegd bij art. 5, 2°, B. Vl. Ex., 28 oktober 1992, B.S.,<br />
2 februari 1993, err., B.S., 11 september 1993<br />
– § 5, 1, gewijzigd bij art. 18, 7°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S.,<br />
11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />
– § 5, 2, gewijzigd bij art. 18, 7°-8°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999,<br />
B.S., 11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />
MILIEUVERGUNNING – Vlaanderen<br />
B. Vl. Ex. 6 februari 1991 «Vlarem I»<br />
– § 6 toegevoegd bij art. 5, 2°, B. Vl. Ex., 28 oktober 1992, B.S.,<br />
2 februari 1993, err., B.S., 11 september 1993<br />
– § 7 toegevoegd bij art. 5, 2°, B. Vl. Ex., 28 oktober 1992, B.S.,<br />
2 februari 1993, err., B.S., 11 september 1993<br />
– § 8 toegevoegd bij art. 18, 9°, B. Vl. Reg. 12 januari 1999, B.S.,<br />
11 maart 1999, inwerkingtreding: 1 mei 1999 (art. 83)<br />
HOOFDSTUK VII<br />
DE MILIEUVERGUNNINGSCOMMISSIES<br />
Afdeling I<br />
De provinciale<br />
milieuvergunningscommissies<br />
Art. 22. § 1. In iedere provincie wordt een milieuvergunningscommissie<br />
opgericht, die de Bestendige<br />
Deputatie van de provincieraad advies<br />
verleent over de vergunningsaanvragen alsmede<br />
over de beroepen die overeenkomstig het bepaalde<br />
in [de artikelen 6, § 1, 1°, en 49] bij de Bestendige<br />
Deputatie van de provincieraad dienen ingediend.<br />
§ 2. De in § 1 bedoelde provinciale milieuvergunningscommissies<br />
zijn samengesteld uit:<br />
1° een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter<br />
aangewezen door de Bestendige Deputatie van<br />
de provincieraad uit de provinciale ambtenaren;<br />
de voorzitter of diens plaatsvervanger heeft stemrecht;<br />
2° een secretaris en een plaatsvervangend secretaris<br />
aangeduid door de Bestendige Deputatie van<br />
de provincieraad uit de provinciale ambtenaren;<br />
de secretaris of diens plaatsvervanger heeft geen<br />
stemrecht;<br />
3° [een vertegenwoordiger met stemrecht van de<br />
volgende permanente adviesverlenende overheidsorganen:<br />
a) de afdeling Milieuvergunningen van de administratie<br />
voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer<br />
van het departement Leefmilieu en Infrastructuur;<br />
b) de bevoegde afdeling ROHM van de administratie<br />
Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten<br />
en Landschappen van het departement<br />
Leefmilieu en Infrastructuur;]<br />
4° [een vertegenwoordiger die enkel stemrecht<br />
heeft voor de milieuvergunningsdossiers waarvoor<br />
zij adviesbevoegd is, van de volgende nietpermanente<br />
adviesverlenende overheidsorganen:<br />
a) de afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg<br />
van de administratie Gezondheidszorg<br />
van het departement Welzijn, Volksgezondheid<br />
en Cultuur;<br />
b) de afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie<br />
van de administratie Economie van het departement<br />
Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse<br />
Aangelegenheden en Landbouw;<br />
c) de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor<br />
het Vlaamse Gewest;<br />
d) de Vlaamse Milieumaatschappij;<br />
Editie <strong>2004</strong>/I (1 januari <strong>2004</strong>) – © <strong>Larcier</strong> Deel VII 331