te doen aan Uw land, voor het aangezicht van Uw volk, dat Gij U uit dat geestelijk Egypte verlost hebt, de Antichristelijke volken en hun afgoden verdrijvende.” Ten tweede. Hoe wonderbaar was hetgeen in 1621 voorviel, toen de vijand al zijn krachten ingespannen had om een aanslag op de stad Sluis te ondernemen. Zoals hiervoor verteld is, heeft de Heere die aanslag niet alleen door een verschrikkelijk onweer verijdeld, maar Hij heeft de nacht als in de dag veranderd; en hoewel het donkere maan was, liet de Heere het zó sterk weerlichten, dat men brieven kon lezen. Dit was zelfs in de ogen van onze vijanden zulk een groot wonderwerk, dat zij lasterlijk uitriepen: „Dios est Lutheranos.” d.i. „God is een Lutheraan geworden.” Zo noemden de Spanjaarden de Protestanten. Resumerend, inzake de Gereformeerde Religie was de val van Antwerpen en het grootste deel van Vlaanderen een ramp. Wij mogen de woorden van Psalm 80 hierop wel toepassen. 1 Voor den opperzangmeester, op Schoschannim; een getuigenis, een psalm van Asaf. 2 O Herder Israels! neem ter ore, Die Jozef als schapen leiddet; Die tussen de cherubim zit, verschijn blinkende. 3 Wek Uw macht op voor het aangezicht van Efraim, en Benjamin, en Manasse, en kom tot onze verlossing. 4 O God! breng ons weder, en laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden. 5 O HEERE, God der heirscharen! hoe lang zult Gij roken tegen het gebed Uws volks? 6 Gij spijst hen met tranenbrood, en drenkt hen met tranen uit een drieling. 7 Gij hebt ons onzen naburen tot een twist gesteld, en onze vijanden spotten onder zich. 8 O God der heirscharen! breng ons weder, en laat Uw aangezicht lichten; zo zullen wij verlost worden. 9 Gij hebt een wijnstok uit Egypte overgebracht, hebt de heidenen verdreven, en hebt denzelven geplant; 10 Gij hebt [de plaats] voor hem bereid, en zijn wortelen doen inwortelen, zodat hij het land vervuld heeft. 11 De bergen zijn met zijn schaduw bedekt geweest, en zijn ranken waren [als] cederbomen Gods. 12 Hij schoot zijn ranken uit tot aan de zee, en zijn scheuten tot aan de rivier. 13 Waarom hebt Gij zijn muren doorgebroken, zodat allen, die den weg voorbijgaan, hem plukken? 14 Het zwijn uit het woud heeft hem uitgewroet, en het wild des velds heeft hem afgeweid. 15 O God der heirscharen! keer toch weder; aanschouw uit den hemel, en zie, en bezoek dezen wijnstok, 16 En den stam, dien Uw rechterhand geplant heeft, en dat om den zoon, [dien] Gij U gesterkt hebt! 17 Hij is met vuur verbrand; hij is afgehouwen; zij komen om van het schelden Uws aangezichts. 18 Uw hand zij over den man Uwer rechterhand, over des mensen zoon, [dien] Gij U gesterkt hebt. 86
19 Zo zullen wij van U niet terugkeren; behoud ons in het leven, zo zullen wij Uw Naam aanroepen. 20 O HEERE, God der heirscharen! breng ons weder; laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden. 87
- Page 1 and 2:
SLUIS IN VLAANDEREN VERLOREN EN HER
- Page 3 and 4:
1. ALGEMEEN OVERZICHT Motivatie in
- Page 5 and 6:
1559 benoemd tot stadhouder van Hol
- Page 7 and 8:
Wij willen dat na volbrenging der h
- Page 9 and 10:
ontkende hij enkele bedelmonniken l
- Page 11 and 12:
Inleiding 3. De verovering van Slui
- Page 13 and 14:
Walsingham. Geboortig van Noord- Du
- Page 15 and 16:
moeilijk opkon - uit te schakelen,
- Page 17 and 18:
Zeeland niet worden aangevallen. Hi
- Page 19 and 20:
1587, als gevolg van de berichten d
- Page 21 and 22:
ommeland van dit plaatsje, de stree
- Page 23 and 24:
stad langs de noordzijde ongenaakba
- Page 25 and 26:
Een 22-tal zware stukken geschut we
- Page 27 and 28:
getalsterkte van een compagnie "on
- Page 29 and 30:
Op deze manier zou Sluis omsingeld
- Page 31 and 32:
Sluis, van op de Lieve, dwars door
- Page 33 and 34:
voetvolk naar het bedreigde Sluis t
- Page 35 and 36: Van hun kant zaten de belegerden oo
- Page 37 and 38: weliswaar smalle vaargeul voor pass
- Page 39 and 40: Tot dan toe hadden de Grote Schans,
- Page 41 and 42: eschikken over versche manschappen
- Page 43 and 44: fortificatiewerken daar fel onder l
- Page 45 and 46: God henluyden soude willen bystaen
- Page 47 and 48: so door de wateren, morasschen ende
- Page 49 and 50: Omdat het voornoemde krijgsvolk inm
- Page 51 and 52: over te gaan. Hij had er zelfs op a
- Page 53 and 54: ugwachten toegevoegd die, als senuw
- Page 55 and 56: van uitstel kon geen sprake meer zi
- Page 57 and 58: lag en niet binnen quam om hen te s
- Page 59 and 60: augustus, met het verzoek om een ma
- Page 61 and 62: 4. GROEN VAN PRINSTERER OVER HET VE
- Page 63 and 64: 5. OOSTENDE VERLOREN, SLUIS GEWONNE
- Page 65 and 66: Oranje, waaronder ook de stad Sluis
- Page 67 and 68: Zolang Parma en diens Spaanse opvol
- Page 69 and 70: steden Oldenzaal en Groenlo, waarme
- Page 71 and 72: Daarop werden eveneens geschutslijn
- Page 73 and 74: Matthijs Tasson, die de versterking
- Page 75 and 76: toen hun handen vol met de bewapeni
- Page 77 and 78: schuiten mogelijk was. Deze forten
- Page 79 and 80: waarop gouverneur Daniel de Hertain
- Page 81 and 82: In de tweede helft van mei kon met
- Page 83 and 84: 8. Terugblik van Abraham van de Vel
- Page 85: dit voorval met verwondering aan, e