22.10.2013 Views

F o rtis B a nk n v - Ja a rve rsla g 2 0 0 9 Fortis Bank ... - BNP Paribas

F o rtis B a nk n v - Ja a rve rsla g 2 0 0 9 Fortis Bank ... - BNP Paribas

F o rtis B a nk n v - Ja a rve rsla g 2 0 0 9 Fortis Bank ... - BNP Paribas

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

236<br />

• Niveau 3 – Financiële instrumenten waarvan de waarde wordt bepaald met gebruik van<br />

waarderingstechnieken op basis van niet-waarneembare gegevens:<br />

Dit niveau omvat financiële instrumenten waarvan de waarde wordt bepaald met gebruik van<br />

waarderingstechnieken die geheel of gedeeltelijk zijn gebaseerd op niet-waarneembare gegevens.<br />

Een niet-waarneembaar gegeven wordt gedefinieerd als een parameter waarvan de waarde wordt<br />

afgeleid van veronderstellingen of correlaties die niet gebasserd zijn op ofwel waarneembare<br />

transactieprijzen van het identieke instrument op de waardebepalingsdatum ofwel waarneembare<br />

marktgegevens die op diezelfde datum beschikbaar zijn.<br />

Een instrument wordt geclassificeerd op niveau 3 als de waardebepaling ervan voor een<br />

aanzienlijk deel is gebaseerd op niet-waarneembare gegevens.<br />

Hiertoe worden met name gerekend niet-beursgenoteerde aandelen, obligaties waarvan de<br />

waarde wordt bepaald met gebruik van waarderingsmodellen die ten minste één significant<br />

gegeven gebruiken dat niet-waarneembaar is of afgeleid is van prijsgegevens in een niet-actieve<br />

markt (zoals CDO-, CLO- en ABS-effecten), participaties in fondsen die in liquidatie zijn of waarvan<br />

de notering is opgeschort, complexe derivaten met meerdere onderliggende waarden (hybride<br />

instrumenten, synthetische CDO’s, enz.) en de gestructureerde schuld waarop deze derivaten zijn<br />

gebseerd.<br />

33.3. Waarderingsmethodes van financiële<br />

instrumenten die gewaardeerd worden<br />

tegen reële waarde<br />

Met ingang van 31 december 2009 past Fo<strong>rtis</strong> Ba<strong>nk</strong> de in maart 2009 gepubliceerde wijziging<br />

op IFRS 7, Verbetering van de informatieverschaffing over financiële instrumenten, toe. Deze<br />

wijziging introduceert een hiërarchie voor de classificatie van financiële instrumenten op basis<br />

van de door Fo<strong>rtis</strong> Ba<strong>nk</strong> gehanteerde methoden om de reële waarde te bepalen. Daarmee werd<br />

het begrip ‘actieve markt’ losgelaten, dat leidend was in IAS 39 en waarop tot 31 december 2008<br />

de gepresenteerde classificatie van financiële instrumenten was gebaseerd. De inhoud van de<br />

drie in IFRS 7 gedefinieerde niveaus is daarom niet meer vergeljkbaar met de inhoud van de drie<br />

categorieën financiële instrumenten waarover in voorgaande ve<strong>rsla</strong>gen informatie werd verschaft.<br />

Aldus werden bepaalde in actieve markten verhandelde maar niet genoteerde instrumenten die in<br />

het ve<strong>rsla</strong>g van 31 december 2008 werden gepresenteerd onder categorie 1, in de vergelijkende<br />

presentatie van de jaarrekening voor 2008 geclassificeerd onder niveau 2. In overeenstemming<br />

met IFRS 7 werden op 31 december 2009 alle financiële instrumenten waarvan de waardebepaling<br />

per ve<strong>rsla</strong>gdatum in aanzienlijke mate was gebaseerd op niet-waarneembare parameters,<br />

opgenomen onder niveau 3.<br />

De financiële instrumenten die gewaardeerd worden tegen reële waarde, bestaan uit<br />

‘Financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden’, ‘Financiële<br />

activa en verplichtingen aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de<br />

resultatenrekening’, ‘Derivaten gebruikt voor afdekkingsdoeleinden’ en ‘Beleggingen beschikbaar<br />

voor verkoop’.<br />

Reële waarde van financiële activa en financiële verplichtingen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!