Conceptrichtlijn Ernstige gedragsproblemen - NIP
Conceptrichtlijn Ernstige gedragsproblemen - NIP
Conceptrichtlijn Ernstige gedragsproblemen - NIP
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3804<br />
3805<br />
3806<br />
3807<br />
3808<br />
3809<br />
3810<br />
3811<br />
3812<br />
3813<br />
3814<br />
3815<br />
3816<br />
3817<br />
3818<br />
3819<br />
3820<br />
3821<br />
3822<br />
3823<br />
3824<br />
3825<br />
3826<br />
groepsgenoot bij de uitvoering van een taak. Daarbij moet hij zeggen: ‗Ik weet nog niet zo goed hoe dat moet‘<br />
(Jacobs, Muller en Ten Brink, 2001).<br />
2.5 Indicatie- en contra-indicatiecriteria<br />
In het algemeen verlangt CGt een zekere motivatie van de cliënt om iets aan de klachten en stoornissen te<br />
doen. Daarbij moeten de cliënten openstaan voor kritische reflectie op ingesleten gedachten die zij als<br />
normaal zijn gaan beschouwen. Zij moeten te bewegen zijn tot de gedachte dat niet een gebeurtenis buiten<br />
henzelf de klacht of stoornis veroorzaakt, maar dat hun eigen gedachtewereld daar invloed op heeft.<br />
Een andere basisvoorwaarde is dat de cliënten in staat moeten zijn hun gedachten onder woorden te brengen<br />
en daarop te reflecteren. Cognitieve gedragstherapie vereist dat de jeugdigen verschillende cognitieve<br />
vaardigheden beheersen, die zij in de eerste vijftien jaren van hun leven geleidelijk aan ontwikkelen.<br />
Hulpverleners moeten rekening houden met grote onderlinge variaties tussen jeugdigen van dezelfde leeftijd.<br />
De hulpverlener zal van geval tot geval moeten aftasten op welk niveau een bepaald kind zich beweegt en hoe<br />
snel dat kind nieuwe informatie kan oppikken en kan gebruiken (Foolen en Elling, 2010).<br />
Onder voorwaarden is cognitieve gedragstherapie ook geschikt voor jeugdigen met beperkte verstandelijke<br />
vermogens. Voorwaarden voor het toepassen van cognitieve gedragstherapie bij deze doelgroep zijn het<br />
hanteren van vereenvoudigd taalgebruik, het werken in kleine stappen en aandacht voor de generalisatie van<br />
oefenstof naar andere belangrijke omgevingen van de jeugdige (Didden & Moonen, 2007; Schuiringa, Van<br />
Nieuwenhuijzen, Orobio de Castro & Matthys, 2009; De Wit, Moonen & Douma, 2011).<br />
CONCEPT Richtlijn <strong>Ernstige</strong> <strong>gedragsproblemen</strong>_versie 11052012<br />
101