Conceptrichtlijn Ernstige gedragsproblemen - NIP
Conceptrichtlijn Ernstige gedragsproblemen - NIP
Conceptrichtlijn Ernstige gedragsproblemen - NIP
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4826<br />
4827<br />
4828<br />
4829<br />
4830<br />
4831<br />
4832<br />
4833<br />
4834<br />
4835<br />
4836<br />
4837<br />
4838<br />
4839<br />
4840<br />
4841<br />
4842<br />
4843<br />
4844<br />
4845<br />
4846<br />
4847<br />
4848<br />
4849<br />
4850<br />
4851<br />
4852<br />
4853<br />
4854<br />
4855<br />
4856<br />
4857<br />
4858<br />
4859<br />
4860<br />
4861<br />
4862<br />
4863<br />
4864<br />
4865<br />
4866<br />
4867<br />
4868<br />
4869<br />
4870<br />
4871<br />
4872<br />
Leerlingen in (semi)residentiële voorzieningen<br />
Beroepsopvoeders die (tijdelijk of deels) de dagelijkse zorg van ouders overnemen hebben een taak in de<br />
ondersteuning van jeugdigen bij het volgen van onderwijs en het onderhouden van contact met school.<br />
Vooral in residentiële settingen vraagt onderwijs extra aandacht. Kinderen die langdurig uithuisgeplaatst zijn<br />
behalen in vergelijking met leeftijdsgenoten slechtere onderwijsresultaten. Uit een onderzoek naar<br />
leesvaardigheden van kinderen die langdurig uit huis zijn geplaatst, komt naar voren dat ondersteuning bij<br />
het maken van huiswerk door groepsleiding minder effect heeft op de leesprestaties van kinderen dan de<br />
ondersteuning van pleegouders aan pleegkinderen (Roy & Rutter, 2006). Dit zou er op kunnen wijzen dat<br />
niet alleen de tijd die besteed wordt aan het helpen bij het maken van huiswerk van belang is maar ook de<br />
kwaliteit van de huiswerkbegeleiding en de omgeving waarin kinderen dagelijks hun huiswerk maken.<br />
Aanvullend onderzoek is nodig om meer inzicht te geven op welke wijze jeugdigen in residentiële<br />
voorzieningen kunnen worden ondersteund in hun schoolloopbaan.<br />
Wanneer onderwijs en jeugdzorg verzorgd worden vanuit een driemilieu-voorziening (bijvoorbeeld bij<br />
jeugdzorg Plus) , draagt een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het dagprogramma door zorg en onderwijs<br />
ertoe bij dat jeugdigen deelnemen aan verschillende onderdelen van het dagprogramma. De gezamenlijk in te<br />
zetten onderdelen van het dagprogramma betreffen daarbij zowel verzorging van onderwijs als de inzet van<br />
interventies voor de jeugdige en zijn gezinssysteem en de invulling van vrije tijd. Concreet betekent dit dat de<br />
beroepsopvoeder kan participeren in onderwijsonderdelen en de leraar in de invulling van vrije tijd.<br />
De aanpak bij verschillende doelgroepen<br />
Bij de aanpak voor verschillende leeftijdsgroepen vraagt de afnemende verantwoordelijkheid van ouders en<br />
een toenemende verantwoordelijkheid van de jeugdige zelf aandacht. In de leeftijdsgroep 0 tot 6 jaar is de<br />
aanpak primair gericht op ouders en op preventie. In de groep 6 tot 12 jaar worden naast de ouders ook de<br />
jeugdigen steeds meer betrokken. Bij de aanpak voor de groep jeugdigen ouder dan 12 jaar moet naast de<br />
toenemende verantwoordelijkheid van de jongere zelf ook rekening worden de toenemende invloed van<br />
omgevingsfactoren. Doordat jongeren op de middelbare school te maken hebben met verschillende leraren<br />
vraagt bovendien de afstemming met alle betrokkenen voor deze leeftijdsgroep extra aandacht.<br />
Jeugdzorg wordt over het algemeen beëindigd als de jongere meerderjarig wordt. Van schooluitval is echter<br />
ook nog sprake bij jongeren van 18 jaar tot 23 jaar die nog geen startkwalificatie hebben behaald en niet naar<br />
school gaan. Goede afspraken over school of werktrajecten na de achttiende verjaardag en zo nodig<br />
overdracht van taken is bij afsluiting van de jeugdzorgcontacten noodzakelijk.<br />
De aanpak is voor meisjes en jongens gelijk. Ook voor jeugdigen met een verschillende culturele achtergrond<br />
is de aanpak niet op voorhand verschillend. In het plan van aanpak voor individuele jeugdigen worden<br />
individuele verschillen in problematiek, de situatie en de wensen van de jeugdigen en hun omgeving wel<br />
meegenomen.<br />
Bij jeugdigen met een lichtverstandelijke beperking (LVB) is vaker sprake van leerproblemen dan bij<br />
leeftijdgenoten zonder deze beperking. Jeugdigen met een LVB hebben mede hierdoor een hoger risico op<br />
het ontwikkelen van <strong>gedragsproblemen</strong> (Moonen & Versteegen, 2006).<br />
Ten aanzien van jeugdigen met een LVB is het aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van de leerling en de<br />
mogelijkheden van het systeem van extra groot belang. Zoals beschreven bij hoofdstuk 2 zijn aanpassingen<br />
van interventies wenselijk wanneer deze voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking worden<br />
ingezet. Daarnaast is het bij deze groep jeugdigen belangrijk om zorgvuldig het schoolniveau te bepalen zodat<br />
de jeugdige niet wordt overvraagd en om aandacht te hebben voor de haalbaarheid van de wensen van de<br />
jeugdigen.<br />
CONCEPT Richtlijn <strong>Ernstige</strong> <strong>gedragsproblemen</strong>_versie 11052012<br />
131