Conceptrichtlijn Ernstige gedragsproblemen - NIP
Conceptrichtlijn Ernstige gedragsproblemen - NIP
Conceptrichtlijn Ernstige gedragsproblemen - NIP
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4385<br />
4386<br />
4387<br />
4388<br />
4389<br />
4390<br />
4391<br />
4392<br />
4393<br />
4394<br />
4395<br />
4396<br />
4397<br />
4398<br />
4399<br />
4400<br />
4401<br />
4402<br />
4403<br />
4404<br />
4405<br />
4406<br />
4407<br />
4408<br />
4409<br />
4410<br />
4411<br />
4412<br />
4413<br />
4414<br />
4415<br />
4416<br />
4417<br />
4418<br />
4419<br />
4420<br />
4421<br />
4422<br />
4423<br />
4424<br />
4425<br />
4426<br />
4427<br />
4428<br />
4429<br />
4430<br />
4431<br />
4432<br />
4433<br />
Figuur 5.1. Schoolbreed en meergelaagd programma<br />
Bij de eerste laag (80 procent van de leerlingen) gaat het om een programma dat de leraar kan uitvoeren in<br />
de klas. Gedrag wordt gedefinieerd en onderwezen; goed gedrag wordt beloond en consequenties voor<br />
afwijkend gedrag zijn helder. Deze gedragsondersteuning is ingebed in het klassenmanagement en maakt<br />
gebruik van effectief gebleken instructievormen.<br />
De tweede laag (voor de 15 procent risicoleerlingen) is een programma dat de leraar met ondersteuning kan<br />
uitvoeren in de klas. Op dit niveau wordt een multi-componentenbenadering gehanteerd met een goede<br />
monitoring van risicoleerlingen, een glasheldere structuur met voorspelbaar gedrag en veel feedback door<br />
volwassenen in de school en een intensieve thuis-school communicatie.<br />
De derde laag (voor de 5 procent leerlingen die meer nodig hebben: naast preventie vaak ook curatieve<br />
programma‘s) wordt samen met andere professionals uitgevoerd op schoolniveau en daarbuiten. Veelal<br />
wordt gebruik gemaakt van functionele gedragsanalyse, een geïndividualiseerde interventie op basis van een<br />
teambrede aanpak en een verhoogde betrokkenheid van ouders en ketenpartners zoals organisaties voor<br />
jeugdzorg.<br />
Samenwerking van leraren met ouders en ketenpartners neemt een belangrijke plaats in deze modellen in.<br />
De samenwerking is intensiever naarmate de onderwijszorgbehoefte van leerlingen toeneemt.<br />
De literatuur laat zien dat er varianten zijn van deze meergelaagde aanpak en dat er internationaal reeds<br />
goede resultaten zijn. In Nederland moet goed onderzoek naar deze meergelaagde aanpak nog plaatsvinden<br />
(Goei & Kleijnen, 2009).<br />
5%<br />
15%<br />
%<br />
van<br />
de<br />
leerlingen<br />
80% van de leerlingen<br />
Schoolwide Positive Bevavior Support (PBS) is nog niet opgenomen in de Databank Effectieve<br />
Jeugdinterventies, maar is een voorbeeld van een schoolbreed programma dat geïntroduceerd is in het<br />
Nederlandse onderwijs. De aanpak omvat interventies voor alle leerlingen en specifieke interventies voor<br />
kinderen die extra ondersteuning nodig hebben.<br />
Gespecialiseerde individuele interventies<br />
voor kinderen met hoog risico gedrag<br />
Speciale (groeps) interventies voor<br />
kinderen met risico gedrag<br />
School/klasprogramma‘s voor alle<br />
kinderen en bij opvoeden betrokken<br />
volwassenen<br />
Jeugdzorg speelt in de aanpak van PBS een duidelijke rol: een vaste medewerker van jeugdzorg is lid van een<br />
gedragsteam van de school. Dit gedragsteam bestaat uit een vertegenwoordiging van de school, ouders,<br />
zorgmedewerkers en eventueel leerlingen. Het gedragsteam bevordert het toepassen van de PBS-principes in<br />
de school. Zorgwekkend gedrag bij leerlingen wordt geregistreerd en gesignaleerd met behulp van een<br />
CONCEPT Richtlijn <strong>Ernstige</strong> <strong>gedragsproblemen</strong>_versie 11052012<br />
119