Conceptrichtlijn Ernstige gedragsproblemen - NIP
Conceptrichtlijn Ernstige gedragsproblemen - NIP
Conceptrichtlijn Ernstige gedragsproblemen - NIP
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2545<br />
2546<br />
2547<br />
2548<br />
2549<br />
2550<br />
2551<br />
2552<br />
2553<br />
2554<br />
2555<br />
2556<br />
2557<br />
2558<br />
2559<br />
2560<br />
2561<br />
2562<br />
2563<br />
2564<br />
2565<br />
2566<br />
2567<br />
2568<br />
2569<br />
2570<br />
2571<br />
2572<br />
2573<br />
2574<br />
2575<br />
2576<br />
2577<br />
2578<br />
2579<br />
2580<br />
2581<br />
2582<br />
2583<br />
2584<br />
2585<br />
2586<br />
2587<br />
2588<br />
2589<br />
2590<br />
2591<br />
2592<br />
2593<br />
7. Overige overwegingen<br />
De effectiviteit van hulpverlening wordt door meer bepaald dan alleen een interventie. Ook algemeen<br />
werkzame factoren spelen hierbij een rol. Algemeen werkzame factoren betreffen de ingrediënten van de<br />
hulp die tot het resultaat bijdragen ongeacht de soort behandeling en doelgroep. Bekende voorbeelden van<br />
deze factoren zijn (Van Yperen, Van der Steege, Addink & Boendermaker, 2010).<br />
- Aansluiten bij de motivatie van de cliënt.<br />
- Goede kwaliteit van de relatie cliënt-behandelaar.<br />
- Een goede structurering van de interventie (duidelijke doelstelling, planning en fasering).<br />
- Een goede ‗match‘ van de aanpak met het probleem en de hulpvraag.<br />
- Uitvoering van de interventie zoals deze uitgevoerd hoort te worden.<br />
- Professionaliteit (goede opleiding en training) van de behandelaar.<br />
- Goede werkomstandigheden van de behandelaar (zoals draaglijke caseload, goede<br />
ondersteuning, veiligheid van de hulpverlener).<br />
Algemeen werkzame factoren dragen in belangrijke mate bij aan de effectiviteit van hulp. Daarnaast komt het<br />
in de praktijk vrijwel niet voor dat er slechts één interventie wordt ingezet bij deze doelgroep: interventies<br />
worden gestapeld en ook daarbuiten wordt er op meerdere manieren hulp verleend.<br />
Toch is het om een aantal redenen gerechtvaardigd om hier in te zoomen op losse interventies. Ten eerste<br />
bevatten interventies technieken die feitelijk als algemeen werkzame factoren opereren. Denk hierbij aan het<br />
structureren van de hulp door doelgericht te werken. Ten tweede bevatten interventies technieken die<br />
invloed hebben op de kwaliteit van de algemeen werkzame factoren, zoals technieken die helpen om de<br />
kwaliteit van de therapeutische relatie goed vorm te geven. Ten slotte zijn er in de literatuur aanwijzingen te<br />
vinden dat door het gebruik van specifieke methodieken – mits goed geïmplementeerd – er een betere<br />
koppeling tot stand komt tussen de problemen waar de jeugdige / de opvoeder mee kampt en de aanpak (Van<br />
Yperen et al., 2010).<br />
Het feit dat het weinig voorkomt dat er een enkele interventie wordt ingezet, wil niet zeggen dat ‗stapelen‘ de<br />
voorkeur zou moeten hebben. Dit geldt des te sterker als er weinig aandacht is voor therapie-trouw: het<br />
uitvoeren van de interventie zoals bedoeld. Stapelen kan leiden tot een opeenhoping van ‗halve interventies‘.<br />
In zo‘n geval verdient het verbeteren van de oorspronkelijke interventie de voorkeur.<br />
Veel oudertrainingen die in onderzoeken worden aangehaald beslaan ongeveer tien bijeenkomsten. In de<br />
praktijk kan dit aantal echter oplopen tot boven de twintig sessies (bijvoorbeeld bij Incredible Years en<br />
PMTO). Het aantal sessies verschilt dus per oudertraining. Een belangrijk punt hierbij is dat het erom gaat<br />
dat interventies worden uitgevoerd zoals ze worden ontwikkeld en effectief wordt geacht.<br />
Het aanbieden van andere interventies naast de oudertraining zorgt ervoor dat de resultaten van de<br />
oudertraining slechter zijn. In de praktijk is echter consensus over de noodzaak van aandacht voor de<br />
bijkomende problemen van gezinnen.<br />
Eerder is aangegeven dat uitval een serieuze bedreiging is voor oudertrainingen. Het is daarom belangrijk<br />
expliciet aandacht te besteden aan de motivatie van gezinnen.<br />
In de jeugdzorgpraktijk wordt voor het versterken van de emotieregulatie ook regelmatig PMT of<br />
speltherapie ingezet. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer CGt niet geïndiceerd is op basis van leeftijd of<br />
problematiek of wanneer CGt niet de gewenste effecten heeft. Praktijkdeskundigen geven aan dat ook de<br />
inzet van deze vormen therapie gericht moet zijn op het vergroten van cognitieve vaardigheden (zoals<br />
probleemoplossende vaardigheden) en het leren reguleren van emoties.<br />
70<br />
CONCEPT Richtlijn <strong>Ernstige</strong> <strong>gedragsproblemen</strong>_versie 11052012