06.11.2014 Views

Programmarekening 2010 Stadsdeel Zuidoost

Programmarekening 2010 Stadsdeel Zuidoost

Programmarekening 2010 Stadsdeel Zuidoost

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Paragraaf 8 Grondbeleid<br />

A. Visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen<br />

Het grondprijsbeleid is een bevoegdheid van de centrale stad. Jaarlijks<br />

stelt het Ontwikkelingsbedrijf van de Gemeente Amsterdam (OGA) het<br />

grondprijsbeleid op in de grondprijzenbrief.<br />

Uitgangspunt voor het gemeentelijk grondprijsbeleid is de residuele<br />

bepaling van de grondwaarde. Tevens voert Amsterdam een functionele<br />

grondprijspolitiek. Dit houdt in dat de waarde van de grond gerelateerd is<br />

aan de daarop te realiseren bestemming. Voor een aantal functies worden<br />

vast (lage) grondprijzen gehanteerd, zoals voor sociale woningbouw en<br />

sociaal-culturele voorzieningen. Het per functie op hoofdlijnen vastgestelde<br />

grondprijsbeleid is uitgewerkt in de Handleiding Grondprijsbepaling.<br />

Overigens gelden voor de Vernieuwing van de Bijlmermeer afwijkende<br />

grondprijzen, die zijn vastgelegd in een overeenkomst met woningstichting<br />

Rochdale.<br />

B. Wijze waarop grondbeleid wordt uitgevoerd<br />

De uitvoering van het grondbeleid is een bevoegdheid van het stadsdeel,<br />

maar besluiten tot afwijkingen van de vastgestelde grondprijzen zijn door<br />

het college van B&W gemandateerd aan de Directeur OGA.<br />

C. Actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale<br />

grondexploitatie<br />

In Amsterdam worden veel plannen gemaakt als uitvoering van het<br />

ruimtelijk beleid. De fases die de plannen doorlopen staan beschreven in<br />

het zogenaamde Plaberum. De grondexploitatie is de financiële vertaling<br />

van een ruimtelijk plan. Een grondexploitatie wordt opgesteld volgens<br />

de regels van de Handleiding Grondexploitaties, vastgesteld door de<br />

Gemeenteraad van Amsterdam. Bij grondexploitaties waarbij het investeringsniveau<br />

of opbrengstenniveau meer bedraagt van € 500.000 is er<br />

sprake van toetsing door het OGA en vaststelling door het College van<br />

B&W. het saldo van de grondexploitaties komen ten gunste of ten laste<br />

van het zogenaamde Centraal Vereveningsfonds. Bij plannen die onder<br />

de zogenaamde Bouwportemonnee vallen wordt bij de afsluiting van de<br />

grondexploitatie het verschil verrekend tussen het laatst vastgestelde<br />

saldo en het geconstateerde saldo bij planafsluiting. Het ontstane voordeel<br />

of nadeel wordt voor het <strong>Stadsdeel</strong> beperkt tot de laagste van de<br />

volgende grenzen:<br />

■ tien procent van de totale kosten in de laatst vastgestelde begroting of;<br />

■ € 500.000;<br />

■ De gerealiseerde resultaatsverbetering dan wel –verslechtering.<br />

Is er geen sprake van een investeringsniveau of opbrengstenniveau boven<br />

€ 500.000 dan is er geen toets door OGA of vaststelling door het college<br />

van B&W noodzakelijk. Het saldo van dergelijke grondexploitaties komen<br />

ten gunste of ten laste van het <strong>Stadsdeel</strong>vereveningsfonds.<br />

De Vernieuwing van de Bijlmermeer kent zijn eigen financieel kader binnen<br />

het Centraal Vereveningsfonds.<br />

Jaarlijks worden alle actieve plannen geactualiseerd. De financiële en<br />

fysieke resultaten en de financiële gevolgen voor de fondsen worden vastgelegd<br />

in het rapport Resultaat Actieve Grondexploitatiegebieden (RAG).<br />

D. Onderbouwing geraamde winstneming<br />

Bij afsluiting van de grondexploitaties komt het eventuele nadelige of<br />

positieve saldo ten last of ten gunste van het zogenaamde <strong>Stadsdeel</strong>vereveningsfonds.<br />

De regeling met betrekking van het ontstane voor- of<br />

nadeel is genoemd onder punt C.<br />

Het saldo van de grondexploitaties van de Vernieuwing van de Bijlmermeer<br />

komt ten laste of ten gunste van het financieel kader van de Vernieuwing<br />

van de Bijlmermeer.<br />

Paragraaf 9 Armoedebeleid<br />

Het stadsdeel heeft twee belangrijke doelstellingen in het kader van<br />

armoedebeleid. De eerste doelstelling is het voorkomen van schulden. De<br />

tweede doelstelling is het verbeteren van de sociaaleconomische positie<br />

van de bewoners van <strong>Zuidoost</strong>.<br />

Preventie<br />

Om het ontstaan van schulden te voorkomen richtte het stadsdeel zich<br />

in <strong>2010</strong> op preventieve activiteiten, zoals voorlichting op bijvoorbeeld de<br />

202<br />

JAARREKENING <strong>2010</strong> PARAGRAFEN

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!