Overgangen en aansingen in et onderwijs

More documents

Recommendations

Info

H7 Conclusies, discussie en aanbevelingen stedelijkheidsgraad van de po-school omgeving, denominatie van de po-school en een indicatie van de leerlingpopulatie (o.b.v. leerlinggewichten) van de po-school. In de literatuur is weinig bekend over de relevantie van deze kenmerken, daarom hebben we explorerend gekeken in hoeverre deze po-schoolkenmerken een rol spelen bij de schoolloopbanen van de leerlingen. Met name de indicatie van de leerlingpopulatie bleek enigszins van invloed op de schoolloopbaan van leerlingen. Voor leerlingen die op een po-school hebben gezeten met relatief lage leerlinggewichten is de schoolloopbaan over het algemeen wat gunstiger verlopen dan voor leerlingen die op een po-school hebben gezeten met relatief hoge leerlinggewichten. Met andere woorden, leerlingen uit een po-schoolomgeving waarop veel leerlingen met lager opgeleide ouders zitten behalen net wat minder hoge onderwijsposities (een combinatie van onderwijstype en leerjaar) dan leerlingen uit een po-schoolomgeving met vooral leerlingen met hoger opgeleide ouders. Dit effect kan niet worden verklaard uit de eigen karakteristieken van deze leerlingen, het effect blijft zichtbaar wanneer gecontroleerd wordt voor de leerlingkenmerken, de cognitieve en de niet-cognitieve kenmerken van leerlingen. Het kan zijn dat het effect van de po-school doorwerkt in het vo, maar het kan ook zo zijn dat de leerlingen van deze po-scholen terecht zijn gekomen op een vo-school met een vergelijkbare leerlingpopulatie, dus wederom met relatief veel leerlingen met wat hogere leerlinggewichten. Vo-schoolkenmerken Op vrijwel alle onderzochte vo-scholen is het mogelijk om op te stromen naar een hoger onderwijstype, af te stromen naar een lager onderwijstype en/of te doubleren, en uit dit onderzoek blijkt dan ook dat leerlingen veelvuldig van deze mogelijkheden gebruik maken. In de literatuur is weinig bekend over de invloed van vo-schoolkenmerken op de schoolloopbanen van de leerlingen. Op basis van de leerlingkenmerken van leerlingen uit onze steekproef is aanvullend geprobeerd een aantal vo-schoolkenmerken te reconstrueren. Het reconstrueren van het toelatingsbeleid van vo-scholen bleek helaas niet mogelijk, maar we konden wel met enige zekerheid reconstrueren of op vo-scholen al dan niet brede klassen (d.w.z. klassen met meer dan 2 niveaus) aanwezig waren. Uit de analyses bleek dat op vo-scholen met brede klassen (tot uiterlijk leerjaar 3) opstroom ten opzichte van het schooladvies wat vaker voorkwam dan op vo-scholen zonder brede klassen. Dit verschil is al te zien als scholen in het eerste leerjaar brede klassen aanbieden, en dit verschil blijft bestaan als scholen ook in leerjaar 2 en 3 nog brede klassen aanbieden. De aanwezigheid van brede klassen tot en met leerjaar 3 leek te leiden tot iets hogere percentages doublures en iets lagere percentages afstromers in vergelijking met scholen die hooguit 2 jaren brede klassen aanbieden. Op vo-scholen met en zonder brede klassen in leerjaar 1 en 2 zijn de doubleerpercentages in onze steekproef nagenoeg gelijk. Mogelijk hanteren vo-scholen verschillende strategieën voor de schoolloopbaanmogelijkheden. We komen hier bij de aanbevelingen op terug. Hoewel het bestuderen van de percentages opstroom, afstroom en doublures op voscholen die al dan niet brede klassen aanbieden inzicht geeft in de verschillen tussen deze typen scholen, zeggen deze percentages niets over de effecten op leerlingniveau. Daarom hebben we in aanvulling hierop gekeken naar leerlingen die zelf al dan niet in een brede klas 127
Overgangen en aansluitingen in het onderwijs. Deelrapportage 2: de po-vo overgang zaten. Hieruit bleek dat leerlingen die in leerjaar 2 zelf in een brede klas zaten een wat grotere kans hadden om in leerjaar 4 in een lager onderwijstype dan geadviseerd terecht te komen (dan om in het geadviseerde onderwijstype terecht te komen). Echter, of leerlingen in leerjaar 1 of 2 al dan niet in een brede klas zaten bleek niet samen te hangen met hun leerprestaties op begrijpend lezen en wiskunde in leerjaar 3. In Figuur 7.1 laten we het uiteindelijke model van verklarende factoren op basis van de empirische analyses zien. Figuur 7.1 Uiteindelijke model van de po-vo overgang op basis van de empirische analyses Vrijwel alle variabelen uit het onderzochte model (zie Figuur 1.2 in Hoofdstuk 1) bleken in enige mate terug te komen als relevante factoren in de analyses. Dit gold voor verschillende leerlingkenmerken (zoals het opleidingsniveau van de ouders), cognitieve kenmerken van leerlingen (zoals de scores op de Cito-eindtoets), niet-cognitieve kenmerken van leerlingen (zoals schoolmotivatie en welbevinden), po-schoolkenmerken (m.n. de leerlingpopulatie o.b.v. leerlinggewichten) en vo-schoolkenmerken (zoals de aanwezigheid van brede klassen). De variabelen zorgindicatie, enkele po-schoolkenmerken (provincie, stedelijkheidsgraad en denominatie) en schoolbetrokkenheid van leerlingen bleken niet of nauwelijks relevant na inclusie van andere variabelen in de analyses en zijn daarom in het uiteindelijke model achterwege gelaten. Tot slot merken we hier op dat de feitelijke doorstroommogelijkheden (zoals op- en afstroom en overgangsregelingen) op de verschillende vo-scholen van elkaar kunnen verschillen, maar dat daarover helaas geen gegevens bekend waren. 128
Page 1 and 2:
ONDERWIJS/ONDERZOEK Overgangen en a
Page 3 and 4:
ISBN 978-90-367-8886-1 2016. GION O
Page 6 and 7:
Inhoudsopgave Managementsamenvattin
Page 8 and 9:
Managementsamenvatting Deze rapport
Page 10 and 11:
1 Inleiding 1.1 Aanleiding en onder
Page 12 and 13:
H1 Inleiding De po-vo overgang in h
Page 14 and 15:
H1 Inleiding In de onderhavige stud
Page 16 and 17:
H1 Inleiding Bovendien stromen jong
Page 18 and 19:
H1 Inleiding In het eerste deel (Ho
Page 20 and 21:
2 Opzet van het onderzoek Het huidi
Page 22 and 23:
H2 Opzet van het onderzoek de const
Page 24 and 25:
H2 Opzet van het onderzoek Rekenen/
Page 26 and 27:
H2 Opzet van het onderzoek voor vol
Page 28 and 29:
H2 Opzet van het onderzoek één st
Page 30 and 31:
H2 Opzet van het onderzoek Tabel 2.
Page 32 and 33:
H2 Opzet van het onderzoek populati
Page 34 and 35:
H2 Opzet van het onderzoek Indien o
Page 36 and 37:
3 De po-vo overgang en de schoolloo
Page 38 and 39:
H3 De po-vo overgang en de schoollo
Page 40 and 41:
Page 42 and 43:
Page 44 and 45:
Page 46 and 47:
Tabel 3.2 Aantallen en percentages
Page 48 and 49:
Tabel 3.3 Relatie tussen de schoola
Page 50 and 51:
Figuur 3.1 Leerstromen door het vo,
Page 52 and 53:
Page 54 and 55:
Page 56 and 57:
Page 58 and 59:
Page 60 and 61:
Page 62 and 63:
Page 64 and 65:
Page 66 and 67:
Page 68 and 69:
Page 70 and 71:
Page 72:
Page 75 and 76:
Overgangen en aansluitingen in het
Page 77 and 78: Overgangen en aansluitingen in het
Page 104 and 105: 6 De niet-cognitieve ontwikkeling r
Page 106 and 107: H6 De niet-cognitieve ontwikkeling
Page 120: H6 De niet-cognitieve ontwikkeling
Page 127: Overgangen en aansluitingen in het
Page 145: ISBN 978-90-367-8886-1 NRO-ProBo pr
show all

Overgangen en aansingen in et onderwijs

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?