Overgangen en aansingen in et onderwijs

Overgangen en aansluitingen in het onderwijs. Deelrapportage 2: de po-vo overgang
vo. In paragraaf 3.5 richten we ons op de leerlingen die ten opzichte van hun schooladvies zijn
op- of afgestroomd en in paragraaf 3.6 gaan we op zoek naar risico- en bijzonder succesvolle
leerlinggroepen. Tot slot worden in paragraaf 3.7 de belangrijkste resultaten uit dit hoofdstuk
samengevat en wordt antwoord gegeven op de deelvragen.
3.2 Beschikbare data
In dit deel van het rapport staan de schoolloopbanen van de leerlingen centraal. Uitgaande van
het COOL 5-18 databestand dat in het schooljaar 2007/2008 in groep 8 verzameld is, was het
mogelijk om voor 10.907 leerlingen een koppeling met de schoolloopbaangegevens van het
CBS te maken. Zoals eerder beschreven, hebben we ons gehouden aan de privacy richtlijnen
van het CBS waardoor bepaalde informatie in tabellen en grafieken ontbreekt (zie paragraaf
2.1.2). We geven een beschrijving van de steekproef aan de hand van een aantal
leerlingkenmerken (3.2.1) en geven informatie over enkele ontbrekende
schoolloopbaangegevens (3.2.2). Daarnaast wordt ingegaan op de po-schoolkenmerken (3.2.3)
en vo-schoolkenmerken (3.2.4) die beschikbaar waren. De paragraaf sluit af met non-respons
analyses om een indicatie te geven van de representativiteit van de gebruikte steekproef
(3.2.5).
3.2.1 Participanten
We geven hier een korte beschrijving van de huidige steekproef (N = 10.907) aan de hand van
de leerlingkenmerken: sekse, sociaaleconomische status, etnische herkomst en de indicatie
‘zorgleerling’. Ook presenteren we de responspercentages voor het schooladvies, de Citoeindtoets,
de toetsen begrijpend lezen en rekenen en de niet-cognitieve kenmerken
welbevinden met docenten en klasgenoten, self-efficacy, taakoriëntatie en schoolmotivatie.
Sekse. Van 15 leerlingen waren geen gegevens over het geslacht vanuit po bekend. Voor 3
leerlingen kon dit achterhaald worden op basis van vragenlijstgegevens verzameld in vo-3. In
totaal zijn er 5.470 (50,2%) jongens en 5.425 (49,7%) meisjes. Van 12 leerlingen (0,1%) is het
geslacht niet bekend.
Sociaaleconomische status (SES). Er zijn drie categorieën onderscheiden van het
opleidingsniveau van de ouders: (1) maximaal LBO, (2) maximaal MBO en (3) HBO/WO als
hoogst genoten opleiding. Van 3.269 (30,0%) leerlingen hadden de ouders maximaal LBO
afgerond en van 4.334 (39,7%) leerlingen maximaal MBO. Van 2.832 (26,0%) leerlingen
hadden de ouders een opleiding op HBO of WO niveau afgerond. Van 472 leerlingen (4,3%)
waren geen gegevens over de opleiding van hun ouders bekend.
Etnische herkomst. In totaal zijn 8.180 (75,0%) leerlingen aangeduid als Westers en 2.506
36