Overgangen en aansingen in et onderwijs

H5 De cognitieve ontwikkeling rondom de po-vo overgang
herkomst, sociaaleconomische status en sekse. Zoals bleek in bovenstaande paragraaf had een
klein aantal scholen in het derde leerjaar van het vo nog gecombineerde havo/vwo klassen.
Aangezien minder dan 2% van de leerlingen in onze steekproef in deze havo/vwo-klassen zat,
hebben we besloten om deze groep in de verdere analyses buiten beschouwing te laten.
Daarnaast hebben we de verschillende onderwijstypen in ongeveer gelijke groepen leerlingen
ingedeeld qua steekproefgrootte, namelijk in vmbo-bb/kb, vmbo-gl/tl, havo en vwo.
5.3.1 Verschillen tussen groepen leerlingen: begrijpend lezen en rekenen in po-8
Eerst hebben we gekeken of jongens en meisjes verschillen op hun scores in begrijpend lezen
en rekenen in po-8 (zie Tabel 5.5). Meisjes hebben gemiddeld hogere scores behaald op de
toets begrijpend lezen dan jongens (59,53 versus 55,77) en dit verschil is significant (t = -
5,72, df = 2.425, p < ,001, Cohen's d = 0,23). Daarnaast hebben Westerse leerlingen hogere
scores behaald op begrijpend lezen dan hun niet-Westerse leeftijdsgenoten (59,77 versus
49,98) en ook dit verschil is significant (t = 12,97 df = 2.386, p < ,001, Cohen's d = 0,68).
Daarnaast zien we dat als het opleidingsniveau van de ouder hoger is, de toetsscores van de
kinderen gemiddeld genomen ook hoger zijn (F (2, 2.340) = 175,83, p < ,001, partial η 2 =
,13).
Tabel 5.5 Overzicht van de scores op begrijpend lezen en rekenen in po-8, uitgesplitst naar
sekse, etnische herkomst en SES
Begrijpend lezen
Rekenen
M (SD)
M (SD)
Jongens 55,77 (16,39) 118,76 (8,82)
Meisjes 59,53 (15,98) 116,40 (9,43)
Westers 59,77 (15,79) 118,37 (8,82)
Niet-Westers 49,98 (15,65) 114,22 (9,31)
SES: max. LBO 49,60 (14,84) 114,18 (8,75)
SES: max. MBO 57,48 (15,15) 117,36 (8,84)
SES: HBO/WO 65,26 (15,61) 120,08 (8,43)
Jongens hebben in po-8 juist wat hogere scores op de toets rekenen behaald dan meisjes
(118,76 versus 116,40) en dit verschil is statistisch significant (t = 6,92, df = 2.392, p < ,001,
Cohen's d = 0,26). Westerse leerlingen hebben hogere scores dan niet-Westerse leerlingen
behaald (118,37 versus 114,22) en ook dit verschil tussen de groepen is statistisch significant
(t = 8,37, df = 597,06, p < ,001, Cohen's d = 0,47). De verschillen tussen de SES-categorieën
in scores op de toets rekenen zijn significant (F (2, 2.307) = 99,95, p < ,001, partial η 2 = ,08),
waarbij leerlingen waarvan de ouders HBO/WO hebben afgerond wat hogere scores hebben
behaald dan leerlingen waarvan de ouders maximaal MBO of LBO hebben afgerond.
91