26.03.2018 Views

Bijenplanten_web

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

windefamilie 329<br />

Akkerwinde (Convolvulus arvensis)<br />

Het geslacht Winde (Convolvulus) behoort tot de Windefamilie<br />

(Convolvulaceae) en telt ongeveer 250 soorten, die<br />

voorkomen in de gematigde streken van de hele wereld.<br />

De Akkerwinde komt uit het Middellandse-Zeegebied.<br />

De trechtervormige witte bloemen van deze soort en die van<br />

de Haagwinde (Convolvulus sepium) staan in de volksmond<br />

bekend als ‘piespotjes’.<br />

Op verstoorde gronden<br />

Voor een goede ontwikkeling heeft de Akkerwinde een<br />

stikstofrijke en humusarme zandige grond nodig. De soort is<br />

meestal te vinden op verstoorde gronden, zoals in wegbermen<br />

en langs afrasteringen. Het is een overblijvende plant met een<br />

fijn en diep vertakt wortelstelsel. De voortplanting is in onze<br />

streken uitsluitend vegetatief omdat hier zelden zaad tot<br />

ontwikkeling komt. In de winter sterven alle bovengrondse<br />

delen van de plant af. Winterknoppen zorgen voor de groei in<br />

het volgende seizoen.<br />

Klimmer<br />

Onder normale omstandigheden klimt de plant in andere<br />

planten of langs kunstmatige steunpunten, zoals het gaas van<br />

een hek. De stengel van de plant windt zich om het steunpunt<br />

doordat het uiteinde van een groeiende stengel een draaiende<br />

beweging maakt tegen de wijzers van de klok in (van boven<br />

gezien). Bij het ontbreken van steunpunten, zoals in de lage<br />

begroeiing van een berm, kruipen de stengels over de grond<br />

voort. De verspreid staande bladeren zijn spiesvormig en<br />

hebben een kort stekelpuntje aan de top.<br />

Bloemen geplooid als een paraplu<br />

De bloemen zijn groot en opvallend door hun trechtervorm<br />

en heldere kleur. Ze kunnen geheel wit zijn, maar ook wit met<br />

vijf roze strepen of roze met vijf witte strepen. Ze ontwikkelen<br />

zich in de bladoksels. Kenmerkend voor het geslacht Winde<br />

zijn de twee kleine schutblaadjes die op enige afstand van<br />

de bloem aan de bloemsteel zitten. In gesloten toestand is de<br />

bloem als een dichtgeslagen paraplu geplooid en iets rechtsom<br />

gedraaid. Aan de vorm van die geplooide en samengevouwen<br />

bloemkroon heeft het geslacht zijn wetenschappelijke naam te<br />

danken: Convolvulus is afgeleid van het Latijnse convolvere<br />

(bijeenwikkelen).<br />

Vroege vogel<br />

Al vroeg in de morgen, onder normale omstandigheden al om<br />

een uur of zeven gaan de bloemen open en een uur later zijn<br />

alle helmhokken ook open. Voor honingbijen zijn de bloemen<br />

niet wit maar bijenblauwgroen. Het nectarmerk, dat insecten<br />

de weg naar het nectarium wijst, is niet te zien maar wel te<br />

ruiken. De vijf strepen, die in de witte bloemen nauwelijks<br />

zichtbaar zijn, geuren anders dan de rest van de kroon.<br />

Het nectarmerk bij de Akkerwinde is dus een geurmerk.<br />

Over het algemeen dient een geurmerk voor de oriëntatie<br />

wanneer de insecten de bloem al dicht genaderd zijn. De geurstrepen<br />

leiden insecten naar vijf openingen onder in de bloem.<br />

Alleen via deze openingen kan nectar worden gepuurd,<br />

omdat de meeldraden met lamellen aan de bloemkroon zijn<br />

verbonden, dicht tegen de stamper staan en met een verbrede<br />

voet de verdere ruimte boven het nectarium afsluiten.<br />

Het oranje nectarium ligt rond de voet van het vruchtbeginsel.<br />

De bloemen zijn maar één dag open en sluiten bij slecht weer.<br />

Bijen met stuifmeel bepoederd<br />

Bij hun bezoek lopen de bijen over de bloemkroon of over de<br />

stamper en meeldraden naar de openingen tot het nectarium.<br />

Ze komen daarbij eerst in aanraking met de stempellobben,<br />

die vorkvormig op een lange stijl staan. Bij sommige bijen is de<br />

bovenzijde van kop en borststuk al met stuifmeel bepoederd.<br />

Behalve nectar wordt ook stuifmeel door bijen verzameld.<br />

De stuifmeelklompjes hebben een grijze kleur. De stuifmeelkorrels<br />

zijn groot.<br />

plaat 152. Akkerwinde<br />

A stengel met bloemen en rijpende vruchten; B blad; C gesloten<br />

bloem; D open bloem; E meeldraden; F stuifmeelkorrel (tricolpaat):<br />

1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht, 3 korreloppervlak (focus in<br />

en onder tectum); G stamper.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!