26.03.2018 Views

Bijenplanten_web

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

composietenfamilie 499<br />

Akkermelkdistel (Sonchus arvensis)<br />

Het geslacht Melkdistel (Sonchus) behoort tot de Composietenfamilie<br />

(Asteraceae) en telt ruim 50 soorten. De Akkermelkdistel<br />

is inheems in Europa en West-Azië, maar heeft zich in de<br />

loop der tijd over alle gematigde streken verspreid. In ons land<br />

is het een zeer algemene soort van voedselrijke plaatsen, vooral<br />

waar de grond verstoord is. In de duinen groeit de variëteit<br />

maritimus, die veel op de gewone Akkermelkdistel lijkt.<br />

Geen distel<br />

De geslachtsnaam Sonchus is afgeleid van Sonchos, een oude<br />

Griekse plantennaam, waarmede een distelachtige plant werd<br />

aangeduid. Toch is de Akkermelkdistel geen distel. De veervormig<br />

gelobde bladeren zien er met hun spits getande rand<br />

wel distelvormig uit, maar de hele plant bevat melksappen,<br />

hetgeen hem onderscheidt van de distels.<br />

Sterk ontwikkeld wortelstelsel<br />

Een zaailing vormt eerst een bladrozet, waardoor veel licht<br />

wordt opgevangen en de plant zich ondergronds snel kan<br />

ontwikkelen. Het sterk ontwikkelde wortelstelsel bestaat uit<br />

dikke wortels, waarin reservevoedsel kan worden opgeslagen,<br />

en uit lange kruipende wortelstokken. Vooral de laatste zijn<br />

gevreesd bij boeren, omdat zich daaruit na bewerking van het<br />

land heel makkelijk nieuwe planten kunnen vormen. De plant<br />

heeft een rechtopstaande stengel met een eindelings vertakte<br />

bloeiwijze. Bovenaan zijn de stengels dicht bezet met klierharen.<br />

De grote bladeren staan verspreid aan de stengel.<br />

De bladvoet heeft tegen de stengel liggende oortjes.<br />

Grote bloemhoofdjes<br />

De Akkermelkdistel bloeit van juni tot de eerste nachtvorsten<br />

in de late herfst. De hoofdjes staan in een tuilvormige bloeiwijze<br />

op lange behaarde stelen. Met ongeveer vijf centimeter<br />

doorsnede behoren ze tot de grootste van het geslacht.<br />

Elk hoofdje bevat zo’n 100 gele lintbloemen, waarvan die aan<br />

de rand het grootst zijn. Daardoor vallen de hoofdjes beter in<br />

het oog van zoekende insecten.<br />

Ze zijn alleen geopend als het zonnig is, en dan nog maar een<br />

deel van de dag. Een paar uur na zonsopgang gaan ze open en<br />

tegen de middag sluiten ze zich alweer. De bloemen langs de<br />

rand bloeien eerder dan die in het centrum. De kroonbuis is<br />

8 tot 12 millimeter lang, wel wat lang voor de bijentong, maar<br />

als de nectar iets in de buis gaat stijgen, kan hij toch worden<br />

opgenomen.<br />

Insectenbestuiving noodzakelijk<br />

Hoewel na zelfbestuiving ook zaden kunnen worden gevormd,<br />

is het voor de ontwikkeling van optimaal kiemkrachtig zaad<br />

nodig dat er kruisbestuiving plaatsvindt. Honingbijen behoren<br />

tot de voornaamste bestuivers van de Akkermelkdistel. Verder<br />

vinden meer dan 50 andere insectensoorten op een of andere<br />

manier hun voedsel op de plant. De larven van diverse mineervliegjes<br />

leven in de bladeren. In een hoofdje komen gemiddeld<br />

30 vruchten (nootjes) tot ontwikkeling. Ze zijn afgeplat en<br />

voorzien van ribben met dwarsricheltjes. Aan de nootjes zitten<br />

pappusharen, waardoor ze gemakkelijk door de wind kunnen<br />

worden meegenomen.<br />

plaat 237. Akkermelkdistel<br />

A bloeiwijze; B blad; C ontluikende bloem; D bloem uit het midden<br />

van het hoofdje; E bloem van de rand van het hoofdje; F opengeslagen<br />

meeldradenkokertje; G stuifmeelkorrel (fenestraat), polair aanzicht;<br />

H vruchthoofdje; I nootje met pappus; J nootje.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!