26.03.2018 Views

Bijenplanten_web

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

composietenfamilie 483<br />

Zonnebloem (Helianthus annuus)<br />

Het geslacht Zonnebloem (Helianthus) behoort tot de<br />

Composietenfamilie (Asteraceae) en omvat ongeveer<br />

70 soorten, waarvan de meeste inheems zijn in Noord-<br />

Amerika. Voor het overgrote deel zijn het kruidachtige<br />

planten; in Zuid-Amerika komen enkele soorten voor die<br />

struikvormig groeien.<br />

De Zonnebloem werd in de zeventiende eeuw in Europa<br />

geïntroduceerd. In de negentiende eeuw is de soort op grote<br />

schaal in cultuur genomen als oliegewas. In ons land kennen<br />

we de Zonnebloem als die hoge tuinplant met die enorm<br />

grote ‘bloemen’. Voor de teelt van snijbloemen worden<br />

meestal variëteiten met kleinere ‘bloemen’ gebruikt. Voor de<br />

illustratie van onderstaande tekst is de keuze op zo’n kleinbloemige<br />

cultivar (‘Prado Gold’) gevallen.<br />

Eenjarige plant<br />

De Zonnebloem is eenjarig, maar kan onder gunstige omstandigheden<br />

meters hoog worden. De plant heeft een stevige<br />

bebladerde stengel, die zich bovenaan al of niet vertakt.<br />

De gesteelde bladeren staan afwisselend. Ze zijn hartvormig en<br />

hebben een grof getande rand. Aan beide zijden en langs de<br />

rand zijn ze behaard. De bloemen verschijnen aan het eind<br />

van de stengel. Ze staan bij elkaar in een hoofdje dat een<br />

doorsnede van 40 centimeter kan bereiken. Het hoofdje wordt<br />

omsloten door een omwindsel van enkele rijen schutbladen.<br />

Lokbloemen langs de rand<br />

Langs de rand van het hoofdje staat een rij tongvormige gele<br />

bloemen. Ze hebben geen meeldraden en geen stamper en<br />

hebben alleen een lokfunctie. Voor honingbijen vallen ze des<br />

te meer in het oog omdat ze behalve geel ook nog ultraviolet<br />

reflecteren. Binnen de randbloemen staan vele tweeslachtige<br />

buisbloemen. Het vruchtbeginsel wordt voor een deel omsloten<br />

door een vliezig schutblad. Op het vruchtbeginsel staat<br />

een pappus bestaande uit twee korte uitsteeksels. De gele<br />

kroonbuis omsluit het onderste deel van de stijl. De nectariën<br />

liggen onder in de bloem, op het verbrede deel van de kroonbuis.<br />

Als de bloem zich opent, gaan ook de helmknoppen open.<br />

Het stuifmeel wordt door de stamper uit het door de meeldraden<br />

gevormde kokertje geduwd. Als de stamper op lengte is,<br />

buigen de beide stempels uiteen. Bij het einde van de bloei zijn<br />

ze geheel omgekruld. In een hoofdje van de Zonnebloem zijn<br />

heel mooi de verschillende bloeistadia te zien. In het midden<br />

bevinden zich de bloemen in knop. Verder naar buiten vinden<br />

we achtereenvolgens een zone met bloemen in het mannelijke<br />

stadium (stuifmeel), bloemen in het vrouwelijke stadium<br />

(stempels uiteen gebogen) en uitgebloeide, verwelkte bloemen.<br />

Nectar en stuifmeel<br />

Het stuifmeel komt voor het overgrote deel vroeg in de<br />

morgen vrij. Het suikergehalte van de nectar is door de dag<br />

heen niet constant. Het maximum valt samen met het tijdstip<br />

waarop de meeste nectar vrijkomt. De bloemen produceren<br />

hoofdzakelijk nectar tijdens het mannelijke stadium.<br />

Bijenbezoek<br />

Voor de Zonnebloem is de Honingbij de bestuiver bij uitstek.<br />

Ondanks de aanwezigheid van het hoge aantal bloemen in een<br />

hoofdje, bezoeken de bijen toch maar een deel daarvan en<br />

zorgen zo voor de nodige kruisbestuiving. Ze verzamelen<br />

zowel nectar als stuifmeel. Een klein deel van de bijen richt<br />

zich op de extraflorale nectariën op de omwindselbladen en op<br />

de voet van de bladeren bovenaan de plant. Bijen die hierop<br />

vliegen bezoeken geen bloemen en leveren dus geen bijdrage<br />

aan de bestuiving.<br />

Vermeerdering<br />

De vermeerdering vindt uitsluitend plaats door zaad.<br />

De vrucht is een nootje, dat veel olie en eiwit bevat.<br />

plaat 229. Zonnebloem<br />

A bloemhoofdje; B randbloem; C buisbloem even voor het vrijkomen<br />

van het stuifmeel; D opengeslagen meeldradenkokertje; E stuifmeelkorrel<br />

(tricolporaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht;<br />

F stempels; G nootje.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!