26.03.2018 Views

Bijenplanten_web

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

klokjesfamilie 439<br />

Grasklokje (Campanula rotundifolia)<br />

Het Grasklokje behoort tot het geslacht Klokje (Campanula)<br />

van de Klokjesfamilie (Campanulaceae). Het komt algemeen<br />

voor op grazige plaatsen op zandgrond, vooral in het oosten<br />

en zuiden van ons land.<br />

Ronde en langwerpige bladeren<br />

Campanula is het verkleinwoord van het Latijnse campana,<br />

dat klok betekent; rotundifolia duidt op de ronde bladeren in<br />

de wortelrozet. Als de plant gaat bloeien zijn deze bladeren<br />

meestal al verwelkt. De lange smalle bladeren aan de bloeistengel<br />

nemen dan hun taak over. De vorm van de ronde<br />

bladeren is afgestemd op een geringe lichtintensiteit vóór<br />

de bloei. Wanneer een bloeistengel weinig licht krijgt ontwikkelen<br />

zich daaraan ook ronde bladeren.<br />

Bijzondere meeldraden<br />

In de bloemknop staan de meeldraden tegen de nog gesloten<br />

lobben van de stempel gedrukt. Nog voor de bloemen opengaan,<br />

openen de helmhokken zich aan de zijde van de stempel,<br />

die rondom bezet is met omhoog gerichte haren. Bij het uitgroeien<br />

van de stijl wordt het stuifmeel uit de helmhokken<br />

geveegd. Als de bloem open is, zien we een stijl die rondom<br />

met stuifmeel bepoederd is. Van de meeldraden is dan niet<br />

veel meer te zien. Ze zijn op het onderste gedeelte na verwelkt.<br />

De meeldraden hebben aan de basis een schildvormige verbreding<br />

die langs de rand met haren is bezet. Samen bedekken<br />

ze het nectarium op het vruchtbeginsel. Naast de functie van<br />

bescherming van het nectarium hebben ze nog een andere<br />

functie. Honingbijen die op de bloemen van het grasklokje<br />

vliegen, oriënteren zich op afstand eerst op de kleur en de vorm<br />

van de bloemen. Als ze op de bloemen zijn aangekomen, wijzen<br />

de lichtgroene brede bases van de helmdraden de weg naar de<br />

nectar, doordat ze contrasteren met het blauw van de kroon.<br />

Ook de geur van de kroon helpt bij het zoeken van de precieze<br />

plaats van de nectar. Onderin geurt de bloemkroon namelijk<br />

intensiever dan aan de rand van de bloem. De Honingbij kan<br />

de nectar zowel op het gezicht als op de geur vinden. Over het<br />

algemeen is de geur een oriëntatiemiddel op korte afstand.<br />

Hetzelfde geldt voor het nectarmerk.<br />

Ook zaad door zelfbestuiving<br />

Tijdens de verdere bloei buigen de drie stempellobben uiteen.<br />

Bijen die op pas geopende bloemen stuifmeel hebben verzameld<br />

van een stijl met nog gesloten stempellobben, worden<br />

op bloemen in het volgende, vrouwelijke stadium bijna letterlijk<br />

met open armen ontvangen. De bij wil weer stuifmeel<br />

verzamelen, maar komt dan terecht op de naar buiten gebogen<br />

stempellobben en zorgt zo voor bestuiving. Als insectenbezoek<br />

uitblijft, krommen de stempellobben zich nog verder en<br />

komen zo in aanraking met het eigen stuifmeel op de stijl,<br />

waarna zelfbestuiving plaatsvindt en zich toch nog zaad kan<br />

vormen.<br />

Doosvrucht<br />

De vrucht is een driehokkige veelzadige doosvrucht. Bij het<br />

Grasklokje knikt de vrucht omlaag. Als het zaad rijp is, droogt<br />

de vruchtwand uit en ontstaan op drie plaatsen in de vruchtwand<br />

openingen, die zich bij vochtig weer opnieuw sluiten.<br />

Als de vruchten door de wind heen en weer worden bewogen,<br />

wordt het zaad eruit geschud.<br />

Tuinsoorten<br />

Een aantal Campanula-soorten is zeer geschikt voor de tuin.<br />

Het Kruipklokje (C. poscharskyana), het Prachtklokje<br />

(C. persicifolia) en het Akkerklokje (C. rapunculoides) bloeien<br />

elk jaar rijkelijk. Net als het Grasklokje zijn het overblijvende<br />

planten die zich makkelijk door zaad vermeerderen. De in ons<br />

land in het wild groeiende soorten van het geslacht zijn alle<br />

beschermd.<br />

plaat 207. Grasklokje<br />

A bloeistengels met lijnvormige bladeren, bloemknoppen en bloemen;<br />

B wortelblad; C meeldraden vóór de bloei; D meeldraad, links van<br />

buiten, rechts van binnen; E stuifmeelkorrel (tetraporaat): 1 polair<br />

aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; F stamper vóór de bloei; G stamper<br />

met rijpe stempellobben; H vruchten; I zaad.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!