Fruit-frugivore interactions in a Malagasy littoral forest - Universiteit ...
Fruit-frugivore interactions in a Malagasy littoral forest - Universiteit ...
Fruit-frugivore interactions in a Malagasy littoral forest - Universiteit ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Samenvatt<strong>in</strong>g<br />
vruchtkenmerken. Beide sites verschillen sterk <strong>in</strong> abiotische factoren maar hebben een<br />
vergelijkbare <strong>frugivore</strong> gilde. Deze studie laat ons toe te testen of onze bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van<br />
Sa<strong>in</strong>te Luce ook opgaan voor andere sites van Madagaskar en ze vervolgens <strong>in</strong> een<br />
ruimer kader te <strong>in</strong>terpreteren. Eerst en vooral is het duidelijk dat de algemene<br />
vruchtkenmerken sterk verschillen tussen beide sites. Sa<strong>in</strong>te Luce heeft opvallend meer<br />
sappige steenvruchten en bessen met dunne schil terwijl openspr<strong>in</strong>gende doosvruchten<br />
en steenvruchten met dikke schil meer voorkomen <strong>in</strong> Kir<strong>in</strong>dy. Biochemisch ligt het<br />
vetgehalte hoger <strong>in</strong> vruchten van Sa<strong>in</strong>te Luce, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot de hogere<br />
concentraties vezels, tann<strong>in</strong>en en stikstof <strong>in</strong> Kir<strong>in</strong>dy. De typische vruchtkenmerken <strong>in</strong> dit<br />
droge bladverliezende woud duiden dan ook vooral op aanpass<strong>in</strong>gen tegen watervlies<br />
gedurende het lange droge seizoen. Wanneer we kijken naar voedselselectie van<br />
Eulemur fulvus en Cheirogaleus medius b<strong>in</strong>nen en tussen beide sites wordt het duidelijk<br />
dat kenmerken zoals vrucht- en zaadgrootte, groeivorm, kleur, zaadaantal,<br />
zaadbescherm<strong>in</strong>g en eiwitgehalte, die niet verschillen tussen de sites, niet echt relevant<br />
zijn voor de voedselselectie van deze lemuren. Anderzijds is er wel een sterke voorkeur<br />
voor zoöchore bessen en steenvruchten <strong>in</strong> beide sites, ook al is er een kwantitatief<br />
verschil <strong>in</strong> de aanwezigheid van deze vruchttypes tussen Kir<strong>in</strong>dy en Sa<strong>in</strong>te Luce. Wat de<br />
voed<strong>in</strong>gswaarde betreft, negeert Eulemur fulvus vetrijke vruchten <strong>in</strong> Sa<strong>in</strong>te Luce en<br />
selecteert Cheirogaleus medius vooral vruchten met een hoog suikergehalte en dit zowel<br />
<strong>in</strong> Sa<strong>in</strong>te Luce als <strong>in</strong> Kir<strong>in</strong>dy als voorbereid<strong>in</strong>g voor hun torpor zoals eerder vermeld.<br />
Tenslotte blijkt dat beide lemuursoorten zich sterk kunnen aanpassen aan de algemene<br />
beschikbaarheid wat tal van morfologische (pulptype, geur, vruchtwand) en biochemische<br />
kenmerken (stikstof, tann<strong>in</strong>es, ADF en NDF) betreft. Deze vruchtkenmerken verschillen<br />
sterk tussen beide sites en de lemuren eten dan ook wat meest aanwezig is <strong>in</strong> een<br />
bepaalde site. Voedselkeuze van beide soorten lemuren wordt dus sterk bepaald door<br />
het algemene vruchtaanbod. Aan de hand van deze resultaten kunnen we dus stellen dat<br />
vruchtkenmerken wellicht eerder het gevolg zijn van sitegebonden abiotische factoren<br />
dan het gevolg van een sterk selectieve impact door <strong>in</strong>teracties met hun vruchteneters.<br />
Net zoals <strong>in</strong> andere onderdelen van deze studie kan ook deze vergelijk<strong>in</strong>g tussen sites<br />
evenm<strong>in</strong> bewijsmateriaal leveren voor het bestaan van co-evolutie. Er kan hooguit<br />
gesproken worden van een zwakke selectieve <strong>in</strong>vloed van de <strong>frugivore</strong>n op<br />
vruchtkenmerken. De lemuren zijn duidelijk flexibel genoeg om hun dieet aan te passen<br />
en te overleven op vruchten met andere morfologische kenmerken en andere<br />
voed<strong>in</strong>gswaarde, waarvan het aanbod verschilt per regio.<br />
Uite<strong>in</strong>delijk wordt <strong>in</strong> het afsluitende hoofdstuk de huidige situatie van het littoraal<br />
regenwoud toegelicht en worden enkele adviezen geformuleerd die relevant zijn voor<br />
conservatie. Het littoraal woud van Sa<strong>in</strong>te Luce bestaat momenteel enkel nog uit sterk<br />
gedegradeerde woudfragmenten. Dit woud riskeert dan ook vele endemische planten- en<br />
diersoorten te verliezen <strong>in</strong> de nabije toekomst omwille van ontboss<strong>in</strong>g en verdere<br />
habitatdegradatie. Het ontwrichten van plant-dier <strong>in</strong>teracties is dan ook een van de<br />
grootste bedreig<strong>in</strong>gen, aangezien verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de regeneratie van plantensoorten <strong>in</strong><br />
woudfragmenten belangrijke gevolgen kunnen hebben voor het overleven van deze<br />
soorten op lange termijn. Slash and burn, nutteloze bosbranden en houtkap vormen de<br />
belangrijkste oorzaken voor wouddegradatie en fragmentatie. Daarenboven is er <strong>in</strong> de<br />
nabije toekomst ook nog de bedreig<strong>in</strong>g van houtskool en titaniumontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> deze<br />
regio. Door sterke fragmentatie raken de resterende woudfragmenten geïsoleerd<br />
waardoor ze niet langer toegankelijk zijn voor arboreale diersoorten. Genetische<br />
156