19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Pagina 116 <strong>van</strong> 256 BE0112000986<br />
of IAS) wor<strong>de</strong>n wereldwijd beschouwd als <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> belangrijkste oorzaak <strong>van</strong> het verlies aan<br />
biodiversiteit (na <strong>de</strong> directe vernietiging <strong>van</strong> habitats) (EC, 2008).<br />
De begroeiing <strong>van</strong> <strong>de</strong> artificiële har<strong>de</strong> substraten zorgt voor een lokaal sterk verhoog<strong>de</strong> productie <strong>van</strong><br />
en concentratie aan organisch materiaal (Kerckhof et al., 2010). Deze verhoog<strong>de</strong> concentratie zorgt<br />
bij afzetting (bvb. na sterfte en faecale pellets) voor een lokale organische aanrijking <strong>van</strong> het<br />
natuurlijke zachte substraat, waardoor fijnere sedimenten met een rijkere macrobenthische fauna<br />
nabij <strong>de</strong> har<strong>de</strong> substraten wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n (Coates et al., 2011, 2012). Er wordt verwacht dat <strong>de</strong><br />
om<strong>van</strong>g (hoeveelheid organisch materiaal én aangetaste oppervlakte) <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze impact afhankelijk zal<br />
zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> totale oppervlakte aan hard substraat en zodoen<strong>de</strong> het grootst zal zijn indien gebruik zou<br />
wor<strong>de</strong>n gemaakt <strong>van</strong> een groot aantal gravitaire fun<strong>de</strong>ringen (Rumes et al., 2011a).<br />
De aangroei op <strong>de</strong> fun<strong>de</strong>ringen en <strong>de</strong> rijkere macrobenthische gemeenschappen <strong>van</strong> het zandige<br />
sediment op hun beurt, zorgen voor meer voedsel voor diverse predatoren, waaron<strong>de</strong>r vissen als<br />
kabeljauw Gadus morhua en steenbolk Trisopterus luscus (Reubens et al., 2009a, 2011a). De<br />
verhoog<strong>de</strong> voedselbeschikbaarheid zou, ter hoogte <strong>van</strong> <strong>de</strong> zandige sedimenten, vissen en<br />
epibenthos kunnen bevoor<strong>de</strong>len. Zo zijn <strong>de</strong> zwemkrabben en grijze garnalen in <strong>de</strong> windparken<br />
bijvoorbeeld gemid<strong>de</strong>ld groter dan <strong>de</strong>ze buiten <strong>de</strong> parken (Schaeck, 2011).<br />
Het is echter nog steeds ondui<strong>de</strong>lijk in hoeverre <strong>de</strong> productiviteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> vissen, aangetrokken tot <strong>de</strong><br />
artificiële structuren, verhoogt door het verhoog<strong>de</strong> voedselaanbod, dan wel verlaagt door <strong>de</strong> drastisch<br />
verhoog<strong>de</strong> competitie voor voedsel. In het buitenland werd ver<strong>de</strong>r reeds aangetoond dat een<br />
toename in aantallen vissen rond boorplatformen in <strong>de</strong> Noordzee gepaard gaat met een daling in <strong>de</strong><br />
ruimere omgeving <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze installaties (Rumes et al., 2011a).<br />
Ook wer<strong>de</strong>n sinds <strong>de</strong> installatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste windturbines op <strong>de</strong> Thorntonbank verhoog<strong>de</strong> aantallen<br />
grote stern en visdief in het gebied waargenomen. Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor stormmeeuw en zilvermeeuw<br />
op <strong>de</strong> Bligh Bank (Vanermen et al., 2011). Deze verhoog<strong>de</strong> aantallen zeevogels kunnen veroorzaakt<br />
wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> aantrekking tot artificiële structuren als rustplaats of als een soort herkenningspunt in<br />
<strong>de</strong> open zee (zie ver<strong>de</strong>r, Hoofdstuk ‘Verstoring zeevogels’). De hogere zeevogel<strong>de</strong>nsiteiten kunnen<br />
echter ook het gevolg zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> organische verrijking en het domino-effect doorheen heel het<br />
mariene voedselweb.<br />
Natuurbeschermingsgebie<strong>de</strong>n<br />
De aanduiding <strong>van</strong> natuurbeschermingsgebie<strong>de</strong>n, het opstellen <strong>van</strong> instandhoudingsdoelstellingen en<br />
het voorzien <strong>van</strong> natuurbeheersmaatregelen binnen <strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n, hebben tot doel om <strong>de</strong><br />
biodiversiteit in het BNZ op te waar<strong>de</strong>ren, of ten minste om te streven tot het behoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> huidige<br />
natuurwaar<strong>de</strong>n. Deze ingrepen hebben dus intrinsiek een positieve impact op <strong>de</strong> biodiversiteit.<br />
Mogelijke positieve effecten zijn een toename <strong>van</strong> <strong>de</strong> habitat kwaliteit (voornamelijk een grotere<br />
habitatcomplexiteit), gekoppeld aan een betere groei en betere overlevingskansen voor sommige<br />
juveniele vissen. Het optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke effecten is evenwel niet gegaran<strong>de</strong>erd (Sweeting &<br />
Polunin, 2005).<br />
Plan-MER Ontwerp Marien Ruimtelijk Plan DEEL 6 Beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> milieueffecten