19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Aanwezigheid <strong>van</strong> windparken<br />
Pagina 90 <strong>van</strong> 256 BE0112000986<br />
In <strong>de</strong> effectbespreking werd besloten dat er op het vlak <strong>van</strong> hydrodynamica, sedimentdynamica en<br />
morfologie geen belangrijke effecten verwacht wor<strong>de</strong>n ten gevolge <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanwezigheid <strong>van</strong><br />
windparken. Bijgevolg is er op dit vlak geen wijziging ten opzichte <strong>van</strong> het referentiescenario ten<br />
gevolge <strong>van</strong> <strong>de</strong> (ver<strong>de</strong>re) bouw <strong>van</strong> <strong>de</strong> windparken in <strong>de</strong> huidige windmolenzone (alternatief 1 en 2)<br />
of in een nieuwe windmolenzone (alternatief 2).<br />
Zeewering<br />
Zowel in het voorliggen<strong>de</strong> MRP (alternatief 1) als in <strong>de</strong> variant op het voorontwerp MRP (alternatief 2)<br />
wordt <strong>de</strong> (ver<strong>de</strong>re) uitvoering <strong>van</strong> het Kustveiligheidsplan voorzien. Gezien bij alternatief 2 een<br />
beperking <strong>van</strong> zandwinning voor zachte zeewering wordt vooropgesteld, kan dit resulteren in<br />
beperktere impact op <strong>de</strong> fysische processen. Deze beperktere impact is echter enkel geldig indien <strong>de</strong><br />
beperking <strong>van</strong> zandwinning voor zacht zeewering niet gecompenseerd wordt door een toename in<br />
zandwinning voor commerciële doelein<strong>de</strong>n, hetgeen een reëel scenario is gezien in alternatief 2<br />
eveneens een optrekking <strong>van</strong> <strong>de</strong> maximale toegestane ontginningsvolumes voorzien wordt. Bijgevolg<br />
bestaat er geen specifieke voorkeur voor een <strong>van</strong> <strong>de</strong> alternatieven.<br />
De aanleg <strong>van</strong> een energie-atol<br />
De aanleg <strong>van</strong> een energie-atol, aansluitend aan <strong>de</strong> mogelijke havenuitbreiding bij Zeebrugge en <strong>de</strong><br />
mogelijke aanleg <strong>van</strong> een strandmeer, zal een ingrijpen<strong>de</strong> impact hebben op <strong>de</strong> getij<strong>de</strong>n- en<br />
sedimentatiedynamiek in <strong>de</strong> omgeving. Vermoe<strong>de</strong>lijk zal <strong>de</strong> impact <strong>van</strong> een energie-atol voor <strong>de</strong> kust<br />
<strong>van</strong> Blankenberge-De Haan (optie binnen alternatief 1) of ver<strong>de</strong>r op zee (alternatief 2) beperkter zijn.<br />
De aanleg <strong>van</strong> een energie-atol zal hoe dan ook een impact hebben op <strong>de</strong> fysische processen. De<br />
reikwijdte hier<strong>van</strong> is op he<strong>de</strong>n onmogelijk in te schatten, en dient on<strong>de</strong>rwerp te zijn <strong>van</strong> een<br />
projectMER.<br />
14.4.3 Toetsing aan <strong>de</strong> vooropgestel<strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het MRP<br />
Voor het volledige BNZ wordt, in overeenstemming met <strong>de</strong> Ka<strong>de</strong>rrichtlijn Mariene Strategie, een<br />
‘goe<strong>de</strong> milieutoestand’ (GMT) nagestreefd tegen 2020. De GMT voor het beschrijvend element D7<br />
‘Hydrografische eigenschappen’ wordt bereikt wanneer (Belgische Staat, 2012b):<br />
De aard en <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> alle veran<strong>de</strong>ringen op langere termijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> heersen<strong>de</strong><br />
hydrografische eigenschappen als gevolg <strong>van</strong> menselijke activiteiten (<strong>van</strong> individuen en <strong>van</strong><br />
gemeenschappen) in het mariene milieu geen uitgesproken negatieve impact hebben op<br />
soorten, populaties of een ecosysteemniveau.<br />
Dit minimaal inhoudt dat <strong>de</strong> wijzigingen in stromingspatronen ten gevolge <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken<br />
menselijke activiteiten zo zijn dat <strong>de</strong> erosie en <strong>de</strong> sedimentatie in evenwicht blijven.<br />
Plan-MER Ontwerp Marien Ruimtelijk Plan DEEL 6 Beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> milieueffecten