19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Pagina 60 <strong>van</strong> 256 BE0112000986<br />
<strong>de</strong> Noordzee gemid<strong>de</strong>ld tussen <strong>de</strong> 30 en 40 dB(A) ligt, geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> nachtperio<strong>de</strong> (<strong>de</strong> meest<br />
kritische perio<strong>de</strong> door <strong>de</strong> afwezigheid <strong>van</strong> menselijke activiteiten).<br />
Menselijke activiteiten in het BNZ die een impact kunnen hebben op het omgevingsgeluid boven<br />
water zijn bijvoorbeeld scheepvaart, constructiewerken (haven, gebouwen, kustinfrastructuur),<br />
transport, recreatie en toerisme.<br />
Fauna, flora en biodiversiteit<br />
Benthische gemeenschappen<br />
De Noordzee bevat een grote rijkdom aan fauna en flora. De verschillen<strong>de</strong> types <strong>van</strong> habitats<br />
herbergen vele soorten en gemeenschappen. De meest diverse en meest voorkomen<strong>de</strong> soorten zijn<br />
<strong>de</strong> borstelwormen en <strong>de</strong> schaaldieren. De dominantie <strong>van</strong> borstelwormen stijgt in <strong>de</strong> richting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
offshore zandbanken.<br />
Vier algemeen voorkomen<strong>de</strong> macrobenthische gemeenschappen kunnen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n in<br />
<strong>de</strong> subtidale mobiele substraten <strong>van</strong> het BNZ. Daartussenin wor<strong>de</strong>n nog zes<br />
overgangsgemeenschappen ge<strong>de</strong>finieerd. Deze gemeenschappen wor<strong>de</strong>n elk gekenmerkt door<br />
karakteristieke soorten, diversiteit en dichtheid en wor<strong>de</strong>n elk in een specifieke en goed ge<strong>de</strong>finieer<strong>de</strong><br />
omgeving waargenomen. Deze biotopen wor<strong>de</strong>n elk bewoond door een specifieke macrobenthische,<br />
epibenthische en visfauna (Degraer et al., 2009).<br />
Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorkomen<strong>de</strong> macrobenthosgemeenschappen is er een biologische<br />
waar<strong>de</strong>ringskaart opgesteld voor het BNZ. Wanneer we inzoomen op het macrobenthos, dan behoort<br />
het BNZ zeker niet tot <strong>de</strong> meest rijke systemen <strong>van</strong> het Noordzeebekken en heeft het een regionaal<br />
typische lage soortenrijkdom. Binnen het BNZ is <strong>de</strong> rijkdom ook niet overal gelijk en wordt <strong>de</strong> hoogste<br />
diversiteit en dichtheid waargenomen ter hoogte <strong>van</strong> <strong>de</strong> westelijke kustzone, het oostelijke <strong>de</strong>el <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> Vlaamse Banken en het zui<strong>de</strong>lijke <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Zeelandbanken.<br />
Naast <strong>de</strong> zachte substraten, bevin<strong>de</strong>n zich op vele plaatsen eveneens artificiële har<strong>de</strong> structuren,<br />
waaron<strong>de</strong>r strandhoof<strong>de</strong>n (golfbrekers), scheepswrakken, havenmuren en recent ook offshore<br />
windparken. De fauna <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze biotopen is structureel nauw verwant aan <strong>de</strong>ze <strong>van</strong> <strong>de</strong> natuurlijke<br />
har<strong>de</strong> substraten, <strong>de</strong> grindbed<strong>de</strong>n.<br />
Er komen twee bijzon<strong>de</strong>re habitats voor in het BNZ. Deze zijn te vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> habitatrichtlijn Annex 1:<br />
Permanent met zeewater overspoel<strong>de</strong> zandbanken (habitattype 1110): dit is het on<strong>de</strong>elbaar<br />
geheel <strong>van</strong> zandbanktop en flankeren<strong>de</strong> geulen. Dit komt overeen met een heel groot <strong>de</strong>el <strong>van</strong><br />
het BNZ, enkel het noor<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>el wordt hier niet toe geklasseerd.<br />
Riffen (habitattype 1170). In het BNZ komen <strong>van</strong> dit type 2 soorten voor: <strong>de</strong> geogene<br />
grindbed<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> biogene Lanice conchilega aggregaties (schelpkokerworm). Grindbed<strong>de</strong>n en<br />
schelpkokerworm-aggregaties wor<strong>de</strong>n algemeen erkend als gebie<strong>de</strong>n met bijzon<strong>de</strong>re<br />
ecologische waar<strong>de</strong>. Grind wordt vooral aangetroffen in <strong>de</strong> geulen tussen <strong>de</strong> banken. Vooral <strong>de</strong><br />
grindbed<strong>de</strong>n ter hoogte <strong>van</strong> <strong>de</strong> Hin<strong>de</strong>rbanken zijn belangrijk.<br />
Een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze waar<strong>de</strong>volle habitats is beschermd als habitatrichtlijngebied.<br />
Plan-MER Ontwerp Marien Ruimtelijk Plan DEEL 5 Bestaan<strong>de</strong> situatie