19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Pagina 196 <strong>van</strong> 256 BE0112000986<br />
In het MEB <strong>van</strong> <strong>de</strong> windparken Norther en Rentel (Rumes et al., 2011a, 2011b) wordt vermeld dat,<br />
rekening hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> geken<strong>de</strong> foerageerafstan<strong>de</strong>n, het mogelijk is dat meeuwen, sternen en<br />
aalscholvers <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> vogelrichtlijngebie<strong>de</strong>n SBZ-V3 ‘Zeebrugge’ (BE), Voor<strong>de</strong>lta (NL),<br />
Westerschel<strong>de</strong> – Saeftinghe (NL), Oosterschel<strong>de</strong> (NL) en Grevelingen (NL) tot in <strong>de</strong> Belgische<br />
windmolenzone komen om te foerageren. Van <strong>de</strong>ze soorten zal kleine mantelmeeuw het gevoeligst<br />
zijn voor aanvaringen doordat ze vaak op rotorhoogte vliegen (Vanermen et al., 2009) en doordat ze<br />
groot en weinig wendbaar zijn. De aanvaringskans voor sternen wordt laag ingeschat (Vanermen et<br />
al., 2009).<br />
Analoog aan het besluit <strong>van</strong> het MEB <strong>van</strong> <strong>de</strong> windparken Norther en Rentel (Rumes et al., 2011a,<br />
2011b) wordt besloten dat <strong>de</strong> diverse windparken afzon<strong>de</strong>rlijk geen significant negatieve effecten<br />
zullen hebben op <strong>de</strong> avifauna <strong>van</strong> <strong>de</strong> Belgische en Ne<strong>de</strong>rlandse Natura 2000 gebie<strong>de</strong>n en dat <strong>de</strong><br />
instandhoudingsdoelstellingen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n, voor wat betreft avifauna, niet in het gedrang<br />
komen. De cumulatieve impact <strong>van</strong> aanvaringen ten gevolge <strong>van</strong> meer<strong>de</strong>re windparken samen op<br />
populatieniveau vormt momenteel wel een leemte in <strong>de</strong> kennis. Om <strong>de</strong>ze impact behoorlijk te kunnen<br />
evalueren is er nood is aan meer betrouwbare data (monitoring).<br />
Aanleg kabels en pijpleidingen<br />
De effecten ten gevolge <strong>van</strong> <strong>de</strong> ingraving <strong>van</strong> kabels en pijpleidingen (bo<strong>de</strong>mverstoring, verhoging<br />
turbiditeit) zijn beperkt <strong>van</strong> om<strong>van</strong>g en <strong>van</strong> korte duur (zie hoofdstuk 13 ‘Bo<strong>de</strong>mverstoring’). Het<br />
streven naar een maximale bun<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> kabels (alternatief 1 en 2) en <strong>de</strong> keuze voor <strong>de</strong><br />
mogelijkheid voor aanlanding enkel ter hoogte <strong>van</strong> Zeebrugge (alternatief 2) resulteren in het behoud<br />
<strong>van</strong> een grotere zone zon<strong>de</strong>r habitatverstoring ten gevolge <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> kabels en pijpleidingen,<br />
on<strong>de</strong>r meer binnen het SBZ-H ‘Vlaamse Banken’. Op dit vlak zijn bei<strong>de</strong> alternatieven een verbetering<br />
ten opzichte <strong>van</strong> het referentiescenario. Bijgevolg kan aangenomen wor<strong>de</strong>n dat bei<strong>de</strong> alternatieven<br />
eer<strong>de</strong>r een positieve impact zullen hebben op het behalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> instandhoudingsdoelstellingen voor<br />
<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>volle habitats binnen het SBZ-H ‘Vlaamse Banken’.<br />
Er wor<strong>de</strong>n geen rele<strong>van</strong>te effecten verwacht op <strong>de</strong> bescherm<strong>de</strong> avifauna.<br />
Visserij<br />
Bij <strong>de</strong> visserij heeft vooral boomkorvisserij een negatieve impact op <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m. Bij boomkorvisserij<br />
wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bovenste lagen <strong>van</strong> <strong>de</strong> zeebo<strong>de</strong>m constant omgewoeld. De effecten op <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m en <strong>de</strong><br />
benthosgemeenschappen wor<strong>de</strong>n besproken in hoofdstuk 13 ‘Bo<strong>de</strong>mverstoring’.<br />
Zowel in het voorliggen<strong>de</strong> MRP (alternatief 1) als in alternatief 2 wor<strong>de</strong>n bepaal<strong>de</strong> beperkingen<br />
opgelegd voor zowel <strong>de</strong> ‘traditionele’ professionele visserij als sportvisserij ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
bestaan<strong>de</strong> situatie. Uit wetenschappelijke rapporten blijkt dat <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n A en C, waarbinnen <strong>de</strong> 4<br />
bo<strong>de</strong>mbeschermingszones met maatregelen voor visserij wor<strong>de</strong>n voorzien, <strong>de</strong> habitattypes herbergen<br />
die het meest gevoelig zijn voor bo<strong>de</strong>mverstoring. Bijgevolg kan aangenomen wor<strong>de</strong>n dat bei<strong>de</strong><br />
alternatieven een positieve impact zullen hebben op het behalen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
instandhoudingsdoelstellingen voor <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>volle habitats binnen het SBZ-H ‘Vlaamse Banken’.<br />
Plan-MER Ontwerp Marien Ruimtelijk Plan DEEL 7 Passen<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling