19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
DEEL 8 Samenvatting en besluit<br />
Pagina 201 <strong>van</strong> 256 BE0112000986<br />
Door <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid aan activiteiten en mogelijke milieueffecten is het niet steeds evi<strong>de</strong>nt om<br />
een dui<strong>de</strong>lijke keuze te maken tussen <strong>de</strong> voorliggen<strong>de</strong> alternatieven. Afhankelijk <strong>van</strong> het beschouw<strong>de</strong><br />
effect kan <strong>de</strong> voorkeur uitgaan naar een bepaald alternatief. In een milieueffectenrapport wordt het<br />
relatieve belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> effecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> alternatieven ingeschat door <strong>de</strong> situatie die<br />
ontstaat als <strong>de</strong> planalternatieven en –varianten wor<strong>de</strong>n uitgevoerd te vergelijken met <strong>de</strong> situatie die<br />
ontstaat als het plan niet wordt uitgevoerd (nulalternatief). Dit nulalternatief vormt dus <strong>de</strong><br />
vergelijkingsbasis voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re planalternatieven. De verwijzingen naar alternatief 2 han<strong>de</strong>len over<br />
een niet-weerhou<strong>de</strong>n alternatief ontwerpplan dan niet werd goedgekeurd door <strong>de</strong> regering. Dit<br />
alternatief 2 wordt m.a.w. gebruikt om het ontwerpplan dat voorligt (alternatief 1) in perspectief te<br />
plaatsen.<br />
Hoewel het niet-weerhou<strong>de</strong>n alternatief 2 bijvoorbeeld meer garanties biedt voor natuurbescherming<br />
door het volledig vrijwaren <strong>van</strong> bo<strong>de</strong>mberoeren<strong>de</strong> visserij in het Habitatrichtlijngebied ‘Vlaamse<br />
Banken’, en een grotere bijdrage levert tot <strong>de</strong> reductie <strong>van</strong> broeikasgassen door het voorzien <strong>van</strong> een<br />
bijkomen<strong>de</strong> windmolenzone, betekent <strong>de</strong> keuze voor uitbreiding <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> activiteiten binnen<br />
alternatief 2 (nieuwe windmolenzone, uitbreiding baggerlocaties, nieuwe zone voor zandontginning,<br />
bouw offshore haven, concessiezone energie-atol ver <strong>van</strong> <strong>de</strong> kust) mogelijks een grotere milieudruk<br />
(grotere kans op verstoring fauna, aanvaringen, olieverontreiniging, etc.).<br />
Gezien voorliggend on<strong>de</strong>rzoek een plan-MER betreft, zal een ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> effectbespreking en<br />
beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> diverse nieuwe ontwikkelingen gebeuren op projectniveau (project-MER). Uitgaan<strong>de</strong><br />
<strong>van</strong> het voorzorgsprincipe en afweging <strong>van</strong> alle beleidskeuzes, geniet het voorliggen<strong>de</strong> MRP<br />
(alternatief 1) vaker <strong>de</strong> voorkeur, boven het niet-weerhou<strong>de</strong>n alternatief 2.<br />
In dit plan-MER (of ook strategische MER genaamd) kan wel op strategisch niveau een dui<strong>de</strong>lijke<br />
afweging gebeuren ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> vooropgestel<strong>de</strong> doelstellingen. Over <strong>de</strong> grote lijn kan er<br />
voldoen<strong>de</strong> garantie gegeven wor<strong>de</strong>n dat zowel op vlak <strong>van</strong> milieu en veiligheid bei<strong>de</strong> alternatieven<br />
voldoen. Een groter probleem stelt zich op vlak <strong>van</strong> garanties voor <strong>de</strong> nodige ruimte voor alle<br />
economische activiteiten op zee. De vraag kan gesteld wor<strong>de</strong>n of in het niet-weerhou<strong>de</strong>n alternatief 2<br />
het verbod voor visserij in het volledige natuurgebied ‘Vlaamse Banken’ niet al te grote beperkingen<br />
oplegt voor <strong>de</strong> sector en <strong>de</strong> leefbaarheid hierdoor in gedrang komt. An<strong>de</strong>rzijds biedt <strong>de</strong>ze<br />
doorgedreven vorm <strong>van</strong> beperking op bo<strong>de</strong>mberoeren<strong>de</strong> visserijtechnieken allicht een betere garantie<br />
voor <strong>de</strong> leefbaarheid <strong>van</strong> het Noordzee ecosysteem. Ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek is hiervoor zeker<br />
aangewezen. Het niet-weerhou<strong>de</strong>n alternatief 2 voorziet ook beperkingen voor toeristische-<br />
recreatieve activiteiten tot specifieke zones. Meer informatie over <strong>de</strong> zones is echter niet gekend.<br />
Tenslotte on<strong>de</strong>rsteunt alternatief 2 niet expliciet <strong>de</strong> uitbouw <strong>van</strong> het Europees energiegrid. Vanuit<br />
economisch oogpunt geniet alternatief 1 daarom <strong>de</strong> voorkeur.<br />
Op vlak <strong>van</strong> wetenschappelijke doelstellingen geniet het voorliggen<strong>de</strong> MRP (alternatief 1) <strong>de</strong> voorkeur<br />
daar hier geen beperkingen opgelegd wor<strong>de</strong>n en on<strong>de</strong>rzoek mogelijk blijft over het volledige BNZ.<br />
Plan-MER Ontwerp Marien Ruimtelijk Plan DEEL 8 Samenvatting en besluit