04.09.2013 Views

19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...

19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...

19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Pagina 138 <strong>van</strong> 256 BE0112000986<br />

onmid<strong>de</strong>llijk ten westen <strong>van</strong> <strong>de</strong> windmolenzone, en zal door <strong>de</strong> mogelijke integratie met <strong>de</strong><br />

windmolenzone niet ver<strong>de</strong>r bijdragen tot een verslechtering <strong>van</strong> <strong>de</strong> verkeerssituatie. In alternatief 2<br />

daarentegen wordt het stopcontact op zee op een nieuwe, dichtbij <strong>de</strong> kust gelegen zone voorzien.<br />

Ondanks geen ver<strong>de</strong>re informatie beschikbaar is over <strong>de</strong> precieze locatie in alternatief 2, kan dit<br />

mogelijks lei<strong>de</strong>n tot nieuwe verschuivingen binnen het scheepvaartverkeer, weliswaar <strong>van</strong> beperktere<br />

aard daar <strong>de</strong> hoogste trafiek zich eer<strong>de</strong>r rond <strong>de</strong> verkeersscheidingsstelsels en <strong>de</strong> Westpit situeren<br />

(Figuur 5) en gezien <strong>de</strong> beperktere om<strong>van</strong>g.<br />

Analoog hiermee doet <strong>de</strong> keuze voor het energie-atol vermoe<strong>de</strong>n dat zowel voor alternatief 1 (atol<br />

dichtbij <strong>de</strong> kust) als voor alternatief 2 (offshore atol) <strong>de</strong> effecten voor het scheepvaartverkeer tot een<br />

beperkte verslechtering zullen lei<strong>de</strong>n ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> referentiesituatie.<br />

Op gebied <strong>van</strong> preventie- en voorzorgsmaatregelen kan gesteld wor<strong>de</strong>n dat bei<strong>de</strong> alternatieven<br />

dui<strong>de</strong>lijk beter scoren dan <strong>de</strong> referentiesituatie. Zowel in alternatief 1 (stopcontact op zee) als 2<br />

(an<strong>de</strong>re locatie) wordt een sleepbootstation voorzien. Bei<strong>de</strong> alternatieven gaan ook <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

<strong>van</strong> tij<strong>de</strong>lijke noodwachtplaatsen voorzien en garan<strong>de</strong>ren een maximale veilige toegankelijkheid door<br />

het baggerregime te optimaliseren (alternatief 1) of te maximaliseren (alternatief 2). Bovendien wordt<br />

in alternatief 1 <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht <strong>van</strong> bijkomen<strong>de</strong> scheepsrouteringssystemen. Alternatief<br />

2 gaat hierin een stap ver<strong>de</strong>r door onmid<strong>de</strong>llijk een IMO statuut voor te stellen voor <strong>de</strong> Westpit route<br />

en <strong>de</strong> UK verbinding met België.<br />

Uitgaan<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> juiste beslissingen zullen wor<strong>de</strong>n genomen op basis <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek naar<br />

bijkomen<strong>de</strong> scheepsrouteringssystemen in alternatief 1, kunnen bei<strong>de</strong> alternatieven op veiligheidsvlak<br />

als gelijkwaardig wor<strong>de</strong>n beschouwd, met een voorkeur ten opzichte <strong>van</strong> het referentiescenario.<br />

20.4.3 Toetsing aan <strong>de</strong> vooropgestel<strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het MRP<br />

Op het vlak <strong>van</strong> <strong>de</strong> scheepvaart is het <strong>de</strong> doelstelling om op zee veilige doorvaart en een veilige<br />

toegankelijkheid <strong>van</strong> alle Belgische havens te blijven garan<strong>de</strong>ren, niet alleen voor <strong>de</strong> huidige<br />

generatie schepen, maar ook voor <strong>de</strong> schepen <strong>van</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> generaties (grotere afmetingen,<br />

toenemen<strong>de</strong> diepgang).<br />

Bei<strong>de</strong> alternatieven voldoen aan <strong>de</strong>ze veiligheidsdoelstelling door <strong>de</strong> nodige flexibiliteit in te bouwen<br />

in <strong>de</strong> huidige baggerstrategie in functie <strong>van</strong> veilige nautische toegang en evolutie in schepen<br />

(alternatief 1) of <strong>de</strong> baggerlocaties onvoorwaar<strong>de</strong>lijk uit te brei<strong>de</strong>n (alternatief 2).<br />

Voorts wordt er, in overeenstemming met <strong>de</strong> Ka<strong>de</strong>rrichtlijn Mariene Strategie, een ‘goe<strong>de</strong><br />

milieutoestand’ (GMT) nagestreefd tegen 2020 voor het volledige BNZ. Het beschrijvend element D8<br />

gaat specifiek in rond het aspect verontreiniging. De GMT met betrekking tot verontreiniging wordt<br />

bereikt wanneer (Belgische Staat, 2012b):<br />

De concentratie vervuilen<strong>de</strong> stoffen in het milieu (water, sediment en biota) binnen <strong>de</strong> afgesproken<br />

limieten (EQS uit KRW, EAC ontwikkeld binnen OSPAR) vallen.<br />

Plan-MER Ontwerp Marien Ruimtelijk Plan DEEL 6 Beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> milieueffecten

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!