19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
19086905 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Constructie <strong>van</strong> windparken<br />
Pagina 79 <strong>van</strong> 256 BE0112000986<br />
Bij toenemen<strong>de</strong> bouw <strong>van</strong> windparken neemt <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverstoring toe. In dat opzicht betekenen<br />
alternatief 1 (voorliggen<strong>de</strong> MRP) en 2 (variant op het voorliggen<strong>de</strong> MRP) bei<strong>de</strong>n een verslechtering<br />
voor het milieu (bo<strong>de</strong>mverstoring) ten opzichte <strong>van</strong> het referentiescenario. Het niet-weerhou<strong>de</strong>n<br />
alternatief 2 scoort bovendien negatiever dan het voorliggen<strong>de</strong> MRP (alternatief 1) gezien bij<br />
alternatief 2 een nieuwe windmolenzone voorzien wordt en dus bijkomen<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverstoring zal<br />
optre<strong>de</strong>n. Hierbij dient wel vermeld te wor<strong>de</strong>n dat het cumulatieve effect <strong>van</strong> bo<strong>de</strong>mverstoring ten<br />
gevolge <strong>van</strong> meer<strong>de</strong>re windparken kleiner ingeschat wordt dan <strong>de</strong> som <strong>van</strong> <strong>de</strong> effecten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
individuele windparken (ARCADIS Belgium, 2011). Bovendien is het cumulatieve effect <strong>van</strong><br />
bo<strong>de</strong>mverstoring enkel niet verwaarloosbaar indien gravitaire fun<strong>de</strong>ringen gebruikt zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n,<br />
hetgeen bij vele windparken eer<strong>de</strong>r onwaarschijnlijk is. De huidige windparken geven momenteel<br />
voorkeur aan paalfun<strong>de</strong>ringen.<br />
An<strong>de</strong>rzijds neemt bij toenemen<strong>de</strong> bouw <strong>van</strong> windparken ook <strong>de</strong> oppervlakte toe waarbinnen<br />
scheepvaart, inclusief boomkorvisserij, verbo<strong>de</strong>n is. Wanneer alle windparken gebouwd zijn, zal een<br />
totale oppervlakte <strong>van</strong> ca. 240 km² niet langer beschikbaar zijn voor visserij.<br />
Aanleg kabels en pijpleidingen<br />
Het streven naar een maximale bun<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> kabels (alternatief 1 en 2) en <strong>de</strong> keuze voor <strong>de</strong><br />
mogelijkheid voor aanlanding enkel ter hoogte <strong>van</strong> Zeebrugge (alternatief 2) resulteren in het behoud<br />
<strong>van</strong> een grotere zone met beperktere bo<strong>de</strong>mverstoring ten gevolge <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> kabels en<br />
pijpleidingen. Op dit vlak zijn bei<strong>de</strong> alternatieven een verbetering ten opzichte <strong>van</strong> het<br />
referentiescenario.<br />
Bij een toenemend aantal en bij toenemen<strong>de</strong> lengte <strong>van</strong> <strong>de</strong> elektriciteitskabels, neemt <strong>de</strong> mate <strong>van</strong><br />
bo<strong>de</strong>mverstoring wel toe. Zowel bij het voorliggen<strong>de</strong> MRP (alternatief 1) als <strong>de</strong> variant op het<br />
voorliggen<strong>de</strong> MRP (alternatief 2) wordt <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> diverse nieuwe elektriciteitskabels voorzien, in<br />
het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitbouw <strong>van</strong> een Belgisch en Europees energiegrid (o.a. Nemo-project), en voor <strong>de</strong><br />
aansluiting <strong>van</strong> een of meer<strong>de</strong>re energie-atollen aan het elektriciteitsnet <strong>van</strong> het vasteland. An<strong>de</strong>rzijds<br />
betekent <strong>de</strong> creatie <strong>van</strong> een stopcontact op zee een belangrijke reductie in het aantal exportkabels<br />
<strong>van</strong> windparken. Bij <strong>de</strong> optie om het stopcontact op zee ten westen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> windmolenzone<br />
te installeren (alternatief 1, met korte afstand voor vele kabels <strong>van</strong> diverse windparken tot<br />
stopcontact, en lange afstand voor beperkt aantal kabels <strong>van</strong>af stopcontact tot land) zal waarschijnlijk<br />
een geringere totale kabellengte noodzakelijk zijn dan bij een stopcontact op zee vlakbij <strong>de</strong> kust<br />
(alternatief 2, met lange afstand voor vele kabels <strong>van</strong> diverse windparken tot stopcontact, en korte<br />
afstand voor beperkt aantal kabels <strong>van</strong>af stopcontact tot land).<br />
De ligging <strong>van</strong> een energie-atol dicht bij <strong>de</strong> kust (zoals voorgesteld in het voorliggen<strong>de</strong> MRP) vereist<br />
eveneens een geringere kabellengte tot het vasteland dan bij <strong>de</strong> ligging <strong>van</strong> een energie-atol diep in<br />
zee (niet-weerhou<strong>de</strong>n alternatief 2).<br />
Bij alternatief 2 is bijkomend <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> nieuwe kabels noodzakelijk voor <strong>de</strong> parkbekabeling en<br />
aansluiting <strong>van</strong> een nieuwe windmolenzone op het elektriciteitsnet op het vasteland, al dan niet via<br />
Plan-MER Ontwerp Marien Ruimtelijk Plan DEEL 6 Beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> milieueffecten