19.09.2013 Views

als PDF downloaden - Emis - Vito

als PDF downloaden - Emis - Vito

als PDF downloaden - Emis - Vito

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

SOCIO-ECONOMISCHE EN MILIEU-JURIDISCHE SITUERING VAN DE SECTOR<br />

2.2.5. Evolutie subsidies in kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid<br />

a. Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (An., 2004o; An., 2004e)<br />

Oorspronkelijk was het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie in<br />

hoofdzaak gericht op het veilig stellen van de voedselvoorziening. Het instrument bij uitstek om<br />

dit doel ter realiseren, waren marktverordeningen waarbij de producent een gegarandeerde prijs<br />

voor zijn producten kreeg die hoger was dan de prijs op de wereldmarkt.<br />

Een eerste hervorming kwam er in 1992: de garantieprijzen werden verlaagd en ter compensatie<br />

ontving de landbouwer directe inkomenssteun. Met ‘Agenda 2000’ kwam er in 1999 een nieuwe<br />

hervorming: maatregelen werden geïntroduceerd ter bescherming van milieu en natuur en ter<br />

ontwikkeling van de levensvatbaarheid van plattelandsbeleid. Sinds deze hervorming steunt het<br />

GLB op twee pijlers: de eerste pijler omvat de rechtstreekse inkomenssteun aan akkerbouwers<br />

(hectarepremies voor granen, maïs, vlas, eiwit- en oliehoudende gewassen) en veehouders (dierpremies<br />

voor zoogkoeien, mannelijke runderen en schapen en slachtpremies), quotaregelingen<br />

(voor melk en suiker), prijsgaranties (b.v. zuivel) en een belangrijk deel exportsubsidies; de<br />

tweede pijler omvat het plattelandsbeleid. De Raad van landbouwministers van de Europese<br />

Unie bereikte op 26 juni 2003 een akkoord over de hervorming van de twee pijlers van het<br />

Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (‘Mid Term Review’). Het nieuwe, hervormde<br />

GLB in hoofdlijnen (cf. http://europa.eu.int/):<br />

• een unieke ‘bedrijfstoeslag’ die losstaat van de productie; beperkte gekoppelde elementen<br />

mogen worden gehandhaafd om te voorkomen dat productie wordt opgegeven;<br />

• de ‘bedrijfstoeslag’ zal afhankelijk worden gesteld van de naleving van normen op het<br />

gebied van het milieu, de voedselveiligheid, de gezondheid van dieren en planten en het<br />

dierenwelzijn, en van de eis dat alle landbouwgrond in een uit landbouw- en milieuoogpunt<br />

goede staat wordt gehouden (‘randvoorwaarden’);<br />

• vanaf 2005, een krachtiger beleid inzake plattelandsontwikkeling met meer EU-geld en<br />

nieuwe maatregelen om milieuzorg, kwaliteit en het dierenwelzijn te bevorderen en om de<br />

landbouwers te helpen aan EU-normen op productiegebied te voldoen;<br />

• een verlaging van de rechtstreekse betalingen (‘modulatie’) aan grotere landbouwbedrijven<br />

om het nieuwe beleid inzake plattelandsontwikkeling te kunnen financieren;<br />

• een mechanisme voor financiële discipline om ervoor te zorgen dat de voor de periode tot<br />

2013 vastgestelde landbouwbegroting niet wordt overschreden;<br />

• herziening van het GLB-marktbeleid in bepaalde sectoren:<br />

– asymmetrische prijsverlagingen in de zuivelsector: de interventieprijs voor boter wordt<br />

over vier jaar met 25% verlaagd, wat een extra verlaging met 10% betekent in vergelijking<br />

met ‘Agenda 2000’, terwijl de in het kader van ‘Agenda 2000’ overeengekomen<br />

verlaging met 15% over drie jaar voor mageremelkpoeder wordt gehandhaafd;<br />

– de maandelijkse verhogingen in de sector granen worden gehalveerd en de huidige<br />

interventieprijs wordt gehandhaafd;<br />

– hervormingen in de sectoren rijst, durumtarwe, noten, zetmeelaardappelen en<br />

gedroogde voedergewassen.<br />

De steunbedragen voor quotaregelingen, prijsgaranties en uitvoerrestituties gaan onrechtstreeks<br />

naar de landbouwer via de prijs of de hoeveelheid die afgezet kan worden. De inkomenssteun<br />

en de subsidies, die gekoppeld zijn aan de tweede pijler, worden wel rechtstreeks uitbetaald. De<br />

eerste pijler wordt volledig gefinancierd door het Europees Oriëntatie en Garantiefonds<br />

(EOGFL); voor de tweede pijler dient Vlaanderen 50 tot 75% op te leggen. In Tabel 19, p. 48,<br />

wordt een overzicht gegeven van de Belgische EOGFL-uitgaven (nominale prijzen) voor de<br />

periode 1998-2003.<br />

Vlaams BBT-Kenniscentrum 47

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!