als PDF downloaden - Emis - Vito
als PDF downloaden - Emis - Vito
als PDF downloaden - Emis - Vito
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SOCIO-ECONOMISCHE EN MILIEU-JURIDISCHE SITUERING VAN DE SECTOR<br />
opleggen, bijvoorbeeld via lastenboeken. Deze eisen en beperkingen kunnen enerzijds een rem<br />
vormen op de landbouwactiviteiten en de uitbreiding van de productie en anderzijds rechtsonzekerheid<br />
met zich brengen.<br />
De milieuthema’s die de komende jaren (bijkomende) inspanningen zullen vergen, zijn de<br />
broeikasgasproblematiek, de nitraatverontreiniging, de verzurende emissies, de gewasbeschermingsmiddelen,<br />
de bodembescherming, het waterbeheer, de biodiversiteit en de genetisch<br />
gemodificeerde organismen. De Europese Nitraatrichtlijn (cf. paragraaf 2.6.4), bijvoorbeeld,<br />
verplicht Vlaanderen tot het nemen van maatregelen met het oog op de verbetering van de kwaliteit<br />
van het oppervlaktewater en het grondwater. Om aan deze milieudoelstellingen te kunnen<br />
beantwoorden, wordt ondermeer het probleem van de mestoverschotten aangepakt (aanpak aan<br />
de bron, oordeelkundige bemesting en mestverwerking). De varkenshouderij wordt hierbij het<br />
meest aan maatschappelijke kritiek blootgesteld.<br />
De Raad van landbouwministers van de Europese Unie bereikte op 26 juni 2003 een akkoord<br />
over de hervorming van de twee pijlers van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (‘Mid<br />
Term Review’) (cf. paragraaf 2.2.5.). Centraal staat de ontkoppeling van het merendeel van de<br />
subsidies en de omvang van de productie. Om te voorkomen dat productie wordt opgegeven<br />
kunnen de Lidstaten ervoor kiezen om onder welbepaalde voorwaarden en binnen duidelijke<br />
grenzen een beperkte koppeling tussen subsidies en productie te handhaven. De lossere band<br />
tussen subsidies en productie moet ertoe leiden dat de Europese landbouwers marktgerichter<br />
handelen en beter kunnen concurreren. Eveneens moet deze ontkoppeling zorgen voor de<br />
nodige inkomensstabiliteit voor de individuele landbouwer. Niettemin worden de nieuwe subsidies<br />
gekoppeld aan randvoorwaarden met betrekking tot milieu, voedselveiligheid, dierenwelzijn,<br />
goede landbouw- en milieucondities en het behoud van permanent grasland.<br />
Vlaanderen zal in 2005 starten met de ontkoppeling van steun en productie. De ontkoppelde<br />
steun wordt opgenomen in een unieke ‘bedrijfstoeslag’, die berekend wordt op basis van de<br />
gemiddelde steun die de landbouwer in de referentieperiode 2000-2002 ontvangen heeft. Hierbij<br />
wordt een uitzondering gemaakt voor de slachtpremie voor kalveren (100% koppeling<br />
behouden), de zoogkoeienpremie (100% koppeling behouden) en de steun voor zaadproductie<br />
(lijnzaad en speltzaad). De melkpremies zullen vanaf 2006 aan de unieke ‘bedrijfstoeslag’ toegevoegd<br />
worden. Voor de Vlaamse landbouwsector heeft het wegvallen van de prijsondersteuning<br />
ten voordele van rechtstreekse inkomenssteun tot gevolg dat de grondgebonden sectoren<br />
(akkerbouw en rundveehouderij) nog meer onder druk komen te staan. Deze (zwaar gesubsidieerde)<br />
sectoren bestaan uit relatief kleine bedrijven die moeilijk kunnen uitbreiden door de hoge<br />
grondprijzen en toenemende milieueisen. De directe gevolgen van de hervorming van het GLB<br />
zijn beperkt voor de niet tot weinig grondgebonden sectoren. Onrechtstreeks kunnen er wel<br />
effecten zijn indien grondgebonden bedrijven omschakelen en de druk op laatstgenoemde sectoren<br />
doen toenemen.<br />
2.3.2. Felheid van concurrentie<br />
De intensiteit van de concurrentie is bepalend voor de winstgevendheid van een sector. Porter<br />
M. E. (1985) maakt een onderscheid tussen vijf bronnen van concurrentie:<br />
1. interne concurrentie tussen bedrijven binnen de sector;<br />
2. externe concurrentie: macht van de leveranciers;<br />
3. externe concurrentie: macht van de afnemers;<br />
4. potentiële concurrentie: dreiging van substituten;<br />
5. potentiële concurrentie: dreiging van nieuwe toetreders.<br />
Vlaams BBT-Kenniscentrum 57