Woonzorgcentrum - Vlaamse Ouderenraad
Woonzorgcentrum - Vlaamse Ouderenraad
Woonzorgcentrum - Vlaamse Ouderenraad
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Deel 1 - De Woonzorg-vormen voor zorgbehoevende ouderen in het <strong>Vlaamse</strong> Gewest<br />
thuiszorgdecreet van 1998 als het ouderendecreet van 1985. In dit nieuwe decreet met als ondertitel<br />
‘naar een nieuw vlaams ouderenzorgbeleid’, worden bestaande en nieuwe vormen van thuiszorg,<br />
thuiszorgondersteunende en -aanvullende zorg en residentiële ouderenzorg gecombineerd. De<br />
zorgcontinuïteit voor de gebruiker en de afstemming tussen de aanbieders van zorg zijn twee heel<br />
belangrijke principes in dit nieuwe decreet. Woonzorgcentra krijgen als opdracht om niet enkel binnen hun<br />
muren zorg aan de bewoners te bieden, maar ook woonzorgnetwerken te ontwikkelen en verbindingen<br />
met de buitenwereld aan te gaan. De uitvoeringsbesluiten zijn momenteel in de maak.<br />
In Vlaanderen zijn alle woonzorgcentra verplicht een kwaliteitsbeleid te voeren en een kwaliteitshandboek<br />
te schrijven. Dit wordt geregeld in het decreet inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen<br />
(16.01.1997) en het Ministerieel Besluit (10.10.2001) inzake kwaliteitszorg in rusthuizen, centra voor<br />
dagverzorging, centra voor kortverblijf, serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening, en het<br />
geïntegreerd kwaliteitsdecreet (17.10.2003).<br />
In het kwaliteitshandboek staat de volledige werking van het woonzorgcentrum beschreven en in<br />
procedures vastgelegd. Via dit handboek moeten de woonzorgcentra sedert 1 januari 2005 aantonen dat<br />
ze voldoen aan vijf grote Sectorspecifieke Minimale Kwaliteitseisen (SMK’s):<br />
• gebruikersgerichtheid (de mate waarin de organisatie, de gebouwen, de materialen, de<br />
hulpverleners, de procedures en de werkvoorschriften afgestemd zijn op de specifieke behoeften<br />
van de gebruikers van een welzijnsvoorziening, met het oog op hun welbevinden);<br />
• maatschappelijke aanvaardbaarheid (de hulp- en dienstverlening wordt aangeboden vanuit in<br />
consensus aanvaarde maatschappelijke waarden en rechten, die minimaal vervat liggen in de<br />
grondwet en de Internationale Verklaring van de Rechten van de Mens);<br />
• doeltreffendheid (de mate waarin de voorziening haar vooropgestelde doelen realiseert);<br />
• doelmatigheid (de hulp- en dienstverlening en de werking van de ouderenvoorziening wordt op een<br />
dermate wijze verleend en georganiseerd dat de middelen waarover men beschikt zich verhouden<br />
tot de resultaten);<br />
• continuïteit (de hulp- en dienstverlening van de ouderenvoorziening wordt ononderbroken en in<br />
samenhang aangeboden).<br />
om die kwaliteit te controleren, zijn er regelmatig inspectiebezoeken aan alle <strong>Vlaamse</strong> woonzorgcentra.<br />
Vanaf februari 2009 verloopt die rusthuisinspectie geïntegreerd en bovendien onaangekondigd. Dat<br />
betekent concreet dat er één inspectiebezoek en één inspectieverslag komen waarin zowel de RoB-,<br />
RVT- als kwaliteitsnormen worden geïnspecteerd.<br />
Het nieuwe inspectie-instrument is ingedeeld in thematische modules. Bij iedere inspectie komen<br />
minstens volgende basismodules aan bod: profiel en aantal gebruikers, personeel, hulp- en<br />
dienstverlening, facilitaire dienstverlening, infrastructuur en bejegening. Ieder jaar wordt er<br />
daarboven nog een focus vastgelegd, waarbij extra modules worden geïnspecteerd. Voor 2009 zijn<br />
deze extra modules: inspraak/klachten en management.<br />
Koning Boudewijnstichting<br />
Het <strong>Woonzorgcentrum</strong> in de 21 Ste eeuW: een gezeLLige Woonomgeving, zorg incL. 25