Woonzorgcentrum - Vlaamse Ouderenraad
Woonzorgcentrum - Vlaamse Ouderenraad
Woonzorgcentrum - Vlaamse Ouderenraad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3. de directieleden<br />
De directieleden (administratief en financieel directeur, hoofdverpleegkundige, geneesheer-coördinator,<br />
andere personeelsleden die de functie van directeur uitoefenen, enz.) leggen vooral nadruk op de normen<br />
die hun dagelijkse werk belemmeren.<br />
Ze geven aan hoe moeilijk het is zich het woonzorgcentrum van de toekomst voor te stellen in de context<br />
van de excessieve normen, de verplichting de structuren uit te breiden, de bewoners te classificeren op<br />
basis van hun gebreken, ze in categorieën onder te brengen zoals koopwaar, en om financiële hulp te<br />
bedelen.<br />
Momenteel gaat de grootste financiële steun naar de meest afhankelijke personen (op basis van de zgn.<br />
Katz-schaal). Als gevolg hiervan worden die personen bevoordeeld, ten koste van diegenen wier vermogens<br />
zouden kunnen worden gestimuleerd en behouden door een intensievere verzorgende begeleiding of door<br />
de aanwezigheid van meer gediversifieerd niet-verzorgend personeel.<br />
Ze zijn de gevangenen van administratieve dossiers, van het personeelsbeleid en van budgettaire<br />
beperkingen, en daardoor missen ze menselijke contacten met hun personeel of collega’s. Ze willen meer<br />
en betere momenten van samenzijn en gesprek.<br />
4. de externe experts<br />
Hoofdstuk 3 - leven in een woonzorgcentrum: bevindingen van bewoners, personeel, directie, externe experts<br />
Dit zijn de punten die uitsluitend of specifiek vermeld zijn door de groep van externe experts.<br />
Iets aan de gemeenschap kunnen bieden, een evenwicht vinden tussen geven en nemen, de onderlinge<br />
hulp tussen de bewoners bevorderen, iedereen die zijn steentje tot het bouwwerk bijdraagt, dat geeft een<br />
goed gevoel.<br />
We moeten nadenken over de doelgroepen van het woonzorgcentrum (de oudsten? de zwaksten?) en over<br />
de rol en de missie van een woonzorgcentrum, ’een ruimte voor private en collectieve huisvesting die het<br />
privéleven binnen een collectief evenwicht moet verzekeren.’<br />
Er is de suggestie samen het institutionele project te ontwikkelen en op te stellen, het levensproject dat<br />
is ontworpen als een ’handvest voor leven en werk dat door iedereen samen wordt opgesteld en<br />
ondertekend en dat de rechten en plichten van eenieder vastlegt volgens de mogelijkheden en functies.’<br />
We moeten vermijden personen met te uiteenlopende behoeften onder één dak samen te brengen: “Voor<br />
sommigen is dit een echte vorm van geweld opgelegd door de manier van maatschappelijk functioneren.<br />
Wie is zomaar bereid dagen, maanden, jaren samen door te brengen met mensen die aan dementie lijden?<br />
Voor de zogenoemde cognitieve personen is dit bijzonder zwaar.”<br />
Tenslotte moeten we uitkijken naar alternatieven, dorpen, woongemeenschappen van het begijnhoftype,<br />
kangoeroewoningen of meegroeiwoningen, om te ontsnappen aan het o zo Belgische concept van het<br />
’huis voor het hele leven’.<br />
Koning Boudewijnstichting<br />
Het <strong>Woonzorgcentrum</strong> in de 21 Ste eeuW: een gezeLLige Woonomgeving, zorg incL.<br />
64