Lees het rapport hier. - Vlaamse Landmaatschappij
Lees het rapport hier. - Vlaamse Landmaatschappij
Lees het rapport hier. - Vlaamse Landmaatschappij
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
competitie zorgen. Een aantal provincies leek zelf al uitgemaakt te hebben welke gebieden<br />
<strong>het</strong> meest geschikt zijn om erkend te worden als Leadergebieden.<br />
Voor gebieden waar nog geen traditie van samenwerking bestaat, waar bijvoorbeeld nog<br />
geen Leaderprogramma heeft bestaan, blijkt duidelijk dat (externe) procesbegeleiding van<br />
groot belang is. Het is immers niet vanzelfsprekend om aan de indieningsvoorwaarden te<br />
voldoen. Een betere omkadering en ondersteuning voor opstartende PG‟s kan <strong>het</strong> aantal<br />
ingediende Leadergebieden verhogen.<br />
Ook <strong>het</strong> feit dat enkel de goedgekeurde strategieën een vergoeding kregen voor de opmaak,<br />
12.500 euro, speelt <strong>hier</strong> mee. Het risico om afgekeurd te worden en dus geen vergoeding te<br />
krijgen voor <strong>het</strong> voorbereidende werk was dan ook groot.<br />
II.1.1 Afbakening Leadergebieden<br />
PDPOII legt volgende afbakeningscriteria voor Leadergebieden op:<br />
- vanuit fysisch (geografisch), economisch en sociaal oogpunt een homogeen geheel<br />
vormen;<br />
- coherent zijn;<br />
- beschikken over een adequate kritische massa in termen van menselijke, financiële<br />
en economische hulpbronnen;<br />
- deelgemeenten van minstens 3 gemeenten omvatten<br />
- voor minstens 90% uit "ruraal gebied” of een Leader I, II en “Leader+ gebied”<br />
bestaan. Rurale gebieden hebben hoogstens 300 inwoners per vierkante kilometer<br />
en een bebouwde oppervlakte van hoogstens 15%. Die criteria worden gezien op<br />
deelgemeenteniveau. Maximum 10% van de oppervlakte van <strong>het</strong> gebied mag nietruraal<br />
zijn, maar moet wel deel uitmaken van <strong>het</strong> buitengebied.<br />
- tussen de 5.000 en 150.000 inwoners hebben (uitzonderlijk tot 250.000 inwoners om<br />
tot een logische en coherente samenhang naar fysische gebiedskenmerken,<br />
identiteit, culturele en bestuurlijke coherentie, etc. te komen of om een kleinstedelijke<br />
kern op te kunnen nemen).<br />
Zoals eerder aangehaald konden maximaal 10 Leadergebieden in Vlaanderen ondersteund<br />
worden. Hoewel niet expliciet voorzien in PDPOII is <strong>het</strong> logisch dat 2 Leadergebieden per<br />
provincie werden geselecteerd. De provincies staan immers mee in voor de financiering en<br />
de beslissing over <strong>het</strong> goedkeuren van Leadergebieden op provinciaal niveau genomen werd<br />
(PMC). Provinciegrensoverschrijdende Leadergebieden waren wel in theorie mogelijk, maar<br />
in de praktijk zeer moeilijk te realiseren.<br />
Volgende Leadergebieden werden in <strong>het</strong> voorjaar van 2008 erkend. De rest van <strong>het</strong> <strong>Vlaamse</strong><br />
platteland werd vanaf dan As 3-gebied.<br />
Antwerpen: MarkAante Kempen<br />
Midden-Kempen Beweegt!<br />
Limburg:<br />
Haspengouw<br />
Kempen en Maasland<br />
Oost-Vlaanderen: Meetjesland-Leie-Schelde<br />
<strong>Vlaamse</strong> Ardennen<br />
Vlaams Brabant: Hageland<br />
Pajottenland+<br />
West-Vlaanderen: Tielts Plateau<br />
Westhoek<br />
18