Lees het rapport hier. - Vlaamse Landmaatschappij
Lees het rapport hier. - Vlaamse Landmaatschappij
Lees het rapport hier. - Vlaamse Landmaatschappij
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
III.2.6 Projectgebied<br />
Na informatie over de projectpromotor wordt in volgende grafieken de grootte van <strong>het</strong><br />
projectgebied besproken. Projecten die zich in twee of meer gemeenten afspelen worden<br />
<strong>hier</strong>bij als „regionaal‟ aangeduid, tenzij ze heel de provincie als werkterrein hebben.<br />
Investeringen in één bepaalde gemeente die een duidelijk aantoonbare impact hebben op<br />
andere gemeenten doordat ze door een regionale actor of een intergemeentelijke<br />
samenwerking werden ingediend zijn ook bij „regionaal‟ ingedeeld. Voorbeeld <strong>hier</strong>van zijn<br />
investeringen gelinkt aan een grootschalige functie die een hele streek bedient (vb.<br />
crematorium). Wanneer die regionale link niet duidelijk was, werden investeringen als<br />
gemeentelijk gezien.<br />
Eerst gaan we kort na of de afbakening van platteland in Vlaanderen zoals gedefinieerd in<br />
PDPOII (zie deel I), waarbij grote open ruimte gehelen van grote en regionale steden in<br />
aanmerking komen, ook effectief projecten in deze gebieden oplevert. Uit onderstaande tabel<br />
blijkt dat er inderdaad plattelandsprojecten in (deelgemeenten van) deze steden worden<br />
uitgevoerd. Tot nu zijn 11 dergelijke projecten uitgevoerd of lopende. Het zijn allemaal<br />
projecten in As 3.<br />
Tabel 16: Situering projecten in grote en regionale steden<br />
Grote/regionale stad Aantal projecten<br />
Mechelen 1<br />
Turnhout 2<br />
Genk 1<br />
Aalst 3<br />
Sint-Niklaas 2<br />
Leuven 1<br />
Bron: Eigen verwerking<br />
Uit Figuur 47 blijkt dat de subsidie voor gemeentelijke en regionale projecten tussen beide<br />
assen ongeveer gelijk is, behalve dan dat de helft van de regionale projecten in As 3<br />
provinciedekkend zijn. De 20% projecten over heel de provincie komt min of meer overeen<br />
met de 18% provinciale promotoren in Figuur 42. In Leader zijn per definitie geen<br />
provinciedekkende projecten omdat die binnen As 3 moeten worden ingediend.<br />
Figuur 48 maakt duidelijk dat de verdeling volgens as ook <strong>hier</strong> grote verschillen tussen<br />
provincies en tussen Leadergebieden verbergt. In As 3 werkt vooral Limburg met heel wat<br />
provinciedekkende projecten terwijl in West-Vlaanderen meer dan 80% van de projecten zich<br />
binnen één gemeente afspeelt. Dit hangt samen met <strong>het</strong> grote aandeel<br />
dorpskernvernieuwing en -ontwikkeling in West-Vlaanderen. Hetzelfde geldt voor de<br />
provincie Antwerpen en kan doorgetrokken worden naar de Leadergebieden in beide<br />
provincies samen met de PG Hageland. In deze Leadergebieden heeft <strong>het</strong> grote aandeel<br />
projecten op gemeentelijk schaalniveau niet altijd met dorpskernen te maken.<br />
In Leader gaf Pajottenland enkel middelen aan regionale projecten en ook in Kempen-<br />
Maasland ligt <strong>het</strong> percentage voor regionale projecten zeer hoog. Niet toevallig zagen we in<br />
beide Leadergebieden ook <strong>het</strong> hoogst aantal projecten met een<br />
samenwerkingsovereenkomst tussen verschillende copromotoren.<br />
72