Lees het rapport hier. - Vlaamse Landmaatschappij
Lees het rapport hier. - Vlaamse Landmaatschappij
Lees het rapport hier. - Vlaamse Landmaatschappij
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Onderstaande figuur geeft aan dat de meerderheid van de respondenten <strong>het</strong> maximum van<br />
65% subsidie billijk vindt. Dit is aanzienlijk, zeker gezien <strong>het</strong> feit dat projecten in de vorige<br />
programmaperiode van Leader nog tot 90% cofinanciering kregen.<br />
Figuur 14: Enquête: “In de huidige situatie bedraagt de maximumcofinanciering 65 %. Is dat<br />
volgens u voldoende?”<br />
Bron: VLM-enquête bij PG-leden, september 2010<br />
D. Hoe worden projecten opgevolgd?<br />
Na de goedkeuring kan de promotor starten met de uitvoering. Een Europees project gaat<br />
gepaard met heel wat verplichtingen en administratie. Een goede ondersteuning inzake<br />
projectmanagement en administratie is, zeker voor kleinere promotoren, belangrijk. In de<br />
huidige programmaperiode zijn op Vlaams niveau administratieve richtlijnen beschikbaar en<br />
staan de plattelands- en Leadercoördinatoren in voor inhoudelijke begeleiding. Zij worden<br />
<strong>hier</strong>voor financieel ondersteund vanuit <strong>het</strong> programma.<br />
De opvolging van de realisaties op <strong>het</strong> terrein gebeurt op twee manieren, administratief en<br />
inhoudelijk.<br />
De administratieve opvolging wordt georganiseerd door de beheersdienst en loopt<br />
grotendeels gelijk voor beide assen. Projectpromotoren dienen twee maal per jaar een<br />
declaratiedossier in waarin de gemaakte kosten worden verantwoord. Belangrijkste verschil<br />
is dat promotoren in Leader dit dossier naar de PG-coördinator sturen, terwijl <strong>het</strong> in As 3<br />
rechtstreeks naar de beheersdienst gaat. De regels die <strong>hier</strong>bij gelden komen in hoofdstuk<br />
II.2.2 aan bod.<br />
Voor kleine gemeenten en vzw‟s is deze administratie soms een harde dobber. Door de<br />
veelheid aan taken ontbreekt <strong>het</strong> de coördinator vaak aan tijd om een uitgebreide<br />
begeleiding te doen. Inzetten op voldoende begeleiding kan de kwaliteit van de projecten,<br />
zowel in de ontwikkelingsfase (projectfiche) als in de uitvoering (declaraties), verhogen.<br />
Na controle, door de beheersdienst in As 3 en door de PG-coördinator met een<br />
steekproefsgewijze tweede controle door de beheersdienst, krijgt de promotor zijn<br />
cofinanciering uitbetaald.<br />
Naast de declaratiecontrole legt Europa ook terreincontroles op om ter plekke te verifiëren of<br />
en hoe een project wordt uitgevoerd. Elk project met minstens 20% infrastructuurkosten<br />
wordt gecontroleerd. Dit gebeurt door VLM in As 3 en door de bevoegde coördinator in<br />
Leader. Bijkomend worden projecten steekproefsgewijs ter plaatse gecontroleerd voor<br />
minstens vijf procent van de toegekende middelen. Dit gebeurt door VLM. Tot vijf jaar na de<br />
laatste uitbetaling voor <strong>het</strong> project kan VLM een controles achteraf uitvoeren.<br />
Uiteraard wordt van elk van de controles een nauwkeurig verslag gemaakt en waar nodig<br />
onregelmatigheden gemeld. Los van <strong>hier</strong>boven beschreven controles kunnen alle<br />
financierende overheden bijkomende controles doen.<br />
De inhoudelijke opvolging gebeurt minimaal door <strong>het</strong> bij elk declaratiedossier gevoegde<br />
voortgangsverslag. Hierin beschrijft de promotor de stand van zaken, realisaties en<br />
vooruitzichten van <strong>het</strong> project.<br />
37