You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1906<br />
Rutherford ontdekt dat α-deeltjes die door materie passeren, verstrooid<br />
worden.<br />
J.J. Thomson concludeert dat het aantal elektronen in een<br />
waterstofatoom "niet veel van één kan verschillen".<br />
John William Strutt (Lord Rayleigh) ontdekt dat radioactiviteit voorkomt in<br />
het zeewater.<br />
1907<br />
Norman Campbell en Alexander Wood ontdekken dat ook de bekende<br />
elementen kalium en rubidium radioactief zijn. Het vermoeden (voor het<br />
eerst uitgesproken door Marie Curie in 1903) groeit dat wellicht alle<br />
elementen radioactief zijn, sommige met een heel lange halveringstijd<br />
(lage waarde van λ).<br />
Joseph John Thomson<br />
1909<br />
Hans Geiger en Ernest Marsden ontdekken dat bij de verstrooiing van α-deeltjes sommige van deze<br />
deeltjes bij de doorgang door een metaalfolie (Au of Al) volledig worden teruggekaatst. De α-deeltjes<br />
waren afkomstig van radon (Rn 222 ). Detectie gebeurde door telling van scintillaties. Het bleek dat<br />
ongeveer 1 op 8000 deeltjes weerkaatst worden.<br />
Langs theoretische weg vindt Einstein dat de energie fluctuaties in een ruimte gevuld met thermische<br />
elektromagnetische straling beschreven moet worden als de som van twee termen, waarvan de ene de<br />
straling beschrijft als een golf, en de andere als bestaande uit puntvormige quanta. Voor het eerst wordt<br />
daarmee aangegeven dat straling zowel een golfnatuur als een deeltjes-natuur heeft.<br />
1911<br />
Eerste formulering van het begrip isotoop. Soddy ontdekt dat er elementen bestaan met verschillende<br />
atoommassa en identieke chemische eigenschappen. Wat men in de scheikunde onder de atoommassa<br />
van een element verstaat, moet opgevat worden als het gewogen gemiddelde van de atoommassa's van<br />
de verschillende isotopen van dat element.<br />
Op basis van de metingen van verstrooiing van α-deeltjes stelt Rutherford zijn atoommodel voor. Een<br />
atoom bestaat uit een zeer kleine, massieve, elektrisch positief geladen kern, waarrond de negatief<br />
geladen elektronen wentelen. Binnen een atoom met N elektronen met lading -e is de lading van de kern<br />
gelijk aan +Ne. De ruimte binnen een atoom is grotendeels leeg.<br />
Eerste Solvay-conferentie in Brussel van 30 oktober tot 3 november 1911. Thema: theorie van de straling<br />
en de quanta.<br />
1912<br />
Door aan te tonen dat diffractie optreedt wanneer X-stralen door een kristal passeren, kon Max von Laue<br />
de aard van deze stralen aantonen. Het zijn elektromagnetische golven met zeer kleine golflengte.<br />
1913<br />
Bohr verklaart dat niet alleen α-deeltjes, maar ook β-deeltjes afkomstig zijn uit de kern van het atoom,<br />
niet uit de buitenkant ervan. Zijn conclusie steunt op energetische overwegingen (de energie van<br />
uitgezonden β-deeltjes is veel groter dan die van de elektronen buiten de kern, en op het feit dat er<br />
elementen bestaan die verschillen in radioactiviteit, maar niet in chemische eigenschappen, en dus alleen<br />
in hun kernstructuur kunnen verschillen.<br />
Moseley ontdekt het verband tussen de frequentie van X-stralen uitgezonden en het atoomnummer<br />
(aantal elektronen in een atoom) van het element. Op die manier kon het periodiek systeem worden<br />
opgesteld op basis van atoomnummer in plaats van atoommassa. Alle hiaten in het systeem werden zo<br />
gevonden.<br />
Niels Bohr publiceert zijn revolutionaire "trilogie" over de structuur van atomen. Daarin vervangt hij het<br />
Rutherford-atoommodel (dat onstabiel is wegens energieverlies van het rondwentelende elektron<br />
Bodifee, Hoe wankel is de wereld? 2013 35