You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 5<br />
Wetten van de wanorde<br />
De tweede wet van de thermodynamica bepaalt dat bij alles wat gebeurt de entropie toeneemt (of in het<br />
ideale geval, bij een reversibel proces gelijk blijft). Daarmee schrijft deze wet een richting voor aan de tijd,<br />
namelijk die van toenemende entropie, en onderscheidt zij zich van alle andere natuurwetten. Volgens<br />
alle wetten van de mechanica en het elektromagnetisme kan de tijd omkeerbaar zijn.<br />
De vraag is hoe het mogelijk is dat een thermodynamische wet, die aangeeft hoe een systeem zich in de<br />
tijd gedraagt, een richting kan leggen in de tijd, terwijl de wetten van de mechanica, die bepalen hoe de<br />
individuele deeltjes zich gedragen waaruit datzelfde systeem bestaat, dat niet doen. Er kunnen steeds<br />
twee manieren bestaan om de natuur te beschrijven. De thermodynamica beschouwt een systeem in zijn<br />
geheel, als een macroscopisch gegeven waarvan meetbare grootheden, zoals druk en temperatuur, in<br />
principe bekend zijn. Aan de hand van deze macroscopische grootheden wordt het gedrag van het<br />
systeem beschreven. De andere methode is die van de kinetische theorie. Zij beschouwt een systeem als<br />
een verzameling van een groot aantal deeltjes (atomen of moleculen) waarvan de bewegingen statistisch<br />
berekend worden. Deze methode vertrekt vanuit een microscopische toestand, de posities en snelheden<br />
van de deeltjes, en berekent het macroscopische gedrag als het statistisch resultaat van de bewegingen<br />
van de deeltjes. Zo is de druk van een gas het statistische resultaat van de grote aantallen botsingen van<br />
de deeltjes tegen de wand, en kan de temperatuur begrepen worden als een maat voor de gemiddelde<br />
kinetische energie van de deeltjes.<br />
Beide methoden, de thermodynamische en de kinetische, moeten vanzelfsprekend hetzelfde resultaat<br />
opleveren. De kinetische kan daarbij de verklaring aanreiken, in termen van mechanica, voor het<br />
thermodynamische gedrag, en zo de brug slaan tussen het microscopische en macroscopische niveau<br />
van natuurbeschrijving.<br />
Nu zou de natuur op het microscopische niveau omkeerbaar in de tijd moeten zijn omdat de wetten van<br />
de beweging omkeerbaar zijn, terwijl op het macroscopische niveau blijkt dat de natuur onomkeerbaar in<br />
de tijd, zoals de tweede wet van de thermodynamica bepaalt. Als de bewegingen van elk deeltje<br />
afzonderlijk omkeerbaar zijn, waarom is dan het gedrag van het geheel niet omkeerbaar?<br />
Het uitzonderlijke en enigszins mysterieuze statuut van de tweede wet van de thermodynamica geeft aan<br />
het begrip entropie een bijzonder betekenis. De vraag is: welke? Volgens de definitie die Clausius eraan<br />
gaf, is entropie een toestandsgrootheid, uitgedrukt in joule per kelvin die in principe berekend kan<br />
worden. Uit het feit dat warmte nooit spontaan van een koud naar een warm reservoir stroomt, maar wel<br />
omgekeerd, leidde Clausius af dat de entropie altijd moet toenemen. Daarmee is de fysische betekenis<br />
van het begrip entropie echter niet opgehelderd. De definitie van Clausius mist een interpretatie in termen<br />
van de kinetische theorie.<br />
5.1. CLAUSIUS<br />
Na een aantal verkennende (en door tijdgenoten niet altijd naar waarde geschatte) pogingen van enkele<br />
onderzoekers om een kinetische gastheorie op te stellen, slaagde Rudolf Clausius zelf er als eerst in om<br />
succes op dit gebied te boeken.<br />
In zijn artikel van 1857 Über die Art der Bewegung welch wir Wärme nennen (Poggendorff's Annalen der<br />
Physik und Chemie, Band C, No 3, p. 353-380) berekent Clausius de druk van een gas als het resultaat<br />
van de botsingen van de moleculen tegen de wand in functie van hun snelheden, en identificeert hij de<br />
temperatuur als de gemiddelde kinetische energie van de moleculen.<br />
Een jaar later voert Clausius ook het belangrijke begrip in van de gemiddelde vrije weglengte van een<br />
molecule, dat is de gemiddelde afstand die een molecule aflegt tussen twee opeenvolgende botsingen.<br />
Bodifee, Hoe wankel is de wereld? 2013 52