Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
5.2. MAXWELL<br />
5.2.1. Distributiefunctie<br />
In 1860 en 1867 ontwierp James Clerk Maxwell een kinetische gastheorie (Illustration of the dynamical<br />
theory of gases, Philosophical Magazine, 4, 19, p. 48-80 (1860), en On the dynamical theory of gases,<br />
Philosophical Transactions of the Royal Society, 157, p. 49-88 (1867)).<br />
In het artikel van 1860 onderzoekt hij een mechanisch model van een gas, opgevat als een verzameling<br />
identieke elastische deeltjes, die in drie dimensies door de ruimte bewegen. Hij vindt een eerste, nog<br />
ruwe vorm van een functie die de verdeling geeft van de moleculen over de snelheden binnen een gas in<br />
evenwicht. De functie blijkt de vorm te hebben van een gauss-curve, wel bekend uit de statistiek.<br />
Een grondiger uitgewerkte theorie presenteert Maxwell zeven jaar later. Hij beschouwt de moleculen nu<br />
als massa-punten die bij dichte nadering een zekere afstotende kracht op elkaar uitoefenen. Hij geeft ook<br />
een beter gefundeerde verantwoording voor de eerder gevonden verdeling van de snelheden.<br />
Binnen een gas dat N deeltjes bevat kan het aantal deeltjes met een snelheid tussen v en v + dv<br />
geschreven worden als dn = f(v)dv, waarin f(v) de distributiefunctie is. Maxwell vond voor deze functie de<br />
volgende uitdrukking<br />
f<br />
4N<br />
2<br />
−v<br />
2 2<br />
α<br />
( v)<br />
= v e<br />
3<br />
α<br />
π<br />
waar α een parameter is die afhangt van de temperatuur en de massa van de deeltjes.<br />
De figuur hiernaast geeft een grafische<br />
voorstelling van de maxwelliaanse distributie<br />
voor twee temperaturen: 80 K (= -193 °C) en<br />
800 K (= 527 °C). Men ziet dat de moleculaire<br />
snelheden een spreiding hebben die des te<br />
groter is naarmate de temperatuur groter is, en<br />
dat bij een hogere temperatuur de snelheid<br />
waarbij de moleculen het grootst in aantal zijn,<br />
ook toeneemt.<br />
5.2.2. Maxwell's demon<br />
Nog in het jaar 1867 komt bij Maxwell een vreemde gedachte op. Hij schrijft erover in een brief aan zijn<br />
collega Peter Guthrie Tait, en ook in hoofdstuk 22 van zijn boek Theory of Heat (1871). Maxwell stelt zich<br />
een minuscuul wezentje voor dat in staat is de moleculen in een gas afzonderlijk te zien. Stel dat het gas<br />
zich in een vat bevindt met een tussenschot. In het tussenschot zit een deurtje, zo klein en licht dat het<br />
door het wezentje (de "demon van Maxwell") zonder inspanning geopend kan worden om er een<br />
molecule door te laten. Stel nu dat deze demon telkens hij een snelle molecule van de linkerhelft in de<br />
richting van de rechterhelft ziet vliegen, het deurtje opent zodat deze molecule in het andere<br />
compartiment terechtkomt. Trage moleculen die in dezelfde richting bewegen houdt hij tegen door het<br />
deurtje gesloten te houden. Op die manier komen meer snelle moleculen in het rechtse deel terecht,<br />
waardoor de temperatuur er stijgt. Omdat de linkerhelft zijn snelle moleculen verliest, daalt de<br />
temperatuur er. Naarmate de demon zijn werk voortzet, stroomt warmte van het koude gas naar het<br />
warme gas, zonder dat daartoe arbeid verricht wordt. Dit is in strijd met de tweede wet van de<br />
thermodynamica, zoals geformuleerd door Clausius.<br />
He besluit moet zijn dat de tweede wet van de thermodynamica op moleculair niveau niet noodzakelijk<br />
geldig is. Het is mogelijk, met behulp van een slimme ingreep, er tegen te zondigen.<br />
Bodifee, Hoe wankel is de wereld? 2013 53