12.07.2015 Views

innovatie en duurzaamheid: valorisatie van afvalwater - Stowa

innovatie en duurzaamheid: valorisatie van afvalwater - Stowa

innovatie en duurzaamheid: valorisatie van afvalwater - Stowa

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

STOWA 2012-47 Innovatie <strong>en</strong> Duurzaamheid: De <strong>valorisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>afvalwater</strong>of di<strong>en</strong>st aan ‘de markt’. De geme<strong>en</strong>telijke reinigingsdi<strong>en</strong>st is immers dan zelf niet actiefop e<strong>en</strong> markt. De parallel is met het opwekk<strong>en</strong> voor eig<strong>en</strong> gebruik (zie ad. iv). Maar als degeme<strong>en</strong>telijke reinigingsdi<strong>en</strong>st wel e<strong>en</strong> ondernemings-activiteit uitoef<strong>en</strong>t – bijvoorbeeld alszij bedrijfsafval ophaalt – dan is ook de levering <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie e<strong>en</strong> ondernemingsactiviteit.Deze red<strong>en</strong>ering is gebaseerd op de jurisprud<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> het Hof <strong>van</strong> Justitie in de zaakF<strong>en</strong>in, 138 waarin de aankoopactiviteit <strong>van</strong> het beheersorgaan <strong>van</strong> de ziektekost<strong>en</strong>verzekeraars,die zelf niet als onderneming werd aangemerkt, ook niet als ondernemingactiviteit werdaangemerkt; <strong>en</strong> het opvolg<strong>en</strong>de Selex Sistemi, 139 waarin het ontwikkel<strong>en</strong> <strong>van</strong> technisch<strong>en</strong>ormalisatie voor e<strong>en</strong> niet-onderneming ook ge<strong>en</strong> ondernemingsactiviteit zijn. Parallelhieraan zou in ieder geval het aankop<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie door de geme<strong>en</strong>te, t<strong>en</strong> behoeve <strong>van</strong> e<strong>en</strong>activiteit die ge<strong>en</strong> ondernemingsactiviteit is ook ge<strong>en</strong> ondernemingsactiviteit. De vraag is ofdan de levering <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie aan de geme<strong>en</strong>te dat dan ook niet is. De arrest<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> daar opte duid<strong>en</strong>. 140De tweede red<strong>en</strong>ering luidt als volgt: de g<strong>en</strong>oemde F<strong>en</strong>in-jurisprud<strong>en</strong>tie is in hetonderhavige geval niet <strong>van</strong> toepassing. Door de productie <strong>en</strong> levering <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie handel<strong>en</strong>de Energiefabriek<strong>en</strong> als onderneming. Productie <strong>en</strong> levering <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie zijn immerseconomische activiteit<strong>en</strong>, gericht op aanbied<strong>en</strong> <strong>van</strong> goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> op de markt,namelijk de markt voor productie <strong>en</strong> levering <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie. Net als dat het voor de ‘gewone’produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> leveranciers <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie niet uitmaakt aan wie zij de <strong>en</strong>ergie lever<strong>en</strong> – zijzijn niet ine<strong>en</strong>s géén onderneming<strong>en</strong> omdat de afnemer ge<strong>en</strong> onderneming is – blijv<strong>en</strong>de waterschapp<strong>en</strong> voor deze activiteit<strong>en</strong> onderneming. Deze red<strong>en</strong>ering leunt meer opde achterligg<strong>en</strong>de economische red<strong>en</strong>ering in de F<strong>en</strong>in-jurisprud<strong>en</strong>tie, waar de vraagwas of de kopers <strong>van</strong> de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> de mededinging wel zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> doorhun koopgedrag. 141 Die economische red<strong>en</strong>ering gaat hier niet op: c<strong>en</strong>traal staat niet hetkoopgedrag <strong>van</strong> de geme<strong>en</strong>te (of andere niet economische <strong>en</strong>titeit die <strong>en</strong>ergie afneemt <strong>van</strong>de Energiefabriek), maar de leverantie door de waterschapp<strong>en</strong>. Hun invloed als aanbieder/produc<strong>en</strong>t <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie is op dit mom<strong>en</strong>t wellicht klein (<strong>van</strong>wege de beperkte capaciteit),maar in pot<strong>en</strong>tie groot.Ad ii) Levering aan het netBij het binn<strong>en</strong> de Energiefabriek<strong>en</strong> opwekk<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie uit de verwerking <strong>van</strong><strong>afvalwater</strong> <strong>en</strong> het vervolg<strong>en</strong>s lever<strong>en</strong> <strong>van</strong> die elektriciteit aan het net is sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong>ondernemingsactiviteit. In dat geval wordt immers e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st geleverd op de markt, demarkt voor de productie <strong>van</strong> elektriciteit. De parallel met de afvalverwerkers kan ook hierword<strong>en</strong> gemaakt: hoewel afvalverwerk<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> deel in hand<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn<strong>van</strong> dec<strong>en</strong>trale overhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> hun tak<strong>en</strong> – het verwerk<strong>en</strong> <strong>van</strong> huishoudelijk138 Zaak C-205/03 P, Federación Española de Empresas de Tecnología Sanitaria (FENIN) teg<strong>en</strong> Commissie <strong>van</strong> de Europese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, Jur. 2006I-06295. Het Hof stelt dat het Gerecht “voor de bepaling <strong>van</strong> de aard <strong>van</strong> de activiteit de aankoop <strong>van</strong> het product niet los mag word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong><strong>van</strong> het latere gebruik er<strong>van</strong>, <strong>en</strong> dat de al dan niet economische aard <strong>van</strong> het latere gebruik <strong>van</strong> het gekochte product noodzakelijkerwijs de aard<strong>van</strong> de aankoopactiviteit bepaalt.”139 Zaak C-113/07, P, SELEX Sistemi Integrati SpA teg<strong>en</strong> Commissie <strong>van</strong> de Europese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> Organisation europé<strong>en</strong>ne pour la sécuritéde la navigation aéri<strong>en</strong>ne (Eurocontrol), Jur. 2009 I-02207.140 In de “beoordeling of e<strong>en</strong> activiteit al dan niet e<strong>en</strong> economisch karakter heeft, [mag] de aankoop <strong>van</strong> het product niet los (...) word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong><strong>van</strong> het latere gebruik er<strong>van</strong> <strong>en</strong> (...) de al dan niet economische aard <strong>van</strong> het latere gebruik <strong>van</strong> het product [bepaalt] noodzakelijkerwijs deaard <strong>van</strong> de aankoopactiviteit (...). Het Gerecht heeft daaruit in het onderhavige geval [Selex Sistemi] terecht de conclusie getrokk<strong>en</strong> dat d<strong>en</strong>iet-economische aard <strong>van</strong> de technische normalisatieactiviteit de niet-economische aard <strong>van</strong> de activiteit <strong>van</strong> verwerving <strong>van</strong> prototyp<strong>en</strong> in hetkader <strong>van</strong> deze normalisatie impliceert”, aldus het Hof in Selex Sistemi.141 Zie Non-economic activities in upstream and downstream markets and the scope of competition law after FENIN, Markus Krajewski <strong>en</strong> MartinFarley, E.L. Rev. 2007, 32(1), 111-124: “The main economic argum<strong>en</strong>t concerns the negligible effect on competition of the purchasing activitiesof <strong>en</strong>tities providing healthcare services on a non-economic basis. As Advocate G<strong>en</strong>eral Maduro pointed out, citing economic literature: “[T]heexist<strong>en</strong>ce of a monopsony does not pose a serious threat to competition since it does not necessarily have any effect on the downstream market.Furthermore, an undertaking in a monopsonistic position has no interest in bringing such pressure to bear on its suppliers that they becomeobliged to leave the upstream market.” The economic logic behind such reasoning could have be<strong>en</strong> on the minds of the judges of the Court ofJustice wh<strong>en</strong> they decided that there was “no need” to dissociate the purchasing activity from the subsequ<strong>en</strong>t use of the purchased goods.”52

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!