12.07.2015 Views

"Kengetallen kosten-batenanalyse van het WK voetbal" PDF

"Kengetallen kosten-batenanalyse van het WK voetbal" PDF

"Kengetallen kosten-batenanalyse van het WK voetbal" PDF

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ALTERNATIEVEN EN EFFECTEN 19Tegen deze achtergrond gaat deze studie uit <strong>van</strong> kengetallen op macro-economisch niveau.Indicatieve berekeningen geven aan dat <strong>het</strong> uiteindelijke welvaartseffect ongeveer even groot isals de aan<strong>van</strong>kelijke bestedingsimpuls. 31 Deze studie neemt daarom aan dat <strong>het</strong> welvaartseffecteven groot is als de impuls. Een dergelijke veronderstelling past overigens alleen voor tijdelijkeimpulsen. Bij een permanente impuls zou de extra werkgelegenheid de lonen laten stijgen,waardoor uiteindelijk elders banen verdwijnen. De arbeidsmarkt komt dan in een nieuwevenwicht zonder extra werkgelegenheid (zie Eijgenraam e.a., 2000, pp. 48 – 49).Binnenlandse versus buitenlandse bestedingsimpulsMerk op dat een binnenlandse impuls anders wordt behandeld dan buitenlandse impulsen. Delogica daarachter is dat een binnenlandse impuls (zoals extra overheidsuitgaven in de vorm <strong>van</strong>investeringen in stadions) weliswaar een bestedingsimpuls is, maar tegelijkertijd of latergecompenseerd moet worden met een negatieve bestedingsimpuls (de overheid moet minderuitgeven of meer belasting ophalen waardoor burgers minder uit kunnen geven). Eenbuitenlandse bestedingsimpuls (extra uitgaven door toeristen of de FIFA in Nederland) leidt niettot een in Nederland merkbare negatieve bestedingsimpuls. Een buitenlandse toerist zal alles wathij in Nederland uitgeeft niet meer in zijn thuisland uit kunnen geven. Dus daar treedt eennegatieve bestedingsimpuls op. Deze valt echter buiten <strong>het</strong> geografisch studiegebied <strong>van</strong> deMKBA, namelijk Nederland.Alternatieve waardering <strong>van</strong> de bestedingseffectenDe manier waarop de bestedingseffecten nu zijn opgenomen kan door sommigen als te positiefworden gezien, omdat er geen korte termijn verdringing op de arbeidsmarkt is meegenomen. Indat geval ontstaat ook bij een tijdelijke bestedingsimpuls (zoals een <strong>WK</strong>) verdringing op dearbeidsmarkt. Bijvoorbeeld taxichauffeurs die hun vakantie uitstellen (en dus later minderproduceren), glastuinders die ‘Polen’ moeten inhuren omdat hun andere personeel lucratievertijdelijk in de horeca e.d. kan werken. Door dergelijke verdringing lekt inkomen weg (naar Polen)of worden bepaalde activiteiten niet uitgevoerd omdat de werknemers ergens anders werken. Erontstaat wel een positief effect op de economische ontwikkeling omdat de productiefactorentijdelijke beter benut worden door (i)een tijdelijke herallocatie (door schaarste, bijvoorbeeld <strong>van</strong>hotelcapaciteit) en (ii) mogelijk een (klein) conjunctureel effect. Tegelijkertijd leveren de uitgavenaan de bouw ook een bestedingsimpuls op. Deze is echter over een langere tijd uitgesmeerd endus zal de verdringing groter zijn. In deze alternatieve benadering wordt de besteding <strong>van</strong> eeneuro door buitenlanders meegenomen als minder dan een euro baat voor de Nederlandseeconomie. De baten vallen dan lager uit dan in dit rapport becijferd.Disconteren: effecten op verschillende momenten vergelijkbaar gemaaktDe effecten zijn ingeschat voor elk <strong>van</strong> de jaren 2010 tot en met 2019. De <strong>kosten</strong> en baten zijnberekend door deze effecten in geld uit te drukken, op basis <strong>van</strong> de waardering die burgers enbesluitvormers aan deze effecten geven. Daarna zijn de toekomstige jaarlijkse bedragen ‘vertaald’naar 2010 door de voorgeschreven discontovoet <strong>van</strong> 5,5% per jaar toe te passen (de som <strong>van</strong> een31 Bijvoorbeeld een extra bestedingsimpuls <strong>van</strong> 100 zou, uitgaande <strong>van</strong> een binnenlandse multiplier <strong>van</strong> 1,5,leiden tot totale bestedingen <strong>van</strong> 150. Als de totale maatschappelijke <strong>kosten</strong> een derde zijn <strong>van</strong> de totalebestedingen, blijft een welvaartseffect <strong>van</strong> 100 over. Andere combinaties <strong>van</strong> veronderstellingen leiden totvergelijkbare uitkomsten (zie paragraaf 4.2 Gevoeligheidsanalyse). Daarbij is <strong>van</strong> belang dat een hogeremultiplier samenhangt met hogere maatschappelijke <strong>kosten</strong> <strong>van</strong> onderlinge leveringen. En een lageremultiplier leidt tot lagere maatschappelijke <strong>kosten</strong>.SEO ECONOMISCH ONDERZOEK

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!